Initiatieven in Europa bieden een perspectief voor de VS
De spraakmakende Amerikaanse filmmaker Michael Moore - met
zijn onafscheidelijke pet die hem een kinderlijk voorkomen geeft - laat zich in
Where to invade next van zijn
humoristische kant zien. Hij vindt dat het maar eens afgelopen moet zijn met
het Amerikaanse imperialisme dat weinig goeds heeft gebracht en wil eens kijken
wat zijn land op sociaal en economisch van verschillende Europese landen kan
leren. Het is daarbij niet toevallig dat hij Nederland niet aandoet. De laatste
decennia is ons land steeds meer in de verloedering geraakt en het vroegere
elan kwijtgeraakt. In plaats van vooruit te lopen in Europa lopen we op alle
gebieden zwaar achter.
Moore gaat als eerste naar Italië waar hij Johnny en
Cristina ontmoet die heel wat vrije dagen hebben. De werkgevers vinden het geen
probleem daarvoor te betalen want het levert ze toegewijde, gelukkige
werknemers op. Het motorfietsbedrijf Ducati prijst de samenwerking met de
vakbond. Dat levert goede ideeën op, zegt een leidinggevende.
In Frankrijk krijgen schoolkinderen tussen de middag een
prima maaltijd. Voeding is belangrijk net als tafelgewoonten. Moore probeert
een blikje cola te promoten te midden van de vele waterglazen. Het geld dat men
in de VS besteedt aan wapens, wordt in Frankrijk uitgegeven aan de goede zaken
in het leven. Tienerzwangerschappen komen minder voor vanwege een betere
seksuele voorlichting.
Finland is bekend vanwege zijn goede onderwijs. Huiswerk wordt
niet gegeven. Leerkrachten vinden het belangrijker dat kinderen buiten school
de tijd krijgen om te spelen. Standaardtesten vormen een inbreuk op de
creatieve ontwikkeling van de leerlingen. Studenten in Slovenië kunnen gratis
studeren. De term studieschuld is onbekend.
De 36-urige werkweek in Duitsland en de bloeiende
middenklasse zijn iets om trots op te zijn. Personeel krijgt kuren aangeboden
om de stress voor te zijn. Buiten werktijden mag de werkgever geen contact met
werknemers opnemen. De herinnering aan de nazi’s wordt op de scholen niet
verdoezeld, zoals gebeurt met de slavernij in de VS.
In Portugal worden drugsgebruikers niet gecriminaliseerd.
Die raken niet zoals in de VS hun stemrecht kwijt en worden evenmin ingezet als
arbeidende slaven in de gevangenissen. Drugsgebruik is niet alleen
gelegaliseerd maar men wordt ook gratis behandeld.
In Noorwegen is gevangenisstraf gericht op rehabilitatie.
Ook in een zwaar bewaakte gevangenis kan men zich ontwikkelen om bij vrijlating
een zinvolle rol in de maatschappij te kunnen spelen. Een ouder van een jongen
die door Breivik werd doodgeschoten, koestert geen wraakgevoelens.
Moore vraagt zich af welk land hij nog zal bezoeken en komt
uit in Tunesië, waar de vrouwenrechten na de Arabische lente wettelijk beter
geregeld zijn dan in de VS. Een Tunesische vrouw raadt hem aan met een
nieuwsgierige blik bij hen op bezoek te komen en te zien dat hun cultuur ook
waardevolle elementen bevat. In IJsland staan vrouwen tegenwoordig aan het roer
en zijn corrupte bankiers de laan uitgestuurd. De Berlijnse muur staat symbool
voor veranderingen die eerder niet voor mogelijk werden gehouden.
Moore eindigt ermee dat veel van bovenstaande uit de
Amerikaanse hoed komt, maar weinig kans van realisatie kreeg. Het is allemaal
erg simpel om niet te zeggen simplistisch wat Moore uit zijn pet tovert maar
anderzijds is het wel eens leuk om de goede kanten van Europa benadrukt te
zien. Zelfs Nederland kan er iets van leren. Bijvoorbeeld over het afschaffen
van standaardtesten en het legaliseren van soft drugs.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten