Kwantiteit is ook een kwaliteit
Deel zes van De Tandeloze Tijd is
uit! Het verschijnt ter gelegenheid van de 65-ste verjaardag van A. F. Th. Van
der Heijden. De roman Kwaadschiks
kent zo’n 1200 pagina’s en is weer een voorbeeld van diens, net als de auteur
zelf, steeds meer uitdijende oeuvre. Jeroen van Kan ondervraagt de schrijver en
is zeer goed op dreef. Zijn vragen zijn zeer to the point en stellen de gast op
de proef. Iets waar die dan weer glansrijk in slaagt.
Van Kan vat het boek, gebaseerd
op een moordzaak in 2008 in Amstelveen, in een paar zinnen samen. Hoofdpersoon
Nico Dorlas wil zich in de dood verenigen met zijn gevluchte vriendin Desy en
gaat daartoe naar haar huis in Amstelveen. Daar gijzelt hij zijn stiefzoon, al
is het niet zeker of die zich echt in het huis bevindt. Van Kan wil er verder
niet veel over zeggen vanwege het spoilereffect.
Van der Heijden zegt dat de
uitkomst bekend is maar dat de roman toch de spanning vasthoudt omdat men pas
aan het slot weet wie de moord overkomen is.
Van Kan zegt dat de roman, die
zich in een ruim bemeten etmaal afspeelt, veel verschillende wegen openzet naar
mogelijke verklaringen van de moord.
Van der Heijden heeft Kwaadschiks gemodelleerd naar het spel
Balletje balletje. Hij wilde een portret schetsen van een reclameman die in een
dag tijd een psychopaat wordt. Een lone wolf zouden we tegenwoordig zeggen.
Van Kan noemt Ernst Quispel,
hoofdpersoon uit Advocaat van de hanen,
die Dorlas bijstaat en hem ook spiegelt.
Van der Heijden zegt dat Quispel
Dorlas ziet als zijn verloederde tweelingbroer, een totaaldrinker, anders dan
de kwartaaldrinker die hij zelf is. Van der Heijden voelt zich aangetrokken
door de val van personen, zoals verbeeld in Griekse tragedies of het bijbelboek
Job.
Van Kan vraagt of hij zijn eigen
fascinatie in zijn personages legt.
Van der Heijden wil niet teveel
in zijn eigen ziel kijken uit angst dat hij daarmee zijn literaire motor
stillegt. De bevrediging na het uitkomen van een nieuw boek legt het af tegen
het opzetten van een nieuw project. Hoewel hij nog genoeg materiaal in de kast
heeft liggen, is het verslavend om aan iets nieuws te beginnen.
Van Kan vraagt of hij de motor
onder controle kan houden.
Van der Heijden antwoordt dat die
prettig oncontroleerbaar is. Het schrijven brengt hem in een roes. De dood van
zijn zoon Tonio heeft die roes alleen maar opgedreven. Zijn zelfkastijding
heeft een manische kant. Hoewel hij veel verhaallijnen in schema’s heeft vastgelegd,
blijft er genoeg over dat niet ingevuld is. Daarbij heeft hij steun van zijn
bibliograaf Jan Brands die zojuist Groepsportret
heeft uitgegeven waarin men alle personen uit De Tandeloze Tijd kan
opzoeken. Door zijn goede geheugen blijft de lijn in het verhaal gewaarborgd. Volgens
Van der Heijden moet men daar overigens niet al te verliefd op zijn, want voor
men het weet stapelt men vergelijkbare scènes op elkaar.
Van Kan zegt dat hij de overdaad
niet te lijf gaat.
Van der Heijden noemt zichzelf nu
eenmaal geen schrijver die uitgebeend te werk gaat. Voltaire zei dat kwantiteit
ook een kwaliteit was. Desondanks heeft hij toch driehonderd bladzijden uit
zijn boek gehaald om het gezeur voor te zijn.
Van Kan refereert aan het feit
dat de breedte ook zijn program is.
Van der Heijden antwoordt dat in Vallende ouders, het eerste deel van De
Tandeloze Tijd, gesproken wordt over een manier om de tijd stil te zetten en uit
te rekken. In Kwaadschiks heeft hij
dit concept op Dorlas geprojecteerd.
Van Kan wil weten hoe hij
afscheid heeft genomen van de naargeestige Dorlas.
Van der Heijden antwoordt dat die
met de liefdesdood een stilte vond die hij in zijn leven moeilijk kon vinden.
Van Kan vraagt of dit een spiegel
is van hemzelf.
Van der Heijden zegt dat hij ook
maar gestuurd is, maar dat hij het zichzelf ook niet te gemakkelijk wil maken. Zijn
fascinatie met mensen die een roes zoeken, komt voort uit zijn verwondering
over zijn vader die een nare weekenddrinker was, terwijl hijzelf van de drank
alleen maar vrolijk wordt.
ik heb de voorgaande delen allemaal, volgens mij. het is wel lang geleden
BeantwoordenVerwijderenJa, Liz dat begon al in 1983 in de provincie en verliep via het plavseisel over het moeras naar de grootstedelijke sfeer waarin de drankzuchtige advocaat Ernst Quispel zijn inspanningen voor een kraker verrichtte. Daarna is het voor mij gestopt. De helleveeg kijk ik nog wel eens als film.
BeantwoordenVerwijderen