Drie jonge Cubaanse boksers op zoek naar roem
In een klassieke opzet die langzaam naar een sportief hoogtepunt
leidt, toont Andrew Lang ons de weg die een drietal jonge Cubaanse boksers van
de Havana Boxing Academy gaan om tijdens de Nationale Kampioenschappen (NK) bekendheid
te verkrijgen. Dat moet een opstapje zijn naar de Olympische Spelen in Londen
in 2012. Boksen is in Cuba een volkssport en een vitaal onderdeel van de
samenleving. Tijdens de Olympische Spelen heeft Cuba in de laatste veertig jaar
de meeste medailles in de wacht gesleept.
Andrew Lang begint in Havanna in 2006. Fidel Castro is al 47
jaar aan de macht. In de Havana Boxing Academy heerst een straf regime. De
jongens worden om vier uur gewekt voor de eerste training die om half vijf
begint en die na de schoollessen doorgaat. Andrew Lang filmt drie jongens uit
de groep: Christian, die vanwege zijn ouwelijke gedrag de oude man genoemd,
Santos, de zanger, vanwege zijn muzikale talent en Junior, de dalmatiër vanwege
de witte plekken op zijn hoofd.
Trainer Yosvani moet tien jongens selecteren uit de groep
die mee mogen naar de NK in Pinar del Rio. Dat is niet gemakkelijk. Vorig jaar
verloren ze de titel voor jongens onder de twaalf jaar en 34 kilogram aan
Matanzas. Christian is een volwassene in een kinderlijke gestalte, zegt
Yosvani, Santos heeft het moeilijk omdat hij zijn moeder verloren maar goed met
liedjes en dus ook met teamliedjes, Junior deed eerder ballet en is erg
enthousiast.
Zes maanden voor de NK mogen de jongens nog een keer naar
huis. Andrew Lang gaat met ze mee. De moeder van Christian is blij dat haar
zoon thuis is. Hij werd geboren in een moeilijke tijd, na de val van het
communisme toen in Cuba een uitzonderingsperiode gold waarin weinig voedsel te
krijgen was. Ze denkt dat Christian verdrietig kijkt omdat hij het leed in haar
ogen zag, maar waardeert het dat hij ambitie toont. Christian gaat ook naar
zijn vader die ook een bekend bokser was, die gedecoreerd werd door Fidel
Castro. Succes is kortstondig, zegt hij. Zijn auto is kapot en zijn huisje
vervallen.
Junior wil de toekomst veilig stellen. Zijn moeder vond het
jammer dat hij ophield met ballet.
De vader van Santos vertelt dat zijn zoon zes jaar was toen
zijn moeder overleed. Tante Madelyn nam haar plaats in. Zijn grootmoeder is gek
met hem.
De staatstelevisie meldt op 31 juli 2006 dat Fidel Castro zijn
taken als partijvoorzitter overdraagt aan zijn broer Raul. De jongens zitten
voor de buis en tonen hun strijdbare, patriottische kant. Het is het vaderland
of de dood. Een maand voor de NK wordt de training geïntensiveerd. De jongens
moeten op gewicht zijn en anders hardlopen om dat te bereiken. Yosvani heeft
ontdekt dat Santos vaak naar de bakker ging. Hijzelf wil weg maar zijn tante
Madelyn praat net als de trainers op hem in. Christian wordt tijdens een
training aan de neus geraakt. Yosvani is bezorgd, want Christian is zijn paradepaardje.
Op de avond voor de selectie zijn de jongens nerveus. Santos
maakt zich zorgen over zijn rol in het geheel. Hij wordt, anders dan Christian
en Junior, niet uitgekozen en wordt, net als alle anderen die buiten de boot
vallen, op aanraden van Yosvani geknuffeld. Hij moet zelf ook huilen. Hij troost
Santos die zich minder inzette dan de anderen, zoals hij zegt.
De geselecteerden gaan met een bus naar het NK. Yosvani
voelt zich onder druk staan om de titel terug te halen. Junior faalt en wordt
getroost, maar Christian haalt voor de ogen van zijn ouders het goud binnen.
Hij heeft nog nooit gezien dat zijn vader huilde. Die zegt dat Christian beter
wordt dan hijzelf. Yosvani ziet hem nog wel eens wereldkampioen worden. Het team
loopt mee in de Meidagparade, waarop Fidel Castro ontbreekt. In februari 2009
legde hij het presidentschap neer.
In haar inleiding op de documentaire vertelt Daphne Bunskoek
dat de Brit Andrew Lang in Havanna leerde filmen en aldus in aanraking kwam met
de Havana Boxing Academy.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten