Het latere leven van de anti autoritair opgevoede peuters
In haar eindexamenfilm De
kresj schetst Marije Meerman een vijftal personen die vroeger met haar op
de anti autoritaire crèche Prins Constantijn in Amsterdam zaten. Ze vroeg zich
af wat van hen geworden was, wat er was overgebleven van hun vrijheidsidealen. Ze
laat hen oude filmpjes zien van Jan van den Brink, waarin kinderen vrij spelen
en medewerkers vertellen over de doelen van de crèche. Tussendoor geeft Marije uitleg
en commentaar. Ze weet niet of zij aan het ideaal van mondige mens heeft
voldaan. Ze heeft zich, anders dan Rein en Jasper die de grenzen tot ver
voorbij het geaccepteerde opzochten, nooit verzet.
Jasper heeft een wiegje voor zijn zoontje Luka opgehaald.
Het is een rieten mand, zoals hij vroeger zelf ook had. De moeder van zijn
vriendin Sara heeft het bekleed. Eerder zocht hij de zelfkant op in kraakpanden
waar hij woonde. Hij beukt met een paal op een muur en is verontwaardigd over
de dood van een kraker door de politie. In dat pand dat zal worden afgebroken
had hij ooit zijn eerste vriendinnetje. Dat schrok van de punkchaos. Inmiddels
doet hij de baby in bad. Hij vertelt dat Luka hem deed denken aan zijn vader
die kort daarvoor overleed. Alsof zijn zoon de reïncarnatie van zijn vader was.
De liefde voor zijn kind maakt pijn los over vroeger, maar hij wil die niet
doorgeven. Hij geeft Luka een speen. Marije zegt dat dit vijf en twintig jaar
geleden een oneigenlijke vorm van lustbeleving was.
Rein heeft in zijn kraakpand letters gemaakt voor een
demonstratie bij de vluchtelingenbajes. Het is de bedoeling dat ze de letters
in brand steken om de vluchtelingen een hart onder de riem te steken. Hij noemt
de crèche een uit de hand gelopen experiment maar acht het wel goed dat men het
deed, alleen hadden de medewerkers ook zichzelf moeten opvoeden en niet hun
frustratie op de kinderen overbrengen. Hij werkt in een kraakpand aan de vloer.
Zijn ouders zijn gescheiden. Hij komt nog slechts een keer per jaar bij zijn
vader omdat ze een andere levensvisie hebben. Zijn vader wil graag dat hij gaat
studeren en net als hij de politiek in gaat, maar zelf houdt zich liever bezig
met de politiek van de straat. Hij is niet bang zijn idealen te verliezen, al
is de strijd in de stad wel lastiger te voeren. Hij gaat naar Zuid-Frankrijk om
daar een boerderij te beginnen en een ruilhandel op te zetten. Marije stelt
vast dat hij als enige van hun groep heeft voldaan aan de verwachting van mondige
burger.
Reineke wilde niet de wens van haar ouders vervullen om
medicijnen te gaan studeren. Na een conflict in de puberteit ging ze het huis
uit. Omdat ze geen uitkering had trok ze in bij een vriendin in een kraakpand. Haar
moeder kookte macrobiotisch maar daar nam ze afstand van met de gewone
Hollandse pot. Een overval van skinheads maakte dat ze niets meer met de
politieke strijd te maken wilde hebben. Ze weet niet of de maatschappij te
veranderen is. Ze is blij dat ze kan doen wat ze zelf wil en vindt dat iedereen
dat maar moet doen.
Elvira is het theater in gegaan. Ze vindt het leuk om te
acteren en heeft daarmee geen boodschap. Politieke idealen heeft ze niet. De beelden
van de crèche riepen bij haar herkenning op van vrijheid maar ook van chaos. Ze
heeft te doen met de kinderen. Ze denkt dat die ook grenzen nodig hebben. Op
haar elfde beleefde ze een omslag. Ze wilde niet meer naakt rondlopen en kocht
een bovenstukje. In een toneelstuk moest ze ook eens in badpak rondlopen en
voelde zich toen bekeken. Marije vertelt haar dat zij van haar vader naar een
school in de volksbuurt moest om te socialiseren met arbeiderskinderen, maar
dat ze droomde van zwarte lakschoentjes.
Milo staat al jaren achter de bar, hij weet dat hij dat niet
eindeloos kan doen, maar de vrijheid bevalt hem. Hij herinnert zich de scène in
de film waarin hij niet zijn blokkendoos wil opruimen. Hij heeft die neiging
nog steeds. Hij weet nog dat men probeerde hem met poppen te laten spelen, maar
dat de maatschappelijke invloed sterker was en dat zijn moeder later terugkwam
op haar ideeën. Kinderen zijn conservatief, zegt hij, en willen duidelijkheid. Vrijheid
heeft zijn beperking omdat men altijd de grenzen opzoekt. Hij vraagt Marije wat
haar drijft om al die karikaturen neer te zetten. Crèchegenoten als Rein en
Jasper zijn pas de laatste tijd op hun pootjes terecht gekomen. Hij ging ook
vroeg de deur uit, maar behield thuis zijn bed, hetgeen hem behoedde voor
neergang door drugs.
Het is geen eenduidig beeld dat de ondervraging van Marije Meerman oplevert, maar het revolutionaire elan is in ieder geval bij enkele jongens nog wel levend.
Het is geen eenduidig beeld dat de ondervraging van Marije Meerman oplevert, maar het revolutionaire elan is in ieder geval bij enkele jongens nog wel levend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten