Samenwerken om trauma’s te boven te komen
Dorothée Forma is een ervaren documentairemaakster. Ik
leerde haar kennen door haar documentaire Een
van de jongens, een bijzonder portret van een geestelijk verzorger in het
leger, een vrouw in een mannenbolwerk. Een jaar eerder begaf Forma zich ook al in
een mannenbolwerk, andermaal met connecties met het leger, maar dan vanuit de traumatische
ervaringen die dienstplichtigen opdeden tijdens vredesmissies.
Hoofdpersoon is Bert Nanninga uit Veendam, die in 1979 werd
uitgezonden naar Libanon, maar als wrak terugkwam. Na vele jaren besloot hij op
het terrein naast zijn huis een inloophuis te bouwen voor veteranen, want veel
is er voor hen in Oost Groningen niet te doen. Lotgenoten als sergeant Gerard
Mollenhorst, Eertwijn de Groot, Koert Inderwisch en Peter Weterholt waren graag
bereid samen met hem een checkpoint te maken zoals ze in Libanon hadden (zie foto). Nanninga
toont een slaapverblijf voor lotgenoten die nergens anders naar toe kunnen. Het
project helpt om gevoelens van heimwee naar de tijd van saamhorigheid het hoofd
te bieden.
Nanninga vertelt dat de gefaalde missie in Bosnië de druppel
was die de emmer deed overlopen. Hij zag het leed en het onbegrip in de ogen
van de bevolking, maar kon er niets mee doen. Het vrat zich wel bij hem naar
binnen. Hij stapt niet graag bij iemand in de auto. Vreest dat die in de berm
rijdt, zoals collega’s van hem in Libanon overkwam. Ze konden één ding goed,
zegt hij met ironie: rennen naar de schuilkelder als er gevaar dreigde. Twintig
jaar geleden kwam de angst opeens omhoog bij het oversteken van een weg. Hij
krijgt hulp om zijn hyperventilatie tijdens het autorijden tegen te gaan.
De openhartige Weterholt schaamt zich vooral voor ervaringen
van vernedering en afpersing die hij in Libanon opdeed. Hij vertelt van
wraakgevoelens van Palestijnen nadat ze in een hinderlaag waren gelokt, als
gekken om zich heen schoten tot ze al hun munitie verbruikt hadden. Hij heeft
een partner en een zoon en zit nogal ongelukkig thuis, verdoofd door de medicijnen,
en durft al zeven jaar niet uit te gaan, ook niet naar een bioscoop. Hij
fantaseert graag over een positieve afloop van zijn missie. Zijn partner
vertelt dat Weterholt in 2007 in hevige paniek raakte na het uitbreken van de
oorlog tussen Libanon en Israël. Hij bewaakt in de nacht hun huis en stormt bij
onraad met een stok naar buiten. Ze vreest dat hun verhouding de langste tijd
gehad heeft. Een maatschappelijk werkster praat met hem over zijn moeilijke
verleden.
Inderwisch komt uit een familie met militairen. Hij werd als
dienstplichtig soldaat naar Bosnië gezonden en kwam als een gebroken man terug.
Desondanks zou hij zo weer meedoen als hem dat gevraagd werd. Hij kon niet
wennen aan de regels van de burgermaatschappij, ging aan de alcohol en kreeg
huurschulden. Het project maakt dat hij zich weer nuttig voelt.
De Groot wordt door een radiostation geïnterviewd over zijn
ervaringen in Libanon. Hij wilde zich als dienstplichtig soldaat nuttig maken
en koos in 1982voor een Inifil missie. Hij kwam aan in de hitte op een verwoest
vliegveld en op de weg naar de basis zag hij weinig anders. Hij liep een post traumatische
stressstoornis op vanwege zijn ervaringen en maakte de invasie van Israel mee
waardoor hij nog steeds schrikt van vliegtuigen.
Sergeant Mollenhorst zegt dat het belangrijk is om bij
thuiskomst de schakelaar om te draaien, maar dat dit niet gemakkelijk is vanwege
de adrenaline. In de opleiding en de begeleiding van dienstplichtigen is een en
ander blijven liggen. Zelf kreeg hij na de missies een psycholoog toegewezen
met wie hij het eerste half jaar slechts over koetjes en kalfjes praatte. Pas
daarna durfde hij de man iets toe te vertrouwen.
Het zegt iets over het belang van gezamenlijkheid die
Nanninga geschapen heeft met zijn project De
molenhoeve.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten