Openhartige roman over een dertiger die zijn c.v. leeft
Hoofdpersoon Felix Post uit Boek van de doden van Philip Huff is nog net geen dertig jaar oud
en zwerft in de dagen voor kerst door Amsterdam. Hij is verlaten door zijn vriendin
en zijn werk stagneert. Dan ligt de verleiding van drank en drugs op de loer. Dit
verhaal is uit het leven van Philip Huff (1984) gegrepen. In werkelijkheid was
het nog veel erger, zegt hij tijdens het gesprek.
Wim Brands vraagt hem naar de aanleiding voor de roman.
Huff vertelt dat hij gevraagd was een verhaal te schrijven voor
publicatie in een tijdschrift, maar dat het daarmee niet stopte. Het begon met
een zinnetje over een huisfeestje in Amsterdam. Het verhaal kwam er in één keer
uit, omdat het ging over zaken waar hij zelf mee worstelde. In zijn twee eerdere
romans schreef hij over de vraag waarom een ander een psychose kreeg en hij
niet en over vriendschap tussen leden van een studentencorps, dit maal gaat het
over zijn plaats in de maatschappij. Hij kwam daarop toen hij in een ziekenhuis
lag in Groningen omdat hij een hartafwijking heeft. Dat ziekenhuis heeft hij uit
de roman gelaten omdat Felix in de laatste tien dagen voor kerst in Amsterdam
rondloopt, een feest dat volgens een vriend een bullshit bingo is, iets dat
zowel blij als verdrietig maakt, zoals velen van zijn generatie zullen
herkennen.
Brands heeft tijdens het antwoord gehoord dat Huff zei dat hij
in het echt nog meer de weg kwijt was.
Huff wilde eerlijk de pijn beschrijven uit zijn eigen leven
en leende daarom details uit de werkelijkheid. Hij legt daarmee, net zoals
Adriaan van Dis en David Vann doen, zijn familie op de slachtbank, maar
anderzijds is het een roman door de gecomprimeerdheid van de gebeurtenissen.
Brands vraagt naar de noodzaak van de roman.
Huff zit met het probleem dat hij zijn c.v. leeft, zoals hem
is aangeleerd. Zijn ouders kunnen hem geen goed voorbeeld geven. Ze zijn bezig
de wereld uit te hollen terwijl ze een poster van de Beatles aan de muur hebben
hangen. Rebellie is daardoor onmogelijk gemaakt. Ook de generatie onder die van
de babyboomers, namelijk die van Rutte en Verhagen wijst geen weg. De dertigers
bevinden zich in een zingevingscrisis. Een vriend werkt bij een bank, die de
maatschappelijke verhoudingen bestendigt. De waardendiscussie speelt meer dan
ooit.
Brands heeft Huff gehoord over zijn pleegouders en merkt dat
op.
Huff noemde hen als voorbeeld van een generatie die zonder
veel nadenken kinderen op de wereld zette, terwijl nu alles perfect in orde
moet zijn. Felix Post worstelt met het idee van een levenscarrière.
Brands vraagt wat het meest pijnlijk was om te beschrijven.
Huff is schaamteloos als schrijver, maar kan zich schamen
als mens en noemt de donkerste gedachten van zijn hoofdpersoon als het meest
pijnlijk. Toch wil hij die niet aan de lezer onthouden.
Brands vraagt wanneer Huff dat merkte van die
schaamteloosheid in fictie.
Huff kent dat al van de schoolkrant op de middelbare school,
als hij over meisjes schreef, maar hij kent het ook als lezer, bijvoorbeeld in Into the wild (1997 en verfilmd in 2007)
van Jon Krakauer, waarin de schrijver zichzelf en zijn hoofdpersoon probeert te
begrijpen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten