Een conflict door een interreligieus huwelijk in de tijd van de
Verlichting
Benjamin J. Kaplan is hoogleraar Nederlandse geschiedenis
aan een University College in Londen. Hij beschreef de geschiedenis van een
opmerkelijke religieuze twist in de tijd van de Verlichting in het Limburgse
Vaals. Een jonge katholieke vrouw ontvoerde een baby die protestants gedoopt
dreigde te worden, hetgeen tot een gewelddadig conflict leidde.
Wim Brands vraagt hoe Kaplan tot zijn interesse in
Nederlandse geschiedenis kwam.
Kaplan heeft geen familie in Nederland, maar zocht tijdens
zijn masteropleiding een geschikt onderzoeksgebied en andere landen waren al zo
vaak onderzocht. Daarnaast werd hij ook geïnspireerd door Simon Schama, die ook
over de Nederlandse geschiedenis schreef.
Brands gaat door en vraagt hoe hij aan zijn onderwerp kwam.
Kaplan werkte aan de geschiedenis van interreligieuze
huwelijken, waarin kinderen soms door familieleden ontvoerd werden. Hij weet
nog precies dat hij op een dinsdagavond in de zomer van 2008 in het archief op de
microgeschiedenis van Cunegondes in Vaals stuitte. Dit was een speciale
geschiedenis omdat die plaatsvond in 1762, in de tijd dat de Verlichting op
zijn hoogtepunt was.
Brands heeft begrepen dat men in de Verlichting minder
tolerant was dan aangenomen wordt.
Volgens Kaplan zagen de achttiende eeuwers zich niet als
vertegenwoordigers van de Verlichting. Die kwam niet zonder slag of stoot tot
stand. Er is nogal een verschil tussen de mensen en het gedachtegoed. Ideeën
zijn niet het hele verhaal. Het grootste deel van de Europeanen leefde in
dorpen, was katholiek en had weinig onderwijs genoten, waardoor de invloed van
de Verlichting op hen beperkter was dan we denken.
Brands pakt de draad weer op en vraagt wat er mis ging in
Vaals.
Kaplan zegt dat het conflict in Vaals deel uitmaakte van een
bredere geschiedenis, namelijk die van Aken, dat een klein uur gaans van Vaals
ligt. Aan het eind van de zeventiende eeuw namen interreligieuze conflicten af
omdat, onder invloed van de Verlichting, de legers van Spanje en Frankrijk zich
terugtrokken en aanvallen op protestanten gestaakt werden, al koesterde de
gewone katholieke mens nog veel vijandschap tegen de andersdenkende.
Brands begint over de tolerantie tussen katholieken en
protestanten die door de overheid bevorderd werd door het toestaan van
schuilkerken, waarin men de eigen religie kon belijden.
In Aken en Luik echter mocht de protestantse minderheid niet
naar de kerk. Vandaar dat men de wijk nam naar een protestantse dienst in Vaals.
Dit verschijnsel staat bekend onder de term auslaufen,
hetgeen sinds 1540 plaats vond. Volgens Kaplan lagen enclaves als pepernoten
over de plattegrond verstrooid, hetgeen hij op verzoek van oom Wim nog enkele
keren in het Nederlands herhaalt.
Op de vraag van Brands wat het onderwerp van zijn nieuwe
boek is, antwoordt Kaplan dat hij vele onderwerpen heeft om uit te kiezen, maar
dat de manier waarop de vrede van Münster in 1648 tussen Spanje en de Republiek
van de Zeven Verenigde Nederlanden gesloten werd en als een keerpunt in de
geschiedenis gezien wordt, hem extra interesseert.
Ik vind het achteraf een beetje het intrappen van een open
deur dat men in de achttiende eeuw nog niet zo Verlicht was. Zelfs in onze tijd
is tolerantie vaak ver weg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten