Geen woorden als besef ontbreekt
De documentaire Privéterrein
over de schrijvende gezin Heerma van Voss, de tweede leg van vader Arend
Jan (1942) die daarin een wat nurkse indruk maakt, bracht me op het idee om
zijn boek Dokie te lezen. Wellicht
kon ik het wantrouwen van de pater familias, die zijn sporen verdiende bij het
Maandblad Geestelijke Gezondheidszorg en de VPRO, dan beter begrijpen.
Dokie is het
verhaal over zijn zusje die verongelukte na een botsing met een motor tegenover
hun ouderlijk huis in Roosendaal in 1945. Een
familiebericht, zoals de titel voluit heet. Heerma van Voss zet in honderd
paragrafen soms al eerder gepubliceerd in het studentenblad Propria Cures of
het maandblad Geestelijke Gezondheidszorg een beeld neer van het drama dat zich
vlak na de oorlog in het gezin voordeed. Het is volgens de schrijver geen
levensverhaal, maar een gefragmenteerde reconstructie van een trauma, een kelderstory.
‘Als je leven een huis is dat je geleidelijk opbouwt, gaat dit alleen maar over
de kelder- ik weet geen beter beeld.’ Heerma van Voss maakte een reconstructie
net zoals zijn vader eerder deed als schade-expert in dienst van de
busonderneming NZH als er een ongeluk gebeurd was. Dan was de man in zijn
element, vertelde zijn zoon al in Privéterrein.
Zijn echtgenote verzuchtte soms zelfs dat er maar een zwaar ongeval moest
plaatsvinden, als haar man weer eens sikkeneurig was.
De leugen van zijn moeder dat Dokie in het ziekenhuis lag - een
leugen die ook in Een dwaze maagd van
Ida Simons voorkomt - en niet in haar kamer lag opgebaard die op last van
justitie was afgesloten, maakte het nog erger voor Arend Jan. Veel inzicht in
het gebeurde had hij niet. Er zijn geen woorden als het besef ontbreekt. Zijn moeder was de eigenaresse van het verleden en
had de broek aan. Het gezin trok, op verzoek van de vader, weg uit de streek en
ging naar Bentveld bij Aerdenhout, waar men overspoeld werd door terugkerende
familie uit Indië. In zijn studenten jaren maakte een relatie met een vriendin
de wond bij Arend Jan weer open. De eenzaamheid in de studentenflat was
dodelijk. Zijn wantrouwen werd gevoed door het pocketboekje How to Stop Worrying and Start Living met
Ten Golden Rules for a Happier Life
dat hij rond zijn twintigste van zijn huisarts kreeg en dat hij zwijgend weer terug
gaf. ‘Dan duurt het dus ook echt weer jaren voordat je iemand iets durft toe te
vertrouwen.’
In zijn Naschrift legt
Heerma van Voss uit dat het ook niet zijn bedoeling was om een chronologisch
verhaal te schrijven. Hij kwam op het idee naar aanleiding van een
vergelijkbare publicatie van Philip Freriks over zijn doodgeschoten broertje
Jantje, zat er vier jaar aan te schaven en noemde het zelf soms een ‘retroreportage’
in zeven delen, met hoofdstukken over De
moeder, Het meisje of De vader. ‘Zeven delen moesten het
altijd worden, dat was het passende getal: de leeftijd, het rugnummer.’ Zeven had
een bijzondere lading. Dokie werd zeven jaar oud en hij speelde, zoals uit de
volgende alinea blijkt, met het rugnummer 7.
Heerma van Voss schrijft en passant prachtig en beeldend over
zijn voetbalverleden. Samen met zijn vader ging hij naar het Olympisch Stadion
en had speelde zelf in een gelegenheidselftal hadden dat op zomeravonden op een
veld bij station Heemstede-Aerdenhout speelde, waarbij zijn vader de coach was,
die hen naar wedstrijden begeleidde. ‘Hij
regelde de tegenstanders en liet aanschrijvingskaarten drukken, mijn moeder
vervaardigde groene ‘overgooiers’ – met rugnummers, wat toen nog verboden was
bij de amateurs. Ik had nummer 7, rechtsbuiten; was zeker niet de beste speler,
maar wel aanvoerder, omdat mijn vader alles organiseerde.’ Net zo mooi
schrijft hij over het slechte gebit van zijn vader. Het zijn dit soort
herinneringen die het boek diepte geven en het uittillen boven de treurnis die
er in voldoende mate was. Hoewel de fragmentarische opzet van Dokie af en toe als
los zand aanvoelt, valt de grote openhartigheid van Heerma van Voss te prijzen.
Die maakt begrijpelijk hoe hij geworden is tot wat hij is. Iemand met een
leegte die hijzelf moet zien te vullen.
Hier mijn bespreking van Privéterrein.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten