Roman over de vraag wat corruptie met een mens doet
De van oorsprong Roemeense Nausicaa Marbe, voormalig Volkskrant- en inmiddels Telegraaf- columniste, debuteerde in
1998 met de roman Madraga en schreef
daarna twee non fictie boeken maar is inmiddels terug met de roman Smeergeld over de stadsarchitect van
Haarlem Job van Emmerik die zijn baan verliest na ontdekking van een
bouwfraude.
Wim Brands vertelt dat Marbe hem een mailtje stuurde waarin
ze waarschuwde dat ze niet teveel over bouwfraude wilde praten, omdat haar boek
ook over andere zaken gaat. Brands vraagt haar waar haar ergernis mee te maken
heeft.
Marbe antwoordt dat Smeergeld
veel meer gaat over corruptie, die de neergang betekent voor een vijftiger
en diens gezin. Ze is vooral geïnteresseerd in de manier waarop men met
corruptie omgaat, wat dat met iemand doet. Ze weet uit haar eigen ervaring in Roemenië
hoe corruptie werkt. Hoewel zoiets in Nederland onvoorstelbaar is, kan ook hier
het leven van een integer ambtenaar door corruptie kapot gemaakt worden.
Brands begint over Roemenië. Marbe was achttien jaar oud
toen ze daar in 1982 wegging. Ze vertelt hoe de onvrijheid haar blik scherpte.
Op het gymnasium ervaarde ze dat men anders leefde dan het partijregime van Ceausescu
voorschreef. Ze werd zelf op zestienjarige leeftijd door de Securitate verhoord
nadat ze een verzoek had ingediend om de zomervakantie in het Westen door te
brengen. Tijdens het verhoor is een apart kamertje kon ze zich verweren door leuzen
voor te lezen van Ceausescu die aan de muur hingen. Ze vindt het kwalijk dat
jongeren hun mond moesten houden en niet konden uiten wat ze wilden. Daarmee
zouden ze ook nog anderen in gevaar brengen. Ze vindt Nederland nog steeds een
oase van vrijheid.
Brands noemt Smeergeld
een zedenschets en vraagt hoe haar hoofdpersoon in de roman met die vrijheid
omgaat.
Marbe vertelt over het gegoede milieu waartoe de vijftigers behoren.
Hoofdpersoon Job van Emmerik is ooit in zijn jeugd bij de maoisten geweest en
behoort tot de laatste generatie die weet dat materiële welstand niet alles is
en communicatie niet alleen bedoeld is om het eigen succes breed uit te meten.
In een tijd van economische crisis valt hij echter, net als veel andere
leeftijdsgenoten, in een gat.
Brands beaamt dat we in verwarrende tijden leven en vraagt
hoe wij zelf met onze vrijheid omgaan.
Volgens Marbe zijn de boodschappen die de stichting 4 en 5
mei jaarlijks de ether in slingert holle leuzen. Nederlanders verkwanselen hun
geestelijke ontwikkeling. De cultuur is kwijnende.
Brands stelt voor een leuze te bedenken voor in de Nederlandse
scholen, net als die van Ceausescu in het kamertje waar ze ooit verhoord werd,
alleen dan natuurlijk minder indoctrinair.
Marbe zou inderdaad graag zien dat de geest van de
leerlingen gescherpt werd. In haar roman moet Job van Emmerik, die ooit ook in
het buitenland woonde waar hij veel vrijheid genoot, de waarheid bedekken om
zijn huwelijk niet in gevaar te brengen. Helaas verwaarloosde hij zijn sociale
contacten en werd hij een einzelgänger, die vergat hoe belangrijk het is om
steun en vertrouwen te hebben van anderen.
Brands weet nu wat er op de leus voor het nieuwe vormingsideaal
moet staan: dat vertrouwen nodig is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten