Wij zijn allemaal familie
Gustav Hofer en Luca Ragazzi zijn twee homo’s uit Rome die
werkzaam zijn in de journalistiek en van het leven genieten, tot zij geconfronteerd
worden met de problemen rond de wet over de partnerregistratie, Dico genoemd,
net als een supermarktketen.
Het begint allemaal wat kluchterig met een verteller die de mallotige
beelden in Rome verklaart. De twee homo’s Gustav en Luca wonen al acht jaar
gelukkig samen. In de winter gaan ze naar de familie van Gustav in Zuid Tirol
om daar samen te zijn met diens familie en te skiën.
Op 10 april 2006 worden er verkiezingen gehouden. Heel
Italië zit rond de buis gekluisterd. De uitslag is ongewis. De centrumlinkse
coalitie van Prodi wint nipt. Er komt een einde aan het regime van Berlusconi,
dat vijf jaar geduurd heeft. Een van de wetsvoorstellen van de nieuwe regering
gaat over de partnerregistratie, waardoor andere leefvormen dan gezinnen
dezelfde rechten krijgen. De kerk en de rechtse partijen zijn mordicus tegen en
voeren een lastercampagne tegen het wetsvoorstel. De christendemocratische
senator Andreotti stemt zelfs tegen een voorstel om steun aan Afghanistan om de
Dico-wet tegen te houden.
Gustav is zo boos dat hij een documentaire over het
onderwerp wil maken. Hij krijgt Luca zo ver om mee te doen. Ze zitten aan de
koffietafel en spitten de kranten door en volgen de zittingen van de
senaatscommissie. De paus spreekt over verbondenheid, maar die blijkt van een
andere inhoud dan de verbondenheid die Gustav en Luca voor elkaar voelen. De
mensen die op de toespraak van de paus afkwamen en door het tweetal ondervraagd
worden, spreken over homoseksualiteit als iets onnatuurlijks of iets
tegennatuurlijks, een afwijking, die het gezin ondermijnt. Gustav schrikt ervan
en vreest dat ze eerder op een eiland geleefd hebben.
In de media woedt een felle discussie over het onderwerp. Het
Vaticaan schept een homofobe sfeer. Ze raken steeds meer in de politieke verwikkelingen
betrokken. Ze bezoeken een demonstratie van een anti-abortusbeweging die een krans
in het water gooit voor alle kinderen die niet geboren mochten worden. De leider
van deze beweging noemt in een gesprek met Gustav homoseksuelen pervers en
ziekelijk. Luca zegt dat Gustav veel te lief bleef tegen de man. Misschien
omdat hij van die mooie ogen had.
Een parlementariër legt hen uit dat Italië verdeeld is
tussen een populaire cultuur en een elitaire. De scheidslijnen lopen tussen Noord
en Zuid, stad en platteland. Gustav en Luca spreken de minister die het
wetsvoorstel mede indiende. Ze is bang voor een verdeeld land, maar hoopt dat
senator Salvi zich aan zijn belofte houdt en met het wetsvoorstel komt.
Senator Binetti vertelt hen over de regels van het spel, die
net als in de sport ook in het leven gelden. Ze baseert zich daarbij op de
bijbel. Op de avond 11 mei is er een protestmars tegen de Dicowet met kaarsen. Gustav
en Luca geven zich uit voor Franse journalisten en ondervragen de deelnemers,
tot ze worden weggestuurd. Gustav wil nog blijven omdat hij zich in de openbare
ruimte bevindt, maar Luca vindt het veel te gevaarlijk.
Een dag later is de Familiedag, in het leven geroepen onder
andere door het Vaticaan. Luca heeft weinig zin om weer dezelfde verhalen aan
te horen, maar laat zich overhalen mee te gaan. Ze filmen Binetti die met een
vlaggetje staat te zwaaien. Ze voelen zich meer op hun gemak bij de tegendemonstratie.
Senator Salvi traineert de besluitvorming door een vertrouwenscommissie in te
stellen, die weer een subcommissie benoemt. Gay Pride is een feest. Een vrouw
houdt een toespraak dat zij ook een familie zijn. Gustav en Luca putten daar de
hoop uit dat het allemaal gaat lukken met de wet.
Dat valt tegen. In april 2008 komt Berlusconi weer aan de
macht en verdwijnt het wetsvoorstel in een la. Gustav en Luca trouwen tegen de
achtergrond van een Dico filiaal.
Hier
de trailer van deze documentaire, die besluit met het prachtige nummer I’ll follow you tonight
(2004) van Anna Ternheim.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten