Kleurrijke, maar wel erg groteske schets van drie generaties
Hongaren
Na de rustige, innemende film Hukkle
(2002) over een dorp op het Hongaarse platteland, gooit Palfi het over een
andere boeg. Het is alsof hij alle kolder in zijn hoofd de vrije hand geeft. Hij
schetst een beeld van Hongarije aan de hand van drie generaties Morosgoványi. Het
eerste deel gaat over de knecht van Vendel, luitenant in de Tweede Wereldoorlog.
Daarna komt de zwaarlijvige Kalman in beeld die in de tijd van de Koude Oorlog
aan eetwedstrijden meedoet. Tenslotte is de beurt aan de waanzinnig ogende Lagos,
een taxidermist. Als dit de ontwikkeling
van Hongarije moet verbeelden belooft de toekomst niet veel goeds. De verhalen
worden steeds absurder, tot het voor iemand die al griezelt bij programma over
operaties, te veel wordt. Ook de voorafgaande eetwedstrijden waarbij al het
voedsel weer uitgekost wordt, deden al een aanslag op de verfijnde smaak.
Taxidermia begint evenwel fraai. Het verhaal dat zich afspeelt op de
boerderij van de luitenant op het Hongaarse platteland is nog wel het meest
gevoelig. De luitenant laat zijn knecht zijn eerder gegeven instructies
herhalen. De volgorde van de handelingen is belangrijk. Voor zijn knappe
dochters in bad kunnen moet er hout gehakt worden, vuur gemaakt waarop het
water kan worden verwarmd. De fraaie houten badkuip wordt ook voor andere
doeleinden gebruikt, zoals voor een varken dat wordt geslacht.
De knecht houdt de kirrende
meiden vanuit zijn schuur scherp in de gaten. Ze winden hem zodanig op dat hij
zijn pik in het met vet ingesmeerde kijkgat steekt en flink heen en weer rost. Een
loslopende kip, die daardoor gealarmeerd wordt, pikt in de eikel. Ook gevoelig!
Niet alleen de knecht is
oversekst, ook de luitenant en zijn vrouw zijn er niet vies van. Als de vrouw zich
door de knecht laat pakken, hetgeen tot een bevalling leidt, is het hek van de
dam. De luitenant schiet de knecht dood, kijkt naar de baby, die in de badkuip
ligt te spartelen, loopt naar de schuur om een nijptang te pakken waarmee hij
de baby op niets ontziende wijze castreert.
In een volgende scène is Kalman, zoals de baby genoemd werd,
bezig met een eetwedstrijd. Het gaat er om zoveel mogelijk voedsel in zo kort
mogelijke tijd naar binnen te werken. De deelnemers staan als sumoworstelaars
naast elkaar op een weegschaal die hun gewicht aangeeft. De twee Hongaren strijden
om de hand van een knappe vrouw, die hen aanmoedigt. Helaas moet Kalman opgeven
vanwege een kaakklem. Zijn rivaal gaat er met de vrouw vandoor. Later ontmoet
ze Kalman weer tijdens eetwedstrijden. Ze eten zoveel mogelijk kaviaar. Ze is dan
zwanger en valt neer in haar eten tijdens een toespraak over de opbouw van het
communisme.
Haar baby Lagos wordt prepatateur in Budapest. Hij vilt
dieren en zet die op. Hij koopt in een supermarkt vet en chocolade voor zijn
vader die bij hem in huis woont en zo dik is dat hij niet meer kan lopen en
alleen nog maar televisie kan kijken, naar eetwedstrijden natuurlijk. Lagos
heeft een oogje op de cassière, maar zij wil niets van hem weten. Verder is het
allemaal zo bloederig, dat ik met geloken ogen het eind van Taxidermia haalde.
Het is grotesk en absurdistisch,
maar fantasie heeft het zeker ook. Droom en werkelijkheid lopen af en toe fraai
door elkaar. De knecht droomt dat hij in het pop up boek van Het meisje van de zwavelstokjes terecht
komt en haar troost, maar tegelijkertijd komt hij klaar in de badkuip waar het
varken zich in bevindt. Toch is het allemaal te veel van het goede. Het is te
hopen dat Palfi zich de volgende keer weer wat intoomt.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten