Soldaten als kanonnenvoer in de mooiste anti-oorlogsfilm aller
tijden
All quiet from the
Western front is gebaseerd op de roman Im Westen nichts Neues van oorlogsveteraan Erich Maria
Remarque die in 1929 uitkwam en begint met een zinsnede uit deze roman. Erich Maria
Remarque schrijft dat het verhaal geen beschuldiging of bekentenis inhoudt
en zeker geen avontuur betreft, maar het simpele verhaal is van mannen die
ontsnapt zijn aan de granaten maar toch ten onder zijn gegaan.
Het regent meteen al granaten in de loopgraven waarin de
Duitse troepen met hun punthelmen tegenover de Fransen liggen. Tijdens een korte
pauze van de beschietingen worden de manschappen door de sympathieke commandant
Kat aan de kijker voorgesteld. Het is een groep jongeren die net van de
middelbare school komt en, vooral op aansporing van hun leraar die hun wees op
hun plichtsbesef, in militaire dienst zijn gegaan.
Naast de achttienjarige hoofdpersoon Paul Baumer (zie poster) die vol
kennis en idealen zit en de voice over inspreekt, maken we kennis met de
gebrilde Joseph die theologie wil gaan studeren, Albert Kropp (rechten), Friedrich
Müller (alles wel, maar vooral ingenieur), Franz Kemmerich (boswachter) en
enkele anderen die zichzelf in de toekomst zien reizen en vrouwen beminnen, schoenlappen,
turfsteken of boeren. Net als de vrienden in Unsere Mütter, unsere Väter gaan zij blijmoedig en zonder reserve de oorlog in, dit maal de Eerste Wereldoorlog. Ze deden na hun besluit meteen
wat baldadig tegen de postbesteller Himmelstoss, die ze later nog tegenkomen.
Ze worden loodzwaar gedrild in de modder door een nogal
sadistische postbesteller Himmelstoss, die inmiddels korporaal geworden is, maken
een treinreis naar het front, waarbij ze eerst op het perron moeten wachten tot
de gewonden uitgeladen zijn en ontmoeten hun leider Stanislaw Katczinsky ter
velde, een prachtrol van Ernest Borgnine. Kat wil meteen dat ze alles vergeten
wat ze tijdens de training geleerd hebben. Hij neemt hen mee op nachtpatrouille
waar het er meteen hels aan toegaat en drukt hen op het hart dat ze op hun
dierlijke instinct moeten vertrouwen en meteen weg moeten kruipen als ze een
hoog sissend geluid horen. In de loop van de jaren verliezen steeds meer
jongens uit de groep het leven. De eerste is Franz. Paul voelt zich schuldig
omdat de moeder van Franz hem had opgedragen goed voor haar zoon te zorgen.
Na een jaar zijn de jongens veel ervaringen rijker.
Inmiddels zijn er ook vlammenwerpers aan het front verschenen en worden ze met
gifgas bestookt, dat de longen aantast. Tijdens rustpauzes liggen ze in het
gras en praten over hun toekomst. Kat kan zich niet voorstellen dat Joseph nog
steeds theologie wil studeren. Inmiddels wordt er een nieuwe slag voorbereid. Dat
ze Edammer kaas krijgen is een voorteken, net als de doodskisten die geleverd worden
samen met de inhoud: een nieuwe lichting onder bevel van Himmelstoss, met wie
de jongens nog een appeltje te schillen hebben. De korporaal krijgt later van de
keizer nog een onderscheiding. Nadenken is niet patriottisch, zegt Kat tijdens
een discussie daarover. Dramatisch is de toestand in het ziekenhuis waar Paul en
Albert verpleegd worden en druk gestorven wordt. Paul mag al gauw met verlof naar
huis maar Albert die een been is kwijtraakt wil liever dood. Thuis stelt Paul
zijn aan kanker lijdende moeder en de moeder van Franz met veel druk van zijn geweten
gerust. Hij bezoekt de rector, is het niet eens met zijn praatjes maar beseft
dat zijn plaats bij zijn groep is en gaat weer terug naar het front, waar weer
een groepslid gesneuveld is. De strijd is hevig, maar er is ook rust. De
jongens ontmoeten ergens een stel Franse vrouwen aan de rivier die in ruil voor
voedsel de liefde met hen bedrijven. Paul ondersteunt de zwaargewonde Kat tot het
einde aan toe en is met Albert in het ziekenhuis de laatste van de groep die
overblijft. Soldaten als kanonnenvoer in de mooiste anti oorlogsfilm aller
tijden.
De scènes zijn beeldend en menselijk. Het is beeldend, zoals
de jongens met hun koffers naar de kazerne marcheren. Het is menselijk zoals Friedrich
aan het sterfbed van Franz zit en graag diens laarzen wil, want die heeft Franz
toch niet meer nodig. Later verontschuldigt hij zich tegen de anderen. Hij had
het niet zo bedoeld. Later als Friedrich omgekomen is, worden de laarzen weer
doorgegeven.
De film van Delbert Mann is een remake van de gelijjknamige film van Lewis
Milestone uit 1930. De titel is afkomstig van een communiqué dat de
Duitsers aan het eind van de oorlog verspreidden. Het is alleen jammer dat er
Engels in gesproken wordt. Duits zou het film nog authentieker gemaakt hebbe
Hier de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten