Verandering in theorie is anders dan de praktijk
Bij een halve Nelson moest ik meteen denken aan een
worstelgreep. De hoofdpersoon in Half
Nelson symboliseert precies deze voorstelling. De idealistische geschiedenisleraar
Daniel Dunne uit Brooklyn zit anderhalf uur lang in een greep waaruit hij
zichzelf, ondanks alle pogingen daartoe, niet kan bevrijden.
De eerste poging is meteen al de moeilijkste. Hij probeert
zijn leerlingen inzicht bij te brengen in de geschiedenis. Veranderingen in de
maatschappij gaan gepaard met strijd en tegenstellingen. Hij doet dit voor aan
de hand van een partijtje armpje drukken met een leerling. Zelf maakt hij ook
onderdeel uit van die strijd. Om die vol te houden gebruikt hij in de weekenden
cocaïne. Tegen een bevriende vrouwelijke collega, die af en toe met hem vrijt, zegt
hij later dat hij dat nodig heeft en dat hij het kan hanteren, maar we zien hem
wel langzaamaan bezwijken onder de druk.
Zijn vroegere vriendin Rachel beziet hem met medelijden,
zijn schoolleider vindt dat hij het lesprogramma moet volgen en niet zijn eigen
ideeën opdringen. De dertienjarige Drey, een van zijn zwarte leerlingen is een
steun voor hem. Zij is lid van een basketballteam dat Daniel coacht. Ze ziet
hem als hij na een wedstrijd in een wc crack gebruikt en nauwelijks op zijn
benen kan staan. Dat schept een vertrouwelijke band.
Drey heeft het zelf niet gemakkelijk met een vader die zich
niet om haar bekommerd, een moeder die veel ambulancediensten draait en een
broer die in de gevangenis zit. Drugsdealer Frank, een vriend van de familie,
schuift hen af en toe wat geld toe. Drey levert daar een wederdienst voor. Ze helpt
hem om drugs bij zijn klanten te bezorgen.
Daniel wil niet dat Drey te veel in handen komt van Frank,
maar heeft weinig middelen om verandering aan te brengen. Hij snuift meer
cocaïne dan goed voor hem is en krijgt een bloedneus op school. Verslagen ligt
hij op de bank in de lerarenkamer. Wat moet ik doen, vraagt hij zich af en toe
wanhopig af. ‘What am I supposed to do?’
Daniel is niet alleen maar wanhopig. Hij draagt zijn lot met
ironie en humor. De bevriende collega bekijkt zijn boekenkast en vraagt op
grond daarvan of hij een communist is. Daniel beantwoordt haar vraag met een
wedervraag: zou ik een fascist zijn als ik Mein
Kampf in de kast had staan? Later klopt hij midden in de nacht in ellendige
staat bij haar aan. Hij bekent dat hij geen communist is en vraagt of hij
binnen mag komen.
De rol van Daniel is overtuigend. De kijker leeft met hem
mee. De film is een verrassing in zijn genre. Het ontwijkt clichés, wordt
nergens zoetsappig en blijft levensecht.
Het verhaal van Daniel wordt omlijst door spreekbeurten van
zijn leerlingen over belangrijke keerpunten in de geschiedenis, zoals de
busreis van de zwarte Rosa Parks die in de bus niet wilde opstaan voor een
blanke en daarmee een startschot gaf voor de burgerrechtenbeweging.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten