De golfbeweging tussen vrijheid en discipline
De arts en filosofe Marli Huijer behandelt in Discipline dat als ondertitel Overleven in overvloed heeft, de
toestand op dit gebied in het hedendaagse Nederland. De vele beelden en
berichten over huiselijk en zinloos geweld lijken het belang te onderstrepen om
het hierover eens te hebben. Wat is er mis gegaan dat we onszelf zo slecht in de
hand hebben?
Huijer onderscheidt vier vormen van discipline. Naast gehoorzaamheid
aan orde en tucht, gaat het om aanpassing aan de regels die in de buitenwereld
gelden. Daarnaast is discipline verbonden met werken aan jezelf. Tenslotte
heeft het, als je anderen een belofte doet zoals zij met de uitgever van haar
boek, ook te maken met een relatie.
Huijer was al langer geïnteresseerd in het onderwerp. In de jaren
tachtig las ze het werk van Foucault over disciplinering. Vervolgens zag ze
overal disciplinerende structuren in de maatschappij. Foucault vroeg om een
weerwoord. Het verzet tegen de disciplinering in de jaren zeventig leidde tot
een gebrek eraan, met vuilnis op straat en spijbelende scholieren als gevolg.
Wim Brands maakt een pas op de plaats en wil weten hoe disciplinering
in zijn werk gaat.
Huijer vertelt over scholen die met hun tijdsindeling en programma’s
een structuur opleggen. Dat is in ziekenhuizen en andere instituties ook zo.
Overal liggen mensen aan de leiband.
De disciplinering is volgens Huijer na de Tweede
Wereldoorlog in Nederland losgelaten omdat men de kadaverdiscipline van de
Duitsers verafschuwde. De persoonlijke vrijheid werd belangrijker zonder dat aandacht
werd geschonken aan de sociale context met kwalijke gevolgen van dien. Hans
Achterhuis schreef over het open ontwerp van de metro, die leidde tot onveiligheid
omdat men er geen rekening mee gehouden had dat mensen vernielingen zouden aanrichten.
De stelling van Huijer luidt dan ook dat persoonlijke vrijheid niet meteen
betekent dat men verantwoordelijkheid neemt voor gemeenschappelijk bezit en dat
persoonlijke vrijheid niet leidt tot sociaal gedrag. Daartoe is (zelf)disciplinering
nodig.
Het gaat Huijer niet om keurige burgers, maar, zoals de
ondertitel van haar boek luidt, om te overleven in overvloed, zoals de omslag ook laat zien. Ze meent dat wij
ondanks de crisis nog steeds in overvloed leven en dat die meer disciplinering
vraagt dan in de jaren vijftig, toen men nog geen douche, auto laat staan een
smartphone had. Zelfs de armen zijn rijker dan toen. In een tijd van overvloed komen
ze in de verleiding om te stelen.
Brands wijst op geluiden die het neoliberalisme daarvoor
verantwoordelijk stellen.
Huijer stelt dat de roep om disciplinering zowel van links
als van rechts komt. Rechts zegt dat de persoonlijke vrijheid uit de hand
gelopen is, volgens links zou het neoliberalisme de persoonlijke vrijheid
geperverteerd hebben. Huijer meent dat men echter vergat aandacht te schenken
aan de sociale context. Er is altijd sprake van een golfbeweging tussen
vrijheid en discipline. In het onderwijs is onder invloed van beide stromingen een
kentering gaande.
Brands vraagt wat het gevaar daarvan is.
Huijer denkt dat overheden en andere machten meer controle
krijgen op de burger, bijvoorbeeld door app's. Het onderwijs kan een institutie
zijn die de burger bagage meegeeft om zelfdiscipline te ontwikkelen.
Die laatste stelling lijkt me een dooddoener. Huijer zou de vrijheid ook kunnen afzetten tegen toekomstige mogelijkheden of kijken naar de
oorzaken van onvrijheid. De materiële overvloed heeft veel onvrede met zich
meegebracht. Mensen realiseren zich dat ze bekocht zijn. Kortom, het was een gespreksonderwerp
dat nogal beperkt bleef. Dat laat niet
onverlet dat het gebrek aan discipline in de maatschappij een probleem is, maar
dat is discipline net zo zeer, bijvoorbeeld als mensen elkaar gaan
verklikken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten