Reisverslag over een blij - maar weemoedig volk
In Latcho Drom,
dat Goede reis betekent, laat Tony Gatlif iets zien van de trektocht die het
Roma volk duizend jaar geleden ondernam vanuit het noordwesten van India richting
Europa en Noord-Afrika. Met zijn camera volgt hij de nomaden, die onder
verschillende namen als Halab, Tsigan of zigeuners met veel dans en zang hun reis
maakten. Met steeds meer muziekinstrumenten komen erbij, zoals de viool in
Oost-Europa. Het volk was nergens welkom en moest altijd weer verder, tot de
dag van vandaag aan toe, zoals de strenge Franse terugkeerwetten dicteren.
Gatlif begint met een gezin dat zingend en dansend achter
een kar met koeien op weg is door de woestijn en zich laaft aan een bron in een
oase. Ze bereiken een groep die bezig is om ijzeren voorwerpen te maken door op
het verhitte ijzer te slaan en doen mee aan een sterk op Indiase gebruiken
geënt ritueel waarbij de hoorns van de koeien met een rode kleurstof worden
ingesmeerd. Er wordt gezongen door vrouwen die prachtig gekleed zijn en omhangen
door sieraden synchrone bewegingen uitvoeren. Een mannelijke zanger klaagt tijdens
zijn lied tegen twee vrouwen over de eenzaamheid om alleen te moeten slapen.
De karavaan trekt verder. Een ezel wordt getrimd. Ergens in
het Oosten wordt binnen gebuikdanst. Een oudere jongen werpt een blik door een raam,
een ander speelt op zijn snaarinstrument de melodie mee. De buikdanseres geeft
haar kind de borst voor ze verder danst.
De oudere jongen zit aan de Bosporus. Vandaar gaat het met de
veerboot naar Istanbul, waar ze bloemen verkopen, schoenen poetsen of optreden
met een bruine beer.
In Roemenië zingt een oudere violist in kostuum en een
stropdas om over de misdadige Ceausescu. Een man met stokbroden in zijn armen lijkt
samen met zijn zoon, terwijl ze brood eten, naar het enorme paleis dat de
dictator in Boekarest heeft laten bouwen. De jongen trekt later een wit paard
door een dorp met onverharde wegen vol kuilen en plassen. De armoede wordt vergeten
door weemoedige liederen rond een houtvuur met stukken vlees in de braadpannen.
De accordeon en de grote bas wekken op, slepen mee.
Het paardenspoor verandert in een treinrails. In een coupé
zingt men over de wereld die hen haat, wegjaagt, vervloekt, zodat ze altijd verder
moeten reizen. Bij de spoorwegstation speelt een Roma orkest. Een jongetje die
met zijn moeder op een trein wacht, danst met hen mee. Zijn armzalig munten mag
hij houden. De moeder lacht. Een groep die uit de trein komt, wordt met
vrolijke muziek onthaald.
De trein passeert een besneeuwd Auschwitz. Een oudere vrouw
zingt met een shaggie en een pakje lucifers in haar hand over een wrede Kapo. Langs
een stroompje trekt men verder, hout sprokkelend dat wordt gebruikt om
boomhutten te maken en daarin een houtvuur te laten branden. Men zit als vogels
in de bomen en zingt over de ene rampspoed na de andere.
In Duitsland blaffen de honden als de woonwagens in de zomer
door de dorpen trekken. Men stopt om een bad te nemen in de rivier, ook voor de
paarden. Men maakt in een weiland manden, oefent acrobatiek, maar wordt
verjaagd. Een bestuurder in een Mercedes rijdt naar het nieuwe kamp en wordt
hartelijk ontvangen.
Men houdt een processie voor een zwarte madonna. Daarna is
er feest. Aan de glazen wijn op tafel te zien en de beelden van Super Mario, is
men in Italië, maar het kan ook al Spanje zijn. Daar gebruikt men castagnettes
om de flamenco te begeleiden. De jongen van eerder kijkt naar muren die
gemetseld worden, waaruit een jammerklacht opklinkt. Buiten de stad maakt zijn
moeder een vuur. Je bent een ooievaar, zingt ze.
De film ofwel documentaire is verrassend en zonder uitleg. Het
is een antropologisch document. Net als Gadjo
Dilo die vier jaar later gemaakt werd, is Latcho Drom een feest om mee te maken. Een blik op een moeilijk maar
vrij leven.
Hier
meer op de site van NRC, inclusief een mooi fragment.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten