Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



maandag 28 oktober 2013

Willem Otterspeer over De mislukkingskunstenaar, Meer woord, VPRO-radio, 19 oktober 2013



Alles is gedoemd te mislukken

Naar aanleiding van het uitkomen op 28 november 2013 van De mislukkingskunstenaar - het eerste deel van de tweedelige biografie over Willem Frederik Hermans - praten Jeroen van Kan en Wim Brands met biograaf Willem Otterspeer, die in 2006 al de zeer goed besproken biografie Orde en trouw schreef over Johan Huizinga.

Jeroen van Kan leidt het gesprek in met een fragment uit het VPRO-radioprogramma Passages Passanten waarin Ad Fransen en Erik Lieshout Hermans interviewen voor hun documentaire Ik verlang naar niets dat voorbij is terug (1989). Het fragment zou moeten gaan over de onwil van Hermans om te spreken over zijn jeugd in Amsterdam West, maar gaat over de functie van droeve boeken, die mensen ervan weerhouden om zelfmoord te plegen. Opgewekte boeken zouden zelfmoorden in de hand werken.

Wim Brands vraagt naar het materiaal dat Otterspeer voor de biografie doorwerkte.
Otterspeer zegt dat Hermans een zeer groot archief had, alsof hij vanaf de middelbare school al besefte dat hij een belangrijk schrijver zou worden. Hij maakte doorslagen van brieven en nummerde die chronologisch en thematisch. Dat diende om de chaos te bezweren. Tijdens het doorspitten ervan schortte Otterspeer zijn eigen vooroordelen op. Dat ging het beste door andere zaken ernaast te doen, zoals colleges geven en aan een ander boek werken. Langzaam ontstond een verdichtingsproces. Hij moest tijdens het schrijven van het eerste deel al wel weten waar het tweede deel op uit zou komen. Essayisten als Wilbert Smulders en Ton Anbeek wezen hem de richting, namelijk die van de gedoemdheid tot mislukken. Hermans zag zijn leven als een laboratorium, waarin hij zijn ideeën kwijt kon. Het ging hem niet om de boeken maar om het schrijven. Van Kan zegt dat zijn tot mislukken gedoemde verliefdheid op een meisje materiaal was voor hem. Otterspeer weet nooit of Hermans iets meende of wilde menen.

Brands haalt een zin aan uit De mislukkingskunstenaar, afkomstig uit een verhaal: Ik ben geboren in het vruchtwater van de angst. Otterspeer zegt dat die uitspraak duidelijk wordt als men zijn ouders en oudere zus Pauline ziet. Hermans was een kwetsbaar kind en wilde nooit terug naar zijn jeugd. We krijgen het fragment daarover toch nog te horen. Hermans vertelt dat als hij iets speciaals had meegemaakt, zoals Mozes of Multatuli, hij dat niet zou vertellen.

Brands zegt dat dat wel in de biografie staat, zoals over de zelfmoord van zijn zus in 1940.
Otterspeer denkt dat het dé gebeurtenis is in het leven van Hermans ,die erg belezen was en zich al snel een levens- en romanopvatting had eigen gemaakt. Hij kende de theorie van de tragiek maar nog niet de tragiek zelf. Hermans en zijn zus waren spitting images, die graag samen hun ouders treiterden. Hermans uitte zijn levensangst in agressie terwijl zijn zus zichzelf vernietigde. Aan het eind van Ik heb altijd gelijk (1951) verdwijnt de zus van Lodewijk Stegman in de vergetelheid na diens berooide terugkomst uit Nederlands Indië. Het is de geboorte van de belangrijke figuur van de dubbelganger bij Hermans. Hij realiseerde zich dat hij eeuwig aan haar vastzat.

Fransen en Lieshout probeerden Hermans te bewegen meer te zeggen over zijn zus naar aanleiding van een Nederlandse au-pair uit Vlissingen die in Onder professoren (1975) voorkomt. Ze ziet in Parijs een documentaire over Idi Amin, waarna ze haar onschuld kwijt raakt. Van Kan merkt op dat Hermans omzichtig omgaat met de feiten over zijn zus.
Volgens Otterspeer wilde Hermans niet gekend worden en zelf de regie houden. Een schrijver is zijn eigen psycho-analyticus. Hij wilde de gruwelen in algemene zin beschrijven en de menselijke structuur blootleggen in plaats van een persoonlijke beschouwing te geven.

Van Kan zegt dat het Hermans daarin dicht bij zichzelf komt. Brands vult aan dat het niet zo moeilijk is de man daardoor te leren kenen.
Otterspeer zegt dat zijn biografie een voorstel is en dat er meerdere Hermans in het archief zitten. Hermans zei zelf al dat men zijn persoonlijkheid zelf maakt. Hij is zowel Osewoudt als Dorbeck. Hij wil zich laten zien als zich verschuilen. Zijn brieven waarin hij zich vaak laat gaan, geven een idee wanneer hij zijn masker op – en weer afzet, maar een ander zicht op hem in mogelijk. Otterspeer betreurt het dat er nog geen andere biografieën over Hermans verschenen zijn. 

Otterspeer vindt het belangrijk de stem van Hermans te horen. Hij had een verzorgde uitspraak en een craquelé stemgeluid. Hermans was zijn docent. Hij had een aparte motoriek, alsof hij zichzelf vooruitduwde. Vriendschappen werden door Hermans snel verbroken. Volgens hem vonden die plaats waar politiek de literatuur snijdt. Ze waren vooral functioneel, zoals de vriendschap met Gerard van het Reve. Toen die katholiek werd, was het met de vriendschap afgelopen.  

Hier de geluidsband van Ik verlang naar niets dat voorbij is terug. De documentaire is on demand te zien op het themakanaal Holland Doc 24.

2 opmerkingen:

  1. Beste Rein Swart, de oudere zus van Hermans heette Corry, niet Pauline (Pauline is de hoofdfiguur uit de roman Au Pair). MvrGr, Jan-A. Riemersma.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Jan-Auke, bedankt. Ik hoorde het gister bij Brands. Morgen mijn verslag van VPRO Boeken met Willem Otterspeer.

    BeantwoordenVerwijderen