Boys will
be boys. They have no choice.
Katinka de Maar maakte een documentaire over haar zoon Melle,
die inmiddels achttien jaar is en een rustige indruk maakt, maar in zijn jeugd erg
druk en ondernemend was, heel anders in ieder geval dan zijn oudere zus. Zijn
moeder vraagt zich achteraf af of ze wist wat goed voor hem was en wil met de
documentaire de discussie over de aanpak van jongens aanzwengelen.
Zijn jongens moeilijker geworden of is onze tolerantie voor
hun gedrag minder geworden? Zo luidt de vraag die als een scherp zwaard boven de
documentaire hangt. De Maar laat jongens aan het woord over hun gedrag en hoort
over dyslectie, concentratieproblemen en een moeilijk te onderdrukken drang om
door te praten als de leraar zegt dat men stil moet zijn.
Er zijn nog oude filmfragmenten waarop te zien is hoe Melle zich
vroeger gedroeg. Zijn vader spreekt hem aan op zijn grote mond tegen de juf,
maar Melle lijkt dat niet te begrijpen. Volgens zijn moeder was hij veel minder
communicatief dan zijn zus. Anders dan zich te uiten in taal, wilde hij spelen.
We zien hem als vijfjarige voetballen met oudere jongens: met een rode kop, bloedfanatiek
en boos als hij gestoord wordt. Bij de kleuters werd hij geobserveerd en in
groep 3 naar het speciaal onderwijs verwezen. Eerst luidde de diagnose een pervasieve
ontwikkelingsstoornis dan wel adhd, maar met elf jaar werd het add onder de
hypervariant en dyslectie.
De Maar zegt dat dyslectie een negatieve invloed heeft op de
Cito scores en daarmee de verdere schoolloopbaan negatief bepaalt. Medicatie was
nooit een succes. Rust kreeg Melle door met andere jongens te gamen. Ook met
shorttracken kon hij zich uitleven.
Zijn moeder was gemotiveerder voor zijn toekomst dan
hijzelf. Zelf spijbelde hij veel.
Onder leiding van een coach werkte hij er fysiek aan om zijn
uitbarstingen onder controle te krijgen. Zijn moeder was blij dat Melle zijn
eindexamen haalde en zijn schooltas aan de vlaggenstok kon hangen (zie foto). Ze was verbaasd dat hij in het leger wilde, maar ze begrijpt dat
wel. Zijn coach geeft hem een aansteker cadeau.
De Maar zocht in de vakliteratuur. Dertien procent van de
leerlingen gaat naar het speciaal onderwijs. Volgens de Radboud Universiteit is
dat meer dan in de ons omringende landen. Het medicijngebruik is de laatste
jaren snel gestegen.
Zij kijkt ook in de klas naar middelen om leerlingen met
verschillende stemmen, een stoplichtsysteem en dobbelstenen wordt geprobeerd de
in goede banen te leiden. Op de pabo hoort ze dat er weinig waardering is bij
jongens voor het beroep van onderwijzer. Meester Bart geeft al bijna veertig
jaar les in het speciaal onderwijs en weet waar hij het over heeft. Het is
belangrijk grenzen aan te geven maar niet alles te verbieden. Boys will be boys.
De Maar heeft ook een andere jongen gefilmd. Hij heet Bram
en het was door de chaotische montage wel eens verwarrend om te weten of ze haar
zoon Melle of Bram bedoelde. De laatste zat in de derde van de Havo en wilde
architect worden, maar was niet zeker van zichzelf en uiteindelijk was dat toch
te hoog gegrepen. Een directeur van een andere school wilde hem een nieuwe kans
gunnen, maar dan moest Bram Retalin slikken en daar had hij geen zin in. Uiteindelijk
koos hij voor de mavo. Hij vindt het niet erg om een trapje lager onder zijn
niveau te zitten.
Hier een
interview met de maakster op Humo, waarin ze de uitspraak aanhaalt dat de ideale jongen
een meisje is. Hier de
trailer van de documentaire die begint met baby Melle in de handen van zijn
moeder.
Vandaag een artikel van Vera Mulder in De Correspondent waarin ze, onder de kop Hoe is het om iemand me adhd te diagnosticeren, spreekt met drie deskundigen over het nogal lastige probleem van adhd. Een afdelingshoofd in de psychiatrie is huiverig om jonge kinderen medicatie voor te schrijven, een huisarts geeft Ritalin (en liever nog Concerta) aan kinderen bij wie ze adhd vermoedt, omdat die anders lang moeten wachten op psychologische hulp, een kinderpsycholoog tenslotte stelt dat adhd vaker voorkomt door de hoge eisen die aan kinderen gesteld worden en meent dat door snelle herkenning ook snel een behandeling kan volgen, zodat men niet lang onder de gevolgen ervan gebukt gaat.
BeantwoordenVerwijderen