Wat maakt een verhaal tot een goed verhaal? Die vraag kwam
bij me op terwijl ik in de bomvolle zaal in Huis te Zaanen te Haarlem luisterde
naar verschillende sprekers, afgewisseld door fraaie folksongs van Koen.
Rokus trapte af. Hij vertelt over achtentwintig Amerikanen
die rockbottom zijn geweest,
lotgenotengroepen hebben opgericht en afgelopen tijd in Nederland waren om daarover
te vertellen. Een van hen, Ermi, zal ook nog haar verhaal doen, zegt hij, maar
eerst spreekt hij over zijn vader die alcoholist was en tot zijn verdriet van
zijn moeder achter de vrouwen aan zat. Toch kreeg hij in zestien jaar tijd
zeven kinderen met haar. Vanwege de stress werd zijn moeder na een
zelfmoordpoging opgenomen in een kliniek in Breda. Daar liet men haar schoffelen
en gaf haar electro-shocks. Zijn vader scheidde van haar, waardoor ze haar kinderen
kwijt raakte.
Rokus ontsnapte zoveel mogelijk aan de stress door op zijn
bed met de koptelefoon op naar muziek te luisteren.
Vorig jaar overleed zijn zus toen hij op vakantie was in
Frankrijk. Hij had nooit veel contact met de familie en besloot naar de
crematie te gaan. In de rouwzaal viel hij in zijn nette pak uit de toon tussen
de tatoeages en gymschoenen. Hoewel zijn zus altijd onafgebroken zelf aan het
woord was, speelde ze, gezien de vele mensen die haar uitgeleide deden, toch een
verbindende rol.
Families kiest hij zelf, zegt hij.
Danike is kinderlogopediste en kwam in contact met een
stichting die in Indonesië weeshuizen beheert. Hoewel ze het druk had met haar
werk en haar gezin ging ze in 2012 een kijkje nemen. Ze schrok van de
omstandigheden waarin meervoudig gehandicapte kinderen leefden. Devon zat als
een tijger opgesloten in een kooi en liet haar niet meer los. Omdat ze van haar
man geen kinderen mocht meenemen naar Nederland, wilde ze naar Indonesië
verhuizen maar uiteindelijk zag ze daar vanwege alle rompslomp vanaf. Samen met
haar man zette ze zich in om de kwaliteit in de tehuizen te verbeteren. Devon
is inmiddels onder persoonlijke begeleiding drie uur per dag uit zijn kooi. In november
reist ze weer naar Indonesië, dit keer om de jobdescriptions van de medewerkers
te regelen.
Ermi komt uit een katholiek gezin, waarin weinig werd gepraat.
Haar ouders kwamen uit de Filippijnen. Haar moeder kreeg als verpleegster toegang
tot de Verenigde Staten en haar vader werkte voor de marine. Ze ontmoetten
elkaar in Philidelphia. Ermi is de derde van vier dochters. Tussen de eerste en
de laatste twee zit een gat. Ze groeiden op in het Zuiden van de Verenigde
Staten en deden wat hun oudste zus, een overarchiever deed, dus piano spelen en
ballet. Met Pasen ging het gezin altijd naar een vroege dienst in een klooster.
Ermi vond het leven eens genoeg. Ze bleef tijdens zo’n Paasweekend achter in
Philidelphia met een grote hoeveelheid pillen. Als verpleegster was het voor
haar niet moeilijk eraan te komen. Tot haar verbazing ontwaakte ze in het
ziekenhuis. Aan haar bed zat een vriendin. Er moest iets gedood om te leven,
zei Ermi tegen haar.
Pieter vertelde in De Mot eerder over zijn
identiteitsverwarring en dit keer over de wisselvalligheden in zijn loopbaan. Hij
worstelde vaak met de vraag wat hij wilde in het leven en werd op vijfjarige
leeftijd geboeid door gesprekken die zijn ouders voerden met visite. Met rode
oortjes luisterde hij toe en begreep niet dat zij verbanden over het hoofd zagen.
Later maakte hij daar zijn werk van. Hij praat na vele banen en net zo veel
mislukkingen met bedrijven over de duurzaamheid van de interne relaties en de
organisatie.
Ron komt uit de Jordaan. Hij had een verhaal klaar maar werd
op een ander onderwerp gebracht door zijn zoon, die hem belde uit Bali, waar
hij een weeshuis leidt voor misbruikte kinderen. Ron vertelt over een vakantie
naar Rhodos waar hij naar toe ging om zijn vrouw te herdenken, die twee jaar
geleden overleed. Hij werd meteen al aangesproken door een extraverte Hollandse
vakantieganger die zich erg populair gedroeg. Gelukkig was er ook de knappe Marianne
in het gezelschap. Hij trok met haar op en hoorde over haar verleden. Ze raakte
twee mannen kwijt en een dochter, hetgeen zijn eigen verdriet in de schaduw
stelde. Afscheid nemen wilde ze niet. Ze schoof een briefje onder zijn
kamerdeur. De andere Hollander bleek een ambulancebroeder, wiens zoon tijdens
een vakantie in Portugal verongelukt was toen hij op een rots dook. Marianne was
een kinderarts in Groningen en ging later naar Bali om haar bijdrage te leveren
aan het weeshuis. Begin september kreeg Ron een rouwkaart dat ze aan kanker overleden
was.
De kracht van de persoonlijke vertelling is een belangrijk
element voor een goed verhaal, dacht ik na deze zeer vervullende middag.
Hier
de uitzending van Vals plat met Rokus
Loopik over zijn reizen met psychiatrische patiënten naar New York. Afgesloten
met Sometimes I feel like a motherless
child. De volgende De Mot verhalen
is op 8 december 2013. De inschrijving is al geopend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten