Groot- of kleinschalige landontwikkeling in Afrika
Hoe de wereld te voeden? Aan het eind van de twintigste eeuw
waren de voedselprijzen stabiel en nam de honger in de wereld langzaam af, maar
in 2008 werd dat anders. Het voedselsysteem begon in elkaar te storten. Honger
bedreigde de rijke landen en daarom pikte men land af van de derde wereld en
vooral van het vruchtbare Afrika.
Langzaam maakt bovenstaande tekst op het scherm plaats voor
het megasuikerproject Sosumar in de Niger delta in Mali, opgezet door de Amerikaanse
investeerder Mima. Hij had een persoonlijke reden om zijn bedrijf aldaar te
vestigen. Ooit kreeg hij honderd kilometer verder een auto-ongeluk waarbij zijn
vader om het leven kwam. Hij had grootse plannen om de economie voortvarend ter
hand te nemen. Hij praatte in op dorpshoofden opdat de kleine boeren hun
bedrijfje zouden opgeven en voor hem zouden gaan werken op stukjes plantage die
hij vrijmaakte. Door mee te werken zouden de levensomstandigheden sterk
verbeteren.
De meningen van de boeren waren verdeeld. Boer Massa had het
wel gehad met de schamele gierstoogsten. Hij stapte erin en belooft Mima zelfs
dat hij een radiopraatje zou houden, hoewel men in zijn dorp klaagde over de
verminderde voedselvoorziening doordat het project van Mima hun grond opslokte.
Een andere boer, Kassoum (68 jaar, drie vrouwen, zestien kinderen, zie foto) met een
gemengd familiebedrijf, wilde niet meedoen. Hij vond het vreselijk dat dorpen met de grond werden
gelijkgemaakt en begraafplaatsen vernield. Het nieuwe project zou ook een slag
zijn voor de vrouwen die boter maken uit de noten van de karitébomen, die
omgehakt zouden worden.
Landbouw is cultuur, zegt een zware functionaris.
Verandering brengt onzekerheid mee.
De regering wilde in 2000 echter van Mali een suikerexportland
maken en gaven Mima de vrije hand. Omdat slechts tien procent van het land op
naam staat van iemand, konden de boeren gemakkelijk verjaagd worden. Mima beloofde
dat boeren die niet wilden meewerken elders een stukje grond zouden terugkrijgen.
Hij zou ook zorgen dat de karitébomen elders weer werden aangeplant. Na zes
jaar zou men weer noten kunnen oogsten.
Ibrahima, de leider van de boerenbeweging, wilde juist investeren
in betere en duurzame productie door lokale boeren in kleinschalige vorm. In
2006 was er nog een beleid gericht op voedselsoevereiniteit, maar dat werd in
2008 omgebogen. Sinds die tijd leidde hij het verzet. Bureaucraten haten de
boeren, zegt Ibrahima. Ze richten zich op het westen. Tijdens een
voedselconferentie in Des Moines in de V.S. zei een minister uit Mali dat men
streefde naar structurele oplossingen voor het voedselprobleem, m.a.w.
grootschalige landbouw.
Mima betreurde de traagheid van de politiek. De verdragen werden
tot onvrede van de investeerder door het parlement niet geratificeerd. Hij sprak
met een volksvertegenwoordiger die beloofde alles in het werk te stellen om het
project zou snel mogelijk te laten beginnen.
Zover kwam het niet. Een militaire staatsgreep maakte een
maand voor de presidentsverkiezingen op 21 maart 2012 een einde aan de regering
en het project. Mima week uit naar Nigeria, dat hem graag zag komen. Kassoum was
blij dat de bomen niet omver gehakt werdne en zijn dorp bleef bestaan. Massa
daarentegen was teleurgesteld.
De toekomst blijft onzeker. Een blanke vrouwelijke
deskundige die niet gecharmeerd is van de grootschalige landbouw en de
arrogantie van Mima, vreest dat conflicten hiermee niet voorbij zijn. Vanwege
klimaatverandering en voedseltekorten ontstaat er meer strijd. Door de inval van
moslimrebellen in het noorden is de situatie voor de boeren inmiddels verslechterd.
Hier
de site van Idfa met daarop deze boeiende documentaire in de serie Why poverty.
Gisteravond op teletekst het volgende bericht:
BeantwoordenVerwijderenDe tien grootste voedselbedrijven ter wereld doen te weinig tegen suikerproductie op landbouwgrond die is geroofd. Bedrijven als Coca-Cola en PepsiCo scoren slecht op een ranglijst die is opgesteld door hulporganisatie Oxfam Novib.
Volgens Oxfam Novib is de suikerproductie een van de belangrijkste oorzaken van landroof. In arme landen worden kleine boeren door suikerproducenten van hun land verdreven. De suiker wordt verkocht aan multinationals als frisdrankproducenten Coca-Cola en PepsiCo.
Verantwoordelijkheid
Oxfam zegt dat bedrijven de verantwoordelijkheid hebben om landroof en mensenrechtenschendingen te voorkomen. Die verantwoordelijkheid zouden ze onvoldoende nakomen.
Wereldwijd werd vorig jaar 176 miljoen ton suiker geproduceerd, zegt Oxfam. Verwacht wordt dat de productie tot 2025 met 25 procent groeit.