De handelsbetrekkingen tussen Chinezen en Afrikanen
Lieve Joris is een journaliste die veel reizen maakt. Vaak
is ze naar Congo geweest, omdat haar heeroom daar werkte. Tijdens verlof
vertelde hij haar over het leven in Afrika, waardoor hij haar enthousiast
maakte. In 1985 ging Lieve Joris zelf voor het eerst naar Congo.
Wim Brands begint over het handelsverkeer, dat tegenwoordig
tussen Afrika en China loopt. Hij vraagt Lieve Joris wanneer ze dat voor het
eerst op het spoor kwam.
Lieve Joris antwoordt dat men moet stilvallen om iets te
zien. In het dorp Brazzaville waar ze was zag ze eerst oude vermoeide Indiërs,
maar later een nieuw soort landgenoten die brommers uit Dubai importeerden en
een vroegere militair die eerst in de landbouw zat maar later in mobiele
telefoons handelde. De handel breidde zich in de jaren 1998 – 2001 uit naar
China. De internationale taal van de rekenmachine zorgde voor de communicatie.
In Kinshasa hoorde Lieve Joris een Chinees vragen naar de prijs van een en
ander, dat hij zelf goedkoper kon regelen.
Brands noemt V.S. Naipaul als een voorbeeld van iemand die
door te luisteren zijn naar anderen ergens naar toe getrokken wordt.
Lieve Joris zegt dat Europa weinig meer betekent voor
Afrika. De houding is bevoogdend. Westerse ontwikkelingswerkers maken nog
steeds de fout om zich in fourwheeldrives te verplaatsen in plaats van op de
fiets zoals de plaatselijke bevolking doet. Een Canadese antropoloog, die zich
’s avonds terugtrok in zijn compound, meende dat Afrikanen bevriend waren met
Lieve Joris omdat men iets van haar wilde. Zij leest daarin een opvatting over
behoeftige mensen, hetgeen ze een verkeerde ziens- en werkwijze vindt.
Brands wil toe naar een paar personages, die handelen tussen
Afrika en China. Eerst maar eens een handelaar uit Mali die melkpoeder per
lepeltje verkocht. Hij ging van Bamako naar Ivoorkust en Congo en begreep dat
hij in China nog meer kon verdienen. Lieve Joris ontmoette hem in een Chinese
speelgoedwinkel in Guangzhou, waar hij een computer wilde kopen voor zijn
dochter. Lieve Joris hielp hem met de Franse gebruiksaanwijzing. Ze wandelde
samen met hem door de stad. Hij handelt in T-shirts, maar neemt ook wel laptops
mee. Hij heeft twee winkels in Brazzaville en het gaat in economisch opzicht
steeds beter met hem.
Brands wil een voorbeeld van iemand die omgekeerd bezig is,
van China naar Zuid-Afrika.
Lieve Joris noemt een bijna veertigjarige Chinese professor
in de kunstgeschiedenis die samen met zijn vrouw zijn zus achterna ging die in
Zuid-Afrika in een Taiwanese fabriek werkte. Dat beviel hen niet goed. Ze
spraken de taal niet en hij was elke avond dronken. Hij verkocht later horloges
en zijn vrouw had een zijdewinkeltje. Hij haalde zijn masterdiploma. Zijn ziel
is verdeeld tussen Afrika en China. Zijn vrouw is gids, hij is weer docent. Ze
wonen in Kaapstad.
Tenslotte wil Brands heel kort van Lieve Joris horen wat het
geheim van de handelsbetrekkingen zijn. Hij geeft zelf al aan dat ze met elkaar
met rust laten.
Lieve Joris zegt dat ze thuis aan het eind van hun
mogelijkheden zijn gekomen en verder kijken dan hun neus lang is. Ze gaan op
zoek naar andere markten en varen daar wel bij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten