Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



woensdag 16 oktober 2013

Thomas Rosenboom over Het einde van Johan van Oldenbarnevelt, Bibliotheek Haarlem, 15 oktober 2013



Standvastige architect van De Republiek

Het interview van Peter de Rijk met Thomas Rosenboom over Het einde van Johan van Oldenbarnevelt wordt voorafgegaan door een minicollege door historicus Geert Janssen, hoogleraar aan de UvA en schrijver van Het stokje van Van Oldenbarnevelt. Hij schetst de hoofdpersoon van vanavond in zijn tijd, de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en daarna. Aan het eind van de achttiende eeuw werd er een standbeeld voor Van Oldenbarnevelt ontworpen waarbij hij een vrijheidshoed draagt en zijn tegenstrever Maurits van Nassau onder de voet houdt. Daarmee maakte hij deel uit van de propaganda campagne van de patriotten. Zijn stok was een relikwie.

De tegenstellingen met Maurits helpen volgens Janssen echter niet om Van Oldenbarnevelt beter te begrijpen. Hij wil een antwoord vinden op de vraag waarom een gelouterd staatsman op 71 jarige leeftijd op het Binnenhof werd onthoofd. Om dat drama te begrijpen dient men te weten welke drie soorten spanningen er in De Republiek heersten tijdens het Twaalfjarig bestand met Spanje vanaf 1609.

In politiek opzicht was de staatsinrichting onduidelijk en werd de staat bestuurd naar gewoonte.
Op religieus terrein heerste er onenigheid in de protestantse staat over de invulling tussen een homogeen calvinistisch geloof of een meer heterogene godsdienst. Daarbij kwam dat vele inwoners liever het vermaledijde katholicisme, het geloof van de vijand, aanhingen.
Op de derde plaats waren er sociale spanningen door de grote instroom van vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanders, voorstanders van het calvinisme.
  
Omdat Van Oldenbarnevelt als Amersfoortse ambtenaar niet geworteld was in de Hollandse politiek, begon hij een advocatenpraktijk in Den Haag en in het geschil met Spanje stond hij achter Willem van Oranje. Daarmee breidde hij zijn invloed uit. In 1576 werd hij pensionaris van Rotterdam, tien jaar later landsadvocaat van Holland. Door de financiën op orde te brengen werd hij de politieke architect van De Republiek.

Anderzijds bleef hij een ambtenaar. Een vriendennetwerk was onmisbaar voor zijn positie. Hij benoemde familieleden op sleutelposten en trouwde met Maria van Heemskerk uit berekening.
De voortdurende zoektocht naar macht en geld leverde hem de status van parvenu op en verklaart ook zijn houding tijdens het Twaalfjarig Bestand: Hollandocentrisch, pro-vrede met Spanje en politiek koersend op de katholieke Franse koning.

Het conflict tussen remonstranten en contraremonstranten was meer dan alleen een theologisch dispuut. Het ging ook over de verhouding tussen kerk en staat. Van
Oldenbarneveldt vond dat de kerk onder de verantwoordelijkheid van de overheid hoorde te staan. Door zijn keuze voor de remonstranten streek hij de calvinisten tegen de haren. Zijn advies aan de steden om waardgelders in te zetten om relletjes te beslechten viel bij militair Maurits in het verkeerde keelgat. De laatste was tegen vrede met Spanje, skeptisch over een Franse koers en tegen de inzet van troepen. Hij werd achterdochtig tegen Van Oldenbarneveldt, die niet met hem overlegde en vreesde een geheime agenda, waarin de katholieken meer macht zouden krijgen.

Het conflict tussen de stadhouder en de landsadvocaat leidde tot polemische pamfletten en een dreigende burgeroorlog, waardoor Maurits zijn vroegere leermeester liet oppakken. Door het benoemen van nieuwe bestuurders pleegde hij min of meer een staatsgreep. Na een kort proces werd Van Oldenbarnevelt in 1619 onthoofd. Janssen zou hem geen held van het vrije
woord noemen maar vindt dat het iedereen vrij staat daarover te oordelen.

Maurits haalde nooit meer een militaire overwinning en was de enige Oranje op wie ooit een moordaanslag is beraamd. Het is onbekend hoe hij zich voelde over de veroordeling van zijn vroegere leermeester. Hij hoopte wellicht dat Van Oldenbarnevelt gratie zou vragen, maar dat stond voor de laatste gelijk aan het bekennen van schuld. Nog in de jaren vijftig was een standbeeld voor Van Oldenbarnevelt een punt van discussie. Hoewel Juliana geen probleem had met een standbeeld op het Binnenhof, werd dat toch maar op de Vijverberg geplaatst, zodat de Oranjes niet jaarlijks tijdens Prinsjesdag tegenover de tegenstrever van hun voorzaat zouden komen te staan.

Peter de Rijk introduceert Thomas Rosenboom als de enige Nederlandse schrijver die twee keer de Librisprijs won: in 1994 met Gewassen vlees, in 1999 met Publieke werken, beide historische werken. Hij maakte verschillende hertalingen als broodnodige afwisseling van zijn romans. Hij noemt Exotische liefde (2011) op basis van Reize in eenen palanquin door Jacob Haafner, die zich volgens Rosenboom kon meten met Multatuli.

Het einde van Johan Van Oldenbarnevelt is een hertaling van de gelijknamige tekst van Jan Francken, een knecht van Van Oldenbarnevelt. Rosenboom zegt in zijn licht klagerige dictie dat zo’n oude tekst wel doordringt als men er naar blijft kijken. Als hulp in de huishouding tijdens zijn studieperiode kreeg hij van een mevrouw die vernam dat hij schrijver was, een achttien delig dagboek in handen dat geschreven was in een Gothisch handschrift. Helaas bevatte het weinig nieuws. In die tijd schreef men geheime en gewone dagboeken. Rosenboom kreeg een gewoon exemplaar in handen met daarin informatie over het weer en het eten, een soort dagboek achteraf.

Volgens Rosenboom was de ongeveer 25-jarige Francken niet gestudeerd maar wel een ontwikkeld man. Francken was aanwezig in de geblindeerde ruimte waarin Van Oldenbarnevelt enkele maanden op zijn proces wachtte. De sfeer was vergelijkbaar met die in Het proces van Franz Kafka. Van Oldenbarnevelt was niet bewust van de beschuldigingen. De sfeer van onkwetsbaarheid slaat om in een gevoel van bedreiging.

De verstandhouding tussen Francken en Van Oldenbarnevelt veranderde tijdens de gevangenschap van formeel in persoonlijk. Eerst schrijft Francken nog over de kamer van de heer Van Oldenbarnevelt, later heeft hij het over onze kamer. Aan het eind van de gevangenschap vraagt hij of zijn heer nog hem wil gedenken in zijn testament. Van Oldenbarnevelt vindt dat niet vreemd. Hij zal Francken ook aanbevelen voor een nieuwe baan. Na de executie mocht Francken niet weg. Hij werd ondervraagd over de laatste uitlatingen van zijn heer, maar weigerde uit loyaliteit daarop te antwoorden.

De Rijk memoreert de laatste woorden van Van Oldenbarnevelt: ‘Maak ’t kort, maak ’t kort.’ Die zouden gericht zijn tegen de beul, maar wellicht ook tegen de knecht.
Rosenboom zegt dat Francken wellicht erg beleefd en omstandig afscheid nam van zijn heer.
Van Oldenbarnevelt beklaagde zich eerder over de procesgang. Hij wilde de notulen lezen om zich voor te bereiden op zijn verdediging, maar kreeg die niet te zien. De notulen zijn volgens Janssen niet meer aanwezig. Helaas zijn ook de brieven die Van Oldenbarnevelt tijdens zijn gevangenschap schreef niet bewaard gebleven, anders hadden we meer geweten over zijn motieven.  

De Rijk zegt dat het verslag leest als een roman. In sintels en fruit werden geheime boodschappen doorgegeven. De verontwaardiging van de knecht is voelbaar. Had Rosenboom daar geen Gewassen vlees van kunnen maken?
Rosenboom vindt zichzelf geen historicus en vreesde hun kritiek. Hij vertelt over Gewassen vlees, een project waar hij negen jaar lang met de nodige twijfels aan werkte. Hij draaide vooraf altijd een nummer van Mick Jagger om de spanning op te bouwen. Aan het eind van de avond dronk hij een halve liter bier in een café. Op de avond dat hij de roman beëindigd had hoorde hij in het café weer dat nummer van Mick Jagger en schoot acuut in een kramp, maar daarna was er een gevoel van bevrijding.  

Hier een mooi artikel in DBNL van Jan en Annie Romein over Johan van Oldenbarnevelt uit Erflaters van onze beschaving. Volgende keer komen de gebroeders De Witt langs. Dat wordt nog bloediger, kondigt De Rijk aan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten