Vreemde ogen zien meer
Net zoals vreemde ogen dwingen, geven ze ook inzicht in het
eigenaardige van het eigene, dat voor een betrokkene niet zo snel duidelijk is.
De Amerikaan Russell Shorto woonde in 2005 en in 2008 in Amsterdam, was directeur
van The John Adams Institute en
schreef een boek over de stad die de meest vrijzinnige ter wereld genoemd
wordt, vanaf de bouw van de grachten in de veertiende eeuw tot onze tijd met
coffeeshops.
Shorto schreef eerder in 2005 The Island at the center of the World, een boek over de Nederlandse
inbreng ten aanzien van de stad New York, ook al een stad waar een buitenstaander
zich snel thuisvoelt.
Shorto kan zich voorstellen dat Maxima dacht dat Nederland
geen identiteit had, want die is moeilijk vast te stellen of aan te geven. Over
de vroege inbreng ten aanzien van New York heeft men nooit de loftrompet
geblazen. Nederland verschilt van andere Europese samenlevingen omdat het in
een rivierdelta ligt die maakte dat men moest samenwerken om het polderland te
behouden. De strijd tegen het water vereiste samenwerking. Dit vormt een van de
pijlers van de Nederlandse identiteit. Het individualisme komt voort uit een
groepsidentiteit.
Wim Brands begint over het Nederlandse gedoogbeleid, een
moeilijk begrip, zelfs voor Nederlanders.
Shorto zegt dat het Nederlandse toestaan van iets dat legaal
verboden is, meer is dan wegkijken. Er zit een element in dat men samen tot een
beslissing moet komen en dat iedereen daar baat van heeft (iets wat op het ogenblik
weer duidelijk in de politiek speelt, rs). Omdat softdrugs wettelijk niet toegestaan zijn, worden ze verhandeld in een coffeeshop.
Brands vraagt naar perioden die moeilijk waren om te
beschrijven.
Shorto noemt de vroege periode toen Amsterdam na het Mirakel
van Amsterdam (waarbij een hostie die in het vuur geworpen werd, niet
verbrandde rs). De stad werd een pelgrimsoord en er werden kloosters gebouwd. Dat
had een lange termijn effect op de stad, al is dat niet meer zichtbaar.
Brands stelt dat de Nederlandse tolerantie alleen te
begrijpen is op basis van het calvinisme en het conservatisme.
Shorto wil Nederlanders niet in de war brengen, maar stelt
wel dat onze spaarzaamheid en voorzichtigheid daarnaast nog afkomstig zijn van
onze strijd tegen het water.
Brands vraagt naar twee belangrijke personen in het boek.
Shorto noemt ontwerper Benno Premsela die voorzitter was van
het COC en de anti rook magiër en provo Robert Jasper Grootveld, die happenings
hield bij het Lieverdje op het Spui.
Beiden zijn vrijzinnig en nazaten van de klassiek liberale
maatschappij uit de zeventiende eeuw. Die ideologie, uitgewerkt door Spinoza en al voorbewerkt door onze strijd tegen het water, houdt
verband met onze toegeeflijkheid ten opzichte van elkaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten