Laatst was Bram Vermeulen in Turks Koerdistan bij een
familie die leefde onder de druk van het Turkse leger. In het grensdorp waarin
ze woonden klonk onophoudelijk het geratel van legerhelicopters in de bergen.
Aan die sfeer moest ik denken toen ik de film The children of Diyarbakir zag.
Een jong Koerdisch gezin wordt uit elkaar gerukt als de ouders na een bruiloft
in de auto worden doodgeschoten door twee leden van een militair doodseskader.
De drie kinderen, waaronder een baby, staan er opeens helemaal alleen voor.
Het is schokkend als het gezin in de nacht wordt aangehouden
op een verlaten weg. Het blauwe licht op de politiewagen schijnt angstaanjagend
in het duister. ‘Niets aan de hand,’ zegt de moeder tegen de kinderen achterin,
‘slechts een verkeerscontrole.’ De mannen vragen de vader, een journalist, naar
zijn papieren, waar niets mis mee is. Maar hij heeft wel slappe banden. De
vader gaat naar buiten en bukt zich bij een wiel. Op dat moment geeft de ene man
de ander een seintje. Er klinkt een schot. Op hetzelfde moment schiet de eerste
man de moeder dood. De tienjarige Gulistan (zie foto) en haar iets jongere broertje Firat
blijven achter met de huilende baby.
Het wordt steeds moeilijker voor hen om het leven voort te
zetten. De buurvrouw die hielp met de flesvoeding van de baby verhuist naar
Istanbul, hun tante vertrekt naar een opa in Zweden vanwege haar subversieve
activiteiten, Aziz die hen zou helpen, blijkt onbereikbaar. Zijn zus zegt tegen
Gulistan die ze niet meer moet aankloppen. Ze is blijkbaar bang voor
tegenmaatregelen van de Turkse politie. De kinderen verkopen huisraad en
proberen zich staande te houden, maar uiteindelijk gaat de baby dood en worden
ze uit hun huis gezet.
Op straat ontmoeten ze de jonge prostitué Dilara die hen
vraagt bij het winkelcentrum briefjes voor haar achter de ruiten te stoppen. Ze
zouden geld krijgen, maar Dilara blijkt onvindbaar. Daarom zoeken ze iets
eetbaars in vuilniszakken. Gulistan komt tijdens zo’n zoektocht naar voedsel
Zelal tegen die ze nog kent van vroeger. Haar broertje Mikail zit in de
straathandel en Zelal nodigt de kinderen uit met hen mee te doen. Als Firat
spullen probeert te slijten ziet hij een van de moordenaars van zijn ouders.
Van ontzetting plast hij in zijn broek. Gulistan wast zijn kleren in de rivier.
Ze slapen in ruines. Gulistan en Zelal luisteren naar het sprookje van de wolf
die een bel om kreeg. Hij kon geen prooi meer vangen en stierf vanzelf.
Op een overdekte markt komt Gulistan, druk bezig om papieren
zakdoekjes te verkopen, Dilara weer tegen. Die is samen met haar moeder en spreekt
daarom met Gulistan af in een park. Ze krijgen een vriendschappelijke band. Dilara
koopt kleren voor Gulistan, maar Gulistan neemt geen geld aan dat Dilara met
haar werkzaamheden verdient. De spanning stijgt als Dilara een telefoontje
krijgt van Nuri, een van de moordenaars. Hij wil dat ze naar zijn huis komt,
omdat hij alleen is. Gulistan gaat mee. Ze wordt door Dilara voorgesteld als
haar jonge zusje. Terwijl Dilara met Nuri in de slaapkamer verdwijnt, loopt
Gulistan door het huis. Nuri is getrouwd en heeft een zoon. Aan de muur hangen
foto’s van Nuri als soldaat en een diploma van een officiersopleiding. In de
woonkamer ontdekt ze een pistool. Ze loopt ermee naar de slaapkamer als Dilara
naar de badkamer verdwijnt en richt het pistool op de rug van de slapende man.
Het volgende beeld is van een groep jongens die met een katapult een kikker aan
een draad proberen te raken. Als Firat aan de beurt is staat opeens Gulistan
voor hem met het pistool. Firat zegt dat ze weg moet gaan en raakt haar als ze
dat niet doet, waarop Gulistan op de grond valt.
Inmiddels bedreigt Nuri Dilara. Hij wil zijn pistool terug.
De groep jongens houdt Nuri in de gaten. Ze verspreiden flyers dat hij voor een
doodseskader werkt. Nuri is des duivels en probeert de flyers zoveel mogelijk
te verzamelen, maar ziet dat de jongens ook leuzen tegen hem op straat gekalkt
hebben. Tot slot gaat Gulistan met de groep jongens mee naar Istanbul om geld
te verdienen. Vanuit de achterruit van de auto bekijkt ze Diyarbakir.
The children of
Diyarbakir ofwel Mîn Dit (Koerdisch) ofwel Ben Gördüm (Turks)
ofwel Before my eyes is een film in het kader van het Movies that Matter
festival. Hier de
trailer, die begint met de zogenaamde verkeerscontrole.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten