Biografische film over schizofrene wiskundeprofessor die de
Nobelprijs wint
A beautiful mind belicht
het leven van de wiskundige John Nash, die in 1947 op Princeton studeert en
meteen al bij zijn studiegenoten uit de toon valt. Hij verliest een spelletje
go van Hansen en gooit ook nog eens het bord om. Ook zijn kamergenoot Charles Homan
kan zijn gestoorde gedrag niet velen. John maakt berekeningen in de ramen van
hun kamer. Is my roommate a dick? roept hij uit. Hij spoort hem aan tot een
slok whisky. John bekent dat hij niet van mensen houdt en mensen niet van hem. Vrouwen
vormen een apart probleem. Als hij eens tegen een meisje, dat een drankje van
hem wil, zegt dat hij meteen met haar naar bed wil krijgt hij een draai om de
oren. Zijn professor is ook al niet blij met zijn studieprestaties. Woedend
gooit John samen met Charles zijn bureau het raam uit. De situatie kentert als
John naar aanleiding van een discussie over Adam Smith met een nieuwe theorie
komt. Die leidt tot toelating tot het Massachussets Institute of Technology.
Vijf jaar later doet John, die sterk is met getallen, een
opdracht voor het Pentagon. Hij kraakt een code. Lesgeven vindt hij
tijdsverspilling, maar hij houdt er wel een levenslange liefde aan over. De
studente in kwestie, Alicia, nodigt hem uit met haar te dineren en van het een
komt het ander. Ze trouwen en krijgen een zoon. In dezelfde tijd wordt John
door William Parcher, met onafscheidelijke hoed, gevraagd mee te werken aan een
geheim militair project. De Russen liggen voor op de Amerikanen. John verstuurt
zijn opdrachten in brieven met lakzegel en doet ze in een brievenbus bij het
instituut van waaruit ze opereren. Een nieuwsgierig meisje spreekt hem opeens aan
in het park. Ze heet Marcee en blijkt het nichtje te zijn van Charles, die de
opvoeding op zich neemt omdat haar moeder verongelukt is. John vreest steeds
meer dat hij wordt achtervolgd. Hij wil stoppen met zijn opdrachten maar
Parcher chanteert hem met de Russen. Tenslotte komt hij terecht in een
psychiatrische inrichting, waar hij electroshocks ondergaat.
Alicia bezoekt de werkruimte van John en ziet de chaos daar.
Ook opent ze de brievenbus bij het instituut. Als ze op bezoek is bij John
geeft ze hem alle ongeopende enveloppen met lakzegel. Als hij weer thuis is zit
hij als een dood vogeltje aan tafel. De electroshocks hebben zijn geest
verwoest. Hij weigert, zonder dat Alicia het weet, zijn medicijnen in te nemen.
Alicia wordt wanhopig als ze ziet dat de ziekte van John maar doorwoekert. De schimmen
van Marcee, Charles en Parcher laten hem niet met rust. Op het hoogtepunt van
de crisis, streelt ze hem en zegt dat dit echt is. John gaat naar Hansen op
Princeton en vraagt naar een baantje. Mooi is de scène waarin John weer schimmen
ziet en aan Hansen vraagt of hij zijn bizarre gedrag kan negeren. Langzaam aan
leert hij met zijn schimmen te leven. Als een informant langskomt om hem te
vertellen dat hij genomineerd is voor de Nobelprijs, vreest hij meteen weer in
een complot te zitten.
Russel Crowe beeldt de rol van een schizofreen sterk uit met
zijn robotachtige motoriek, de bizarre lachjes, zijn starheid en angsten. Jennifer
Connelly als Alicia speelt daar levensecht op in. De ijle klanken afgewisseld met
zware heroïsche vioolmuziek geven de teneur van de film goed weer. Helaas wordt
het naar het einde toe wat sentimenteel, maar het spel van Crowe en Connelly is
overtuigend.
Hier
Confusius op een Go bord, een
kritisch artikel, waarin onder andere staat dat Alicia de electroshocks wist
tegen te houden. Hier
de trailer van A beautiful mind naar een boek van Sylvia Nasar, in het Nederlands vertaald als Een schitterend brein.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten