Met een autistische zoon door Mongolië
Rowan is de zoon van de Britse paardentrainer en journalist
Rupert Isaacson en de Californische psychologe Kristin Nelly. De twee
ontmoetten elkaar eerder in India en voelden zich, ondanks hun verschillen,
meteen tot elkaar aangetrokken. Ze reisden de wereld rond voor ze neerstreken
in Elgin, Texas. Daar kregen ze Rowan, die in april 2004 op tweeënhalfjarige
leeftijd als autistisch gediagnosticeerd werd, hetgeen een zware klap voor hen
was.
In de documentaire komen deskundigen aan het woord die het
begrip autisme duiden als een stoornis in de informatie-verwerking of als een
gebrek, waardoor de sociale interactie moeizaam verloopt. In ieder geval gaat
hem om een complexe stoornis, zoals we bij Rowan ook zien, die in zijn broek
poept en af en toe vreselijke driftbuien heeft. Af en toe wordt teruggeschakeld
naar Elgin. Rowan heeft een sterke band met dieren. Hij weet ze met vier jaar
al feilloos te categoriseren. Ouders van autisten hebben het moeilijk zegt een
gezinstherapeute. Ze moeten een rouwproces doorlopen om met de stoornis om te
kunnen gaan.
Hij wordt rustig als zijn vader hem, na vele andere
beproefde middelen, op het paard Betsy zet. Omdat Rupert als journalist
onderzoek heeft gedaan naar sjamanisme, besluit hij tot een gezinsreis naar een
gebied waar sjamanisme en paarden samen voorkomen: Mongolië. Hij wil daar
rondreizen per paard langs verschillende sjamanen. Kirstin is sceptisch, maar
geeft het plan de voordeel van de twijfel. Rowan is inmiddels vier jaar
oud.
De verpauperde stad Ulanbaatar valt tegen. Ze komen meteen
terecht in een sjamanistische sessie waarbij Kirstin hoort dat de gestoorde
geest van haar grootmoeder Rowan in zijn greep heeft. Kirstin moet haar
onderlijf wassen en daarna slaat men de zieke geest er letterlijk uit. Dat het
gaat regenen is een goed teken. Het is ontroerend om te zien, hoe steunend de
ouders met elkaar omgaan. Rowan vertoont nog geen tekenen van herstel maar speelt
wel met de sjamanen en met Tomoo, het zoontje van de gids Tulga, die daarom ook
mee op reis gaat.
Onder leiding van Tulga stappen ze in een busje naar het
nomadenkamp waar de paarden klaar staan waarop ze hun trektocht zullen
ondernemen. Helaas is Rowan bij aankomst niet blij. Hij krijgt voorop bij zijn
vader een driftbui. Samen met zijn moeder reist Rowan verder in het busje.
Rupert moet zijn verwachtingen bijstellen. Hij vraagt zich af of Rowan ooit
zelfstandig zal kunnen paardrijden. Kirstin droomt dat haar grootmoeder Rowan
losliet, maar wordt nog steeds niet goed van de stinkende poepbroeken, die
Rowan produceert.
Tot slotte komen ze bij hun eindbestemming: het
rendierenvolk Dukha aan de Russische grens. Ze moeten met een paard een pas
over, maar gelukkig verzet Rowan zich niet. Hij zit later zelf op een rendier
en krijgt een behandeling van de sjamaan Ghoste, die zegt dat Rowan een sjamaan
zou kunnen worden, want veelal hebben die een neurologische ziekte achter de
rug. In ieder geval blijkt de incontinentie van Rowan tot vreugde van de ouders
opgelost. Rowan poept hurkend en doet het later ook op de wc. Hij speelt ook
met andere kinderen. Rupert is dankbaar.
Twee weken na de reis rijdt Rowan tot vreugde van Rupert
Betsy naar de stal. Kirstin is blij met haar toegenomen vrijheid. Een
deskundige bepleit een vriendelijker houding van de maatschappij ten opzichte
van autisten. Tegenwoordig leidt Rupert een paardenschool voor kinderen met een
psychische stoornis. Hij relativeert het succesverhaal door te zeggen dat Rowan
weliswaar de negatieve symptomen kwijt is, maar nog altijd autistisch is.
Mooi is de verstilde muziek van Antony and the Johnsons
tijdens de reis door Mongolië.
Hier
de Amerikaanse trailer van The Horse Boy, zoals de documentaire in het Engels heet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten