Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zondag 10 februari 2013

Recensie: Dweiloorlog (2008), Anton Valens


Nieuwe verhalen van de werker in de thuiszorg

Met Dweiloorlog dat als ondertitel heeft Verhalen over oude mensen vervolgt Valens de fraaie portretten van de bijzondere oudjes die hij eerder als medewerker van de thuiszorg in Meester in de hygiëne (2004) schetste. Wellicht betrof het dit keer portretten die niet voor het eerste boek geselecteerd waren of had hij inmiddels een blik nieuwe oudjes aan de haak geslagen. In ieder geval gaat hij voort op de ingeslagen weg, met een zestal beschrijvingen van vaak dementerende personen, zoals de mevrouw in het eerste verhaal Het laatste maaltje.

Daarin heeft Bonne, zoals de thuisverzorger heet, een ontmoeting heeft met de dementerende mevrouw Humbert, een voormalige mannequin, die in haar ondergoed achter een looprek loopt in verzorgingscentrum De Abrikoos, waar Bonne een overbuurman van haar verzorgt. Als die eenmaal vertrokken is, komt hij bij de mevrouw. Ze werd al verdacht van het stelen van bestek en Bonne vindt af en toe een zilveren lepel in haar kast. Triest is het dat de schoonzus belt het de mededeling dat de broer van Humbert al zeven jaar daarvoor is overleden. Deze informatie zakt meteen weer weg.

Het titelverhaal, waarmee de bundel eigenlijk had moeten beginnen, gaat over een strijd over een nieuwe dweil die Bonne voert met mevrouw Deelsnijder en haar zoon Erik. Deze zitten beiden in een rolstoel en vrezen dat de thuiszorg de macht overneemt als ze het verzoek inwilligen. Terwijl Bonne in de kamer afstoft zitten ze samen vaak te smoezen. Er ontstaat een wekenlange stille strijd over de dweil. Bonne citeert zelfs Von Clausewitz. De laatste verrassende zin spreekt boekdelen. ‘De hele zomer had ik ook geen seks maar dat is niet zo belangrijk.’

De muts Ohio gaat over een zwijgzame man met een televisie als verbinding met de wereld. Als Bonne per ongeluk de afstandsbediening onklaar maakt, vreest hij de gevolgen maar die blijven zowaar uit. In de vreugde des heren verschijnt mevrouw Bol, 86 jaar en afkomstig uit Stampersgat. Ze ontvangt Bonne altijd heel vriendelijk en heeft de gewoonte haar huissleutel op te diepen uit haar decolleté. Vroeger werkte ze als huishoudelijke hulp bij doktersgezinnen. Het jongetje Ruud maakte haar eens wakker dat hij in twee kleuren gepoept had, iets dat haar altijd is bijgebleven.

In Een melkmeisje van de twintigste eeuw krijgen we een cursus afstoffen. Dat kan droog of klamvochtig, maar dat laatste werd overbodig met de komst van de vezelige wonderdoekjes Bonne stoft bij mevrouw Matter een foeilelijk geborduurd portret van Vermeers’ melkmeisje af. Hij vindt dat grotesk vooral omdat hij zelf ook schildert. De bedrijvige Matter lijkt op het melkmeisje met haar stevige armen.

De titel van het laatste verhaal Homootje geworden, buurman? verwijst naar een uitspraak van een buurman van ex-baggeraar en weduwenaar Varrois die erg zwijgzaam is tegen Bonne. Als Varrois later wel vriendelijk een buurvrouw ontvangt, wordt duidelijk dat hij de mannelijke verzorger vreest. Het verhaal eindigt abrupt als Bonne de zwijgzaamheid en de sigarettenrook ontvlucht en de buitenboel gaat doen. Hij hoort een bons. Met opzet is de laatste pagina leeg gelaten.  

Dweiloorlog is dunner dan Meester in de hygiëne, maar heeft weer een licht archaïsche verteltoon, die mooi past bij de oude mensen. Bonne is eerlijk. Hij bekent zowel tegenover zijn cliënten als tegenover de lezers dat hij ook wel eens nerveus is, dat hij last heeft van een steenpuist in zijn bil die op onregelmatige tijden komt opzetten en dat zijn vriendin bij hem is weggegaan. Aan de andere kant maken deze bekentenissen hem een wat sneue figuur. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten