Na de industriële - en digitale revolutie is het tijd voor
een energie-revolutie. De Amerikaanse econoom en voorvechter voor duurzame
energie Jeremy Rifkin houdt ons voor dat wij als burgers in totaal heel meer
geld kwijt zijn aan energiekosten dan we denken. Met het duurder worden van de
fossiele brandstoffen, loont het om energie, onafhankelijk van grote
energiebedrijven, zelf duurzaam op te wekken. Daarmee worden we van consument
tot producent.
Marjan Minnesma staat in de Duurzame Top
Honderd op de eerste plaats. Haar moeder (zie foto) neemt ons mee de tuin in om op haar
zonnepanelen te wijzen, die ervoor zorgen dat ze meer stroom opwekt dan
verbruikt. Ze was 24 jaar klant bij de Nuon maar wil er niet meer naar terug.
Het is haar ambitie van haar om zo weinig mogelijk energie te verbruiken. Ze
gaf Marjan een zuinige waterkoker.
Coöperatie Grunneger Power maakt op de plaatselijke markt
reclame voor hun organisatie. Oprichter Frans Stokman zegt dat tweederde van
onze energie in handen is van buitenlandse bedrijven. Met een lokaal
energienetwerk wordt afhankelijkheid van anderen vermeden en zelfs winst
gemaakt worden. Hij maakt een tekening van de in- en output van energie aan de
hand van een aquarium waar water inkomt met kraantjes er onderaan. De in- en
uitstroom hebben in het huidige systeem fysiek weinig met elkaar te maken. Bij
Grunneger Power is dat anders. Je weet precies waar de binnenkomende energie vandaan
komt.
Op het Deense eiland Samsö is men geheel zelfvoorzienend op
energiegebied. De traditionele landbouw ging daar door schaalvergroting ten
gronde. De eilanders kochten samen een windmolen en men gebruikte afval van de
akkers voor biomassa om de verwarming. Met dit verdienmodel kreeg men een nieuw
toekomstperspectief. Volgens Sören Hermansen, hoofd van dit energieproject,
heeft Nederland veel mogelijkheden op dit gebied, maar worden die beperkt door
de concurrentie op de energiemarkt en de centralistische energiepolitiek van de
overheid.
Op Texel wil men een voorbeeld aan Samsö nemen. Brendan de
Graaf, oprichter van Texel Energie, experimenteert in zijn huis met een slimme
energiemeter. Hij kan daarmee zien wanneer hij veel energie gebruikt en daar
alternatieven voor bedenken. De boeren op het eiland zijn gebaat bij
zonnepanelen om hun melk koel te houden. Door salderen kan een tekort aan
energie in de winter verrekend worden met het overschot in de zomer. De Graaf
vindt dat de hogere subsidies voor de fossiele industrie verstorend werken op
de energiemarkt.
De decentralisering van de energievoorziening leidt tot
kleinschalige initiatieven op andere gebieden zoals die van de verzekering. Het
Broodfonds voor zelfstandige ondernemers is gebaseerd op onderlinge
solidariteit. Rifkin spreekt van een distributief kapitalisme, waarin men
voorbij gaat aan de centrale plaats van de markt. Kapitalisme en socialisme
gaan hand in hand als kleine ondernemers elkaar in nood helpen. Volgens De
Graaf is het in een decentrale organisatie minder erg als er iets mis gaat.
Lokale en kleinschalige productie heeft meer voordelen. Men omzeilt
overheadkosten en dure controles die grote bedrijven doorberekenen omdat ze zo
onzichtbaar en omslachtig opereren.
Volgens Marjan Minnesma is Nederland in Europa dramatisch
gezakt als het gaat om initiatieven op het gebied van duurzame energie, terwijl
windenergie rendabel is en zonnepanelen een goede investering zijn in een tijd
waarin de energierekening alleen maar zal stijgen. Positief vindt ze de vele
initiatieven die burgers op basis van onderling vertrouwen nemen. Ze spreekt
aan het eind van de uitzending de Eerste Duurzame Troonrede uit en wijst op de
urgentie om aan de noodrem te trekken, willen we niet met z’n allen het ravijn
indonderen (Hier
de pfd).
Hier
meer over deze boeiende uitzending.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten