Tipje opgelicht van een mysterieus Vlaams schrijfster en filosofe
Schrijfster en literatuurcritica Marja Pruis schreef geen
biografie over Patricia de Martelaere, die in 2009, net in de vijftig, aan een
hersentumor overleed. Het zou haar geen recht doen. Een biografie maakt iemand
echt dood, begraaft, terwijl zij wilde laten zien dat het werk van De
Martelaere nog steeds veel losmaakt.
De Martelaere was terughoudend op het geobsedeerde af. Pruis
sprak met kennissen die wel een en ander vertelden maar niet wilden dat ze hun
verhalen openbaarde. Soms deed Pruis dat wel om het werk van De Martelaere te
verlevendigen.
Pruis werd geïntrigeerd door de drama’s in haar leven. Zo
verdween haar jeugdliefde met wie ze twee kinderen had op een veerboot van
Oostende naar Engeland. Pruis vindt het een mooi gegeven, dat spanning wekt. De
echo ervan klinkt door in haar werk, waarin de dood een grote rol speelt.
Pruis verdiepte zich in het begin van haar loopbaan, maar
kwam niet aan de weet wat de ouders van De Martelaere deden. Ze had een sterke
band met haar vader die vroeg overleed. Ze schreef al dagelijks op jonge
leeftijd een gedicht en was ook muzikaal begaafd. Op 13-jarige leeftijd
debuteerde ze met het kinderboek De koning der wildernis (1971) dat
vanuit het perspectief van een leeuw is geschreven en geen meisjesboek is. De
welp ziet hoe zijn moeder wordt gevild, belandt in een dierentuin, ontsnapt,
leeft in de wildernis tot hij gevangen genomen wordt en zelfmoord pleegt.
Wim Brands zet vraagtekens bij verklaringen van een werk
vanuit het leven van een schrijver, zoals gebeurde met Gerrit Achterberg die
zijn hospita vermoordde.
Ook Pruis is van mening dat levensfeiten en werk elkaar niet
spiegelen. Het verlangen naar de dood is kenmerkend voor het werk van De
Martelaere. Pruis heeft eerst essays van De Martelaere gelezen en vervolgens de
liefdesroman Het onverwachte antwoord (2004) waarin verschillende
vrouwen hun visie geven op één man. Hun verhalen zijn banaal en verheven. Pruis
zegt dat De Martelaere zowel ernstig als licht was. Vrienden vertelden haar dat
ze grappig uit de hoek kon komen. In een brief aan een van hen schrijft De
Martelaere dat het leven opperbest is, maar dat zij zeer gedeprimeerd is.
Brands gebruikt, in verband met haar thematiek, het beeld
van een beginnende zwemmer die de kant niet durft los te laten.
Pruis zegt dat De Martelaere kampte met de zinloosheid van
het leven en dat ze troost zocht in een absolute terwijl ze tegelijk wist dat
ze zoiets niet kon bestaan. Het essayistische werk Een verlangen naar
ontroostbaarheid (1993) is een neerslag hiervan. Ze hield niet van
schrijven maar wel van geschreven hebben, zoals ze niet hield van leven, maar
wel van geleefd hebben.
Studenten van haar aan de universiteit van Leuven waren nog
steeds begeesterd over haar. Ze was een soevereine persoonlijkheid. Ze vroeg
tijdens een mondeling tentamen niet naar de inhoud van de stof maar naar de
verwerking door de kandidaat. Domme studenten vielen zo door de mand.
Ze hield niet van camera’s. Volgens Pruis wilde ze zich door
de buitenwereld niet intiem leren kennen.
Hier
een pdf van Levensechter dan de echte werkelijkheid van Maaike Meijer, hier Een verlangen
naar ontroostbaarheid (1993) in de dbnl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten