Jan Brokken groeide op in het Zuid-Hollandse dorp Rhoon.
Inmiddels wonen daar zo’n 25 duizend mensen, maar in de oorlog waren dat er
slechts twee duizend. In die tijd werden er zeven Nederlanders geëxecuteerd
nadat een Duitse soldaat door een electriciteitsdraad om het leven was gekomen.
Nooit is opgehelderd wat er nou precies aan de hand was.
Brokken wist pas nadat hij honderden interviews had afgenomen
en vele archieven nageplozen dat de oorlog in zijn dorp zo diep had ingevreten.
Men deed het voorkomen dat er voor de aanslag dan wel het ongeluk niets
gebeurde, terwijl er veel nazi’s en onderduikers in het dorp waren. De nazi die
verantwoordelijk was voor de executie zat na de oorlog eerst in cognito een
half jaar gevangen in Amsterdam, werd gedenazificeerd in België en keerde
daarna terug naar Duitsland. Dat in 1949 pas de bellen gingen rinkelen en een
proces volgde, zegt volgens Brokken veel over de chaos van na de oorlog.
Zijn non-fictie boek over deze vergelding leest, als een
roman, zegt Wim Brands. Vertellen is Brokken wel toevertrouwd. Brands licht dit
toe aan de hand van de dorpskapper. Dat verhaal is tekenend voor de opbouw van
het boek.
Brokken hoorde in 2005 dat de streng gelovige man -
Droogscheerder in de roman en in het echt gezegend met een niet veel minder
sprekende naam - op zijn sterfbed doodsbang was. Na de bevrijding had hij
namelijk als zestienjarige vele moffenhoeren kaalgeschoren. Hoewel hij daar
later spijt van kreeg, zijn verontschuldigingen daarvoor aanbood en het
opgehaalde geld terugbracht, was hij op de rand van de dood toch bevreesd voor
het uiteindelijke oordeel. Brokken herinnerde zich dat de man hem als kind zijn
blonde haren afsneed en daarbij met zijn houten been op de grond rond de stoel tikte.
Volgens Brands is het verhaal van de kapper een mooi
voorbeeld van de moeilijk te trekken grens tussen goed en fout.
In de werkelijkheid komen er veel mengvormen voor. Zo was er
een meisje dat verliefd werd op een Duitse soldaat en later met hem in
Osnabrück ging wonen. Er waren goede Duitsers uit het Sauerland ingekwartierd
bij bewoners die later bij hen op vakantie gingen. Maar er waren ook echte
nazi’s die vrijwillig in dienst waren gegaan, zoals de man die een verhouding
aanging met een vrouw, van wie de echtgenote naar Engeland gevlucht was. Omdat
ze geen middelen van bestaan kon vinden om haar kinderen te eten te geven,
klopte ze bij de Luftwaffe aan. Haar huis werd een zoete inval voor de nazi’s
en een centrum van zedeloosheid. Op het moment dat haar echtgenoot na de
invasie in Normandië en veel strijd op de weg naar Rhoon, met cadeautjes voor
zijn gezin in een Amerikaans voertuig in zijn dorp aankwam, werd zijn vrouw
kaalgeschoren.
Hun dochter heeft nog last gehad van de gevolgen hiervan.
Toen ze eens naar een optocht van de fanfare keek, waar haar echtgenoot aan
deelnam, werd ze aangesproken door een man die haar herinnerde aan het verleden
van haar moeder. De dochter vluchtte het huis in, naar de slaapkamer en vroeg
zich huilend af wanneer de oorlog nou eens afgelopen was.
Veel kinderen van NSB-ers kregen last van hun verleden.
Brokken heeft de verslagen van de reclassering erop nageslagen. De moeder van
bovengenoemde dochter werd gevangen gezet. De dochter kwam er toch met haar
huwelijk goed doorheen, maar zo’n opmerking van een toeschouwer reet alle
wonden weer open.
In de oorlog was het een kwestie van overleven. Aan de
goeden zaten foute kanten en omgekeerd. De werkelijkheid is gedifferentieerder
dan wordt aangenomen.
Wanneer is de oorlog afgelopen? vraagt Brands met de dochter
mee.
Pas als alle feiten onderzocht zijn, zegt Brokken. In Rhoon
dus als de doodsoorzaak van de Duitser bekend is. Ging het om sabotage of
ongeval? Pas als de waarheid op tafel ligt, is de oorlog voorbij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten