Tweeluik over jonge vluchtelingen die veel met elkaar gemeen
hebben
De jonge filmmaakster Eline Helena Schellekens portretteerde
twee jongeren, die op hun zeventiende alleen naar Nederland kwamen, met alle
gevoelens van onthecht-zijn die daarbij horen. Terwijl Mariwan (25) in een
vluchtgebouw in Den Haag zit en nog wacht op een verblijfsvergunning, heeft
Bushra (21, zie foto) die net binnen. Schellekens zag in de situatie van de jongen en het
meisje een mooie tegenstelling. Mariwan staat stil en wil vooruit, Bushra kan
vooruit maar hecht aan het verleden. Beiden kampen, zoals de titel aangeeft,
met vragen naar hun identiteit, omdat ze het in een cruciale fase van hun leven
zonder familie moesten stellen. Het blijkt dat steun heel belangrijk is voor
jong volwassenen. De materiële voorzieningen kunnen de pijn van het gemis niet wegnemen.
Mariwan is bijna 26 jaar oud en kan zonder een verblijfsvergunning weinig doen. Hij
pingpongt met een lotgenoot die denkt dat hij ergens een baan kan krijgen.
Mariwan heeft veel dromen, want hij heeft niets: geen huis geen baan, geen
opleiding. Hij spreekt inmiddels redelijk Nederlands en werkt als kunstenaar om
zijn leven inhoud te geven. Kunst kan door iedereen begrepen worden. Hij zou de
tijd willen terughalen die hij verspild heeft.
Bushra heeft twee dromen: om weer verenigd te zijn met haar
moeder en om dokter te worden. Voor het eerst van haar leven is ze in een
overdekt zwembad, waar ze aan het water went door bellen te blazen. Tijd is heel
belangrijk voor haar, omdat ze vier jaar moet inhalen. Ze werkt in een wasserij
en leert Nederlands. Ze is bang om uitgelachen te worden vanwege het kromme taaltje
dat ze spreekt. Ze is verdwaald tussen Nederland en Somalië. Daar voelde ze
zich meer thuis. Ze vertelt dat ze de beste was op school en door haar moeder
werd geknuffeld. Toen ze op een middag uit school kwam, was het huis afgebrand
en haar familie verdwenen. Ze internaliseerde hun rollen. Ik werd alleen voor
mezelf, zegt ze letterlijk. In het vluchtgebouw voelt ze zich meer op haar
gemak dan in haar stille appartement. Te midden van haar lotgenoten is ze
tenminste iemand. Ze voelt zich schuldig dat anderen (nog) geen
verblijfsvergunning hebben.
Schellekens onderbreekt het portretten af en toe met
levenstekenen aan de eigen familie. In het geval van Mariwan gaat het om een
bericht aan zijn Koerdische vader die hem naar Europa stuurde. Hij vraagt zich af wanneer
alles in zijn leven weer in balans zal zijn. Hij weet dat zijn vader zijn
kunstuitingen niet op prijs stelt en liever heeft dat zijn zoon wordt zoals hij
zelf, wat dat ook moge zijn. Bushra zegt in een fictief gesprek met haar moeder
dat ze een verblijfsvergunning heeft. Ze zou het liefst willen dat haar moeder bij
haar komt wonen.
De documentaire eindigt verrassend met Mariwan die tenslotte
toch een verblijfsvergunning gekregen heeft. Hij werd daarover gebeld en wist
niet of hij blij of verdrietig moest zijn, want het kon ook niet waar zijn. Hij
gaat naar Ede waar een appartement voor hem klaar staat. Mariwan is
teleurgesteld daar weggeborgen te worden. In een grote stad heeft hij immers
meer mogelijkheden. Toch accepteert hij het aanbod, want anders stond hij er weer
helemaal alleen voor.
Wie wij zijn maakt deel uit van de nieuwe reeks Teledoc campus, een
project van verschillende publieke omroepen en het Nederlands Filmfonds, dat
jonge filmmakers de kans geeft zichzelf te presenteren.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten