Groots filmacteur speelde zonder veel voorbereiding
De Franse regisseuse Emmanelle Nobécourt blikt, met het
onvermijdelijk onvolledig portret Marcello Mastroianni - L' Italien idéal, terug op het leven van de Italiaanse
steracteur Marcello Mastroianni (1924-1996). Ze begint met zijn doorbraak als societyjournalist
Marcello Rubini in La dolce vita(1960)
en kiest natuurlijk de fonteinscène met Sylvia (Anita Ekberg) als voorbeeld
voor zijn verleidingskunst. In die
film van Fellini speelde hij de rol van een latin lover, een type waar hij
nooit gemakkelijk vanaf kwam vanwege zijn charmante gedrag en zijn vriendelijke
uitstraling.
Bekenden van Mastroianni vertellen over zijn eenvoud en zijn
evenwichtigheid. Mastroianni was een echte heer, die nog het geduld kende om te
wachten tot zijn tegenspeler klaar was voor de opname van een filmscène. In de
tussentijd maakte hij graag een praatje met mensen van de filmploeg. Zelf zegt
hij daarover dat geduld de belangrijkste eigenschap van een filmacteur is. Hij
sprak ook liever van spelen dan van acteren. Veel voorbereiding besteedde hij
er niet aan. Het liefst werkte hij met Fellini die geen script had maar op weg
naar de set vertelde waar de scène over ging, zodat hij zich kon inleven. Zijn
dochter Barbara zegt dat haar vader nooit bleef hangen in zijn rol en dat de
drukte erom heen hem gestolen kon worden. Als het werk erop zat, legde hij zijn
rol af en ging eten. Hij was iemand die veel van eten en drinken hield, maar nu
hebben we het nog niet over zijn relatie met vrouwen gehad.
Over het huwelijk van Mastroianni met de Italiaanse actrice
Flora Carabella heeft Nobécourt het niet. Samen kregen in 1954 ze een dochter
die Barbara heette en die, zoals dus ook in de documentaire aan het woord komt.
Mastroianni kreeg zonder te scheiden een relatie in Parijs met Catherine
Deneuve en samen kregen ze in 1972 dochter Chiara, die, zo ontdekte ik, in Un conte de noël (Desplechin, 2008) de
rol van Sylvia speelt.
Mastroianni werd geboren in de Apennijnen, een arme streek
waar hij volgens Marina Vlady, zijn tegenspeelster in Giorni d’amore (1954) die hem al vanaf haar 14 de kende, nooit naar
terug wilde omdat hij daar alleen maar melancholiek van werd. Hij had in zijn
jeugd verschillende mogelijkheden, maar koos voor het toneel. Hij werd op 24
jarige leeftijd ontdekt door Visconti en werkte vervolgens veel met Fellini,
die zijn kop zo fotogeniek vond. De film 8
1/2 (1963) zag hij als zijn beste film. Hij speelde daarin niet alleen een
man die een toonbeeld was van zijn generatie, maar was dat ook. Mastroianni
hield er toch al niet van om te overdrijven. Hij had dan ook, anders dan zijn
meeste collega’s, niets van een held. Op de vraag vanuit de pers over zijn
verleidingskunst in La dolce vita antwoordde
hij dat hij daarvan niets wist en dat hij impotent was. In de Dick Cavett show
zei hij tegen Sophia Loren, zijn tegenspeelster in Una giornata particulare (1977) waarin hij een intellectuele
homoseksueel speelt, dat een latin lover iemand is die graag neukt, terwijl hij
met haar een platonische relatie onderhield. Een echtgenoot is volgens hem per
definitie geen goede minnaar.
Dat hij graag in het gezelschap van mooie vrouwen verbleef
was duidelijk. Zelf zegt hij dat hij net als elke Italiaanse man zijn moeder
vereerde en dat andere vrouwen een afgeleide van haar zijn. Volgens Barbara
vond hij het begin van een affaire, waarin nog niets duidelijk is, altijd het
spannendst. Hij was er altijd kapot van als vrouwen hun vriendschap opzegden.
Uit een zucht naar avontuur speelde hij later in Dark eyes (1987) van Michalkov. Hij vond het niet moeilijk een
Italiaan te spelen vanuit een Russisch perspectief want hij kon daarmee
helemaal zichzelf zijn, een ouder wordende man, die tenslotte aan kanker
bezweek.
Hier
mijn bespreking van La dolce vita,
hier die van Un conte de Noël.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten