Europese schrijfster met aandacht voor het ambachtelijke.
A.S Byatt is uitgenodigd in VPRO Boeken omdat ze in
Nederland is voor de uitreiking van de Erasmusprijs voor haar Life writing.
Jeroen van Kan vraagt haar meteen maar wat ze daarvan denkt.
Byatt (Sheffield, 1936) is opgetogen over de toekenning van
deze prestigieuze prijs, te meer omdat die meestal aan wetenschappers en
filosofen wordt toegekend. Ze krijgt zelf gewoonlijk literaire prijzen, maar
waardeert het zeer dat ze zo’n Europese prijs te beurt valt. Ze voelt zich
Europeaan en een Europees schrijfster en is blij als zodanig gekarakteriseerd
te worden. Ze las altijd al het werk van Proust, George Eliot en Thomas Mann en
staat in hun traditie. Zij hebben, anders dan bijvoorbeeld Faulkner, haar blik
verruimd. Hoewel ze zelf Amerikaanse literatuur gedoceerd heeft, staat ze
verder af van de Amerikaanse traditie, die zich afvraagt wat het inhoudt een
Amerikaan te zijn. De Europese traditie heeft meer banden met de klassieke
oudheid en gaat over het leven, de taal en over ideeën. Haar docent klassieke
talen wist veel van technische aspecten, maar had weinig gevoel voor poëzie.
Van Kan gaat verder over Pauw
& Wijnrank, dat gaat over twee kunstenaars die voor de Nederlandse
lezer niet meteen bekend zullen zijn, namelijk de Engelsman William Morris en
de Italiaan Mariano Fortuny. De eerste was een socialist, beeldend kunstenaar
en dichter, de tweede een ontwerper in de jaren twintig van de vorige eeuw.
Volgens Byatt bleken de twee kunstenaars verbonden met
elkaar te zijn, zoals zo vaak gebeurt in haar studies en haar romans. Op basis
van notities die ze a la Coleridge maakt, stuit ze vaak op dit soort verbanden.
Morris en Fortuny hebben twee heel verschillende karakters, maar zijn geweldige
ontwerpers, verkopers en uitvinders.
Van Kan begint over het feit dat Morris helemaal niet van
Wagner hield terwijl dat volgens de typering niet logisch is.
Byatt antwoordt dat de lichtgeraakte Morris, anders dan
Fortuny, de muziek van Wagner niet begreep en daar verder ook geen moeite voor
deed. Fortuny ontwikkelde een sterk gevoel van vorm en kwam tot Wagner vanwege
diens teksten.
Van Kan stelt dat Byatt met het ouder worden ook meer
aandacht voor haar ambacht krijgt.
Byatt ziet tegenwoordig beter wat schrijven inhoudt. Net als
Morris en Fortuny heeft ze het met vallen en opstaan geleerd. Ze is overstapt
van het beschrijven van gevoelens tot het beschrijven van wat ze glorieuze menselijke
producten noemt.
Van Kan begint over de traditie waarop Fortuny voortbouwde.
Volgens Byatt werd hij geïnspireerd door zijn voorgangers,
zoals ook Morris de druktechniek verder ontwikkelde. De nauwe verhouding tussen
wetenschap en kunst speelt een belangrijke rol in haar werk. Byatt verdiepte
zich in wetenschap. Ze las George Eliot na haar studie, net als Romeinse
schrijvers.
Van Kan roert de kwestie rond het autobiografisch schrijven
aan.
Volgens Byatt schrijft ze niet autobiografisch, maar gaat
alles wat we schrijven over onszelf. Het feit dat we anderen niet kennen, houdt
hen interessant.
Tenslotte gaat het nog over de Brexit, die door Byatt
betreurd wordt. Volgens haar willen veel Britten liever bij Europa blijven en
zetten zij zich, meer dan vroeger, ervoor in om een positieve identiteit te
versterken tegen de muur die opgericht wordt.
Hier
een recensie van Pauw & Wijnrank
door Liliane Waanders op de site Hanta met daarnaast ook enkele interessante
links.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten