Eeuwenoude foktraditie versus klonen van Lipizaner paarden
Een paar jaar geleden liep ik rond in Lipica, de plaats in
Slovenië waar de witte Lipizzaner paarden naar vernoemd zijn, maar daarover in
de mooie documentaire van Hans Fels geen woord. De twee mannen die op de
voorgrond treden, Max het hoofd van de stoeterij in Piber en Peter, een
stalmeester aldaar, zijn echte Oostenrijkers die ons inlichten over de aloude
traditie van het fokken van deze Spaanse rijpaarden voor het keizerlijke hof in
Wenen. Daartegenover staat het klonen van de Lipizzaners, een heel wat minder
romantische bezigheid.
Hans Fels maakt gebruik van het boek Dier, bovendier (2010) van Frank Westerman en leest daar in het
begin van de documentaire uit voor. We horen dat de Lipizzaner een paard was van
de Habsburgse keizers, uit Spanje gehaald toen de macht van Karel V zich
daartoe uitstrekte. In 1918 verloor de toenmalige keizer zijn alleenrecht, maar
nog steeds zijn de Lipizzaner in de Spaanse rijschool in Wenen te bezichtigen. De
staatsstoeterij in Piber stuurt jaarlijks nieuwe paarden naar de rijschool. Met
röntgenfoto’s worden eerst de gewrichten van de Lipizzaner gecontroleerd.
De documentaire vertelt op stemmige wijze over de vijf eeuwen bestaande
foktraditie van deze edele beesten. De klassieke pianomuziek eronder verhoogt
het kijkgenot naar de beelden van de kudde die in de groene heuvels of boven in
de bergen alle vrijheid geniet.
Peter houdt de stamboeken van de paarden bij. We zien een
hengst op de bok en Peter die trots de hoeveelheid toont, die genoeg zou zijn
om tien merries te bevruchten. Het sperma wordt met een microscoop onderzocht.
Als het aan de standaard voldoet, wordt de merrie door de hengst gedekt. Zo’n
zeventig merries baren het ene na het andere veulen. De hengsten worden boven
in de bergen voorbereid op hun edele taak. Peter ziet dat het daar goed is,
bakt een eitje en eet dat met het befaamde Oostenrijkse desembrood. Generale is
de leider van de kudde en is onbaatzuchtig van aard. In de zomerhitte leidde
hij de jonge beesten naar het water in het bos en dronk zelf als laatste.
Nadat Peter gezegd heeft dat zestig tot tachtig procent van
de eigenschappen door de omgeving bepaald wordt, krijgen we iets te zien over
het klonen van Lipizzaner. In de Italiaanse Po vlakte zit een bedrijf dat zich
daarmee bezig houdt. Men krijgt eierstokken geleverd uit een naburig abattoir.
Na het verwijderen van de aanwezige eicellen wordt genetisch materiaal van een
celbank ingebracht en de bevruchte cel ingebracht in een draagmerrie. Promittea
was in 2003 het eerste gekloonde paard ter wereld.
Max gaat in een sportwagen naar een manege in Florida waar
een mevrouw haar gekloonde paard toont. Ze vertelt erbij dat ze geen afscheid kon
nemen van haar oude Lipizzaner Marc en daarom maar een duplicaat liet
vervaardigen. Max bekijkt met een onwezenlijk gevoel de stamboom van het
gekloonde dier en ik vroeg me af of zo’n mevrouw niet beter zou kunnen beseffen
dat alles in het leven eindig en veranderlijk is.
Max hoort van een deskundige over de genoomsequentie in het
DNA die een en ander zegt over de eigenschappen van een paard. Het gen van de
schimmelkleur is bekend, maar men kan geen paard leveren met het ramshoofd,
zoals dat door Hamilton geschilderd werd. Daartoe kan men beter terecht bij een
fokker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten