Verschillende visies op renovatie woonwagenkamp in Zeist
Op zijn gebruikelijke, rustige toon vertelt Frans Bromet hoe
de renovatie van woonwagenkamp Beukbergen in Zeist in zijn werk gaat. Hij zit
aan de koffie bij een stel oudere zussen die hun ervaringen delen over de
verhuizing en spreekt met beleidsmakers over hun ideeën rond de renovatie van
het kamp. Zo’n honderd woonwagens moeten worden verhuisd en anderen komen terecht
in nieuwe woninkjes, die ook open staan voor mensen van buiten het kamp. Reden
voor de ingreep is de brandveiligheid. Te lang is de eigen inrichting van het
36 jaar oude kamp gedoogd waardoor het terrein is dichtgeslibd met wagens, die
te dicht op elkaar staan.
Bromet begint zijn reportage met mevrouw Van Boxtel, een van
de drie zussen, die zo te zien erg op ziet tegen de verhuizing. Ze is zenuwziek
en bestelt nog maar wat extra medicijnen, zenuwtabletten zoals ze dat noemt. De
klanken van een accordeon versterken het beeld van weemoedigheid. Eenmaal aan
de koffie bij de familie hoort Bromet over alle porselein dat moet worden
ingepakt als de wagen naar een andere plaats versleept wordt. De zussen vinden
het vreemd dat ze straks ook straatnamen krijgen. Een dochter van een van de
zussen (zie foto met haar moeder), die daar sinds 1988 zelf een wagen heeft, zegt dat zij geen nieuwe
voorzieningen krijgt, maar wel met de overlast zit. Ze denkt dat de gemeente
tenslotte van de kampers af wil, die toch al een slechte reputatie hebben. In
1983 werd er al in Den Haag gedemonstreerd tegen opheffing van het kamp, met de
renovatie zal het ook wel loslopen. Tijdens een tentoonstelling rond de
renovatie horen we een vrouw die bargoens praat. De cultuur kan haar niet
afgepakt worden, die zit in haar hart. Hier wordt niet gestolen, zoals in de
rest van de maatschappij. Hier leeft men veilig naast elkaar.
Bromet toont archiefbeelden van Brandpunt uit 1968 waarin we
Ad Langebent horen over het kamp waarin tien tot vijftien woonwagens zouden
moeten worden toegelaten. Inmiddels zijn er veel meer en ontbreken de
gemeenschapsvoorzieningen. De toenmalige burgemeester houdt de boot af en
verwijst naar de gemeenteraad. Bewoners vermoeden dat men hoopt dat de kampers
zelf weg zullen gaan.
De nieuwe burgemeester, Koos Janssen, vindt het belangrijk
dat er nauw overlegd wordt met de bewoners over de plannen, maar daarna zien we
duidelijke onvrede onder hen over het transport van zwaar materieel door het
kamp, dat ook anders gekund had. Problemen zijn er om opgelost te worden, zegt
Janssen, binnen de financiële haalbaarheid natuurlijk, zo’n 27 miljoen, maar
dat levert dan ook veel op. De cultuur van de kampers is hem dierbaar.
Projectleider Johan heeft een wat andere invalshoek. Dat
blijkt al uit het feit dat men de oude plek netjes moet achterlaten, om het
volledige verhuisgeld te verkrijgen. Hij wil ook de illegale opstallen rond het
kamp aanpakken. Voor nieuwe moet een vergunning aangevraagd worden. Een oudere
mevrouw die haar intrek neemt in een huisje, omdat het niet anders kan, heeft
veel moeite met het voordeurslot, maar tegen Janssen, die bij haar op bezoek
komt, zegt ze dat ze blij is met de woning. Anderen vrezen de komst van
criminelen of pedofielen in hun buurt.
Michel Foucault zou korte metten maken met de visie van de
gemeente, die vooral gericht is op gelijkschakeling en niet op een laten
bloeien van meerdere culturen.
Hier
de trailer die begint met burgemeester Janssen van Zeist die de nadruk op het
gesprek legt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten