Prachtige verbinding tussen politieke - en Marokkaanse
familiegeschiedenis
Het land van zijn
vader heeft als ondertitel Een
Marokkaanse familiegeschiedenis. Greta Riemersma portretteert daarin de
familie van haar man Saïd, die ze begin jaren negentig in Amsterdam ontmoette.
Ze trouwden en kregen drie kinderen, die in Groningen opgroeiden. Omdat Saïd
langzamerhand steeds meer heimwee kreeg naar zijn geboorteland, ging het gezin
eind 2007 voor een aantal jaren terug naar Marokko. Het feit dat Riemersma via
de Volkskrant een correspondentschap in Marokko kon krijgen, zorgde voor een
financiële basis voor het verblijf. Dat was in Kenitra, een stadje ten noorden
van Rabat, waar de familie van Saïd woonde. Said dacht zelf Mercedessen te gaan
verkopen om het gezinsinkomen op te krikken, maar dit bleek moeilijker dan
verwacht. Afspraken in Marokko hebben een andere status dan in Nederland. Later
probeert hij het als tussenhandelaar, maar ook met wisselend succes.
In haar boek beschrijft Riemersma tenslotte ook een reis
naar het zuiden waar de vader van Saïd vandaan komt, maar ze geeft toch vooral
inzicht in het dagelijks leven in een islamitische cultuur, die, na de
aanslagen op de Twin Towers, vooral door de hersenspoeling van televisiepredikers,
in een meer orthodox vaarwater kwam. Opeens gingen de zussen van Saïd een
hoofddoek dragen. Die kan zowel een teken zijn voor trots op het geloof als
bedoeld om een losbandig leven te verhullen. “Met hoofddoek, zonder
onderbroek”, zeggen Marokkanen in Nederland.’
Op beeldende wijze beschrijft Riemersma het leven in
Kenitra in de tijd dat de Fransen daar de macht hadden. In het stadje bestond
een aparte buurt voor de Fransen, die weinig contact hadden met de Marokkaanse
bevolking. Ider, de vader van Saïd die met zijn jongere broer vanuit de Sahara via
Marrakech naar Kenitra was gekomen, werkte als tuinman voor rijke Fransen, maar
was ook actief in het verzet tegen de koloniale heerser. Hij belandde zelfs in
de gevangenis, maar wilde daar nooit veel over zeggen, net als over de
oorlogstijd. De martelkamers in de wijnkelder van de Fransen werden later door
de Marokkaanse regering gebruikt om de roep om meer democratie te smoren.
Na de onafhankelijkheid vertrok Ider naar Saint Etienne om
daar te werken. Het geld dat hij verdiende, stuurde hij naar zijn gezin in
Kenitra, waar hij af en toe naar terugging. SaÏd wilde graag mee naar Frankrijk
en drong net zolang aan tot zijn vader toestemde. Via Bordeaux kwam hij in
Amsterdam terecht waar de vrije sfeer, hem ingeblazen door zijn moeder, hem
heel goed beviel. Riemersma, journaliste van de Volkskrant, werd tijdens een
feest aangetrokken door het levensgemak dat Saïd uitstraalde. Ze trouwden en
bouwden een toekomst op in Groningen, tot heimwee Saïd parten begon te spelen
en voor Riemersma het avontuur lonkte.
In Kenitra kregen ze te maken met problemen, voortkomend
uit het verschil tussen de westerse en de islamitische cultuur. Riemersma werd aanvankelijk
nauwelijks alleen gelaten door de zussen van Saïd en voelde dat er een
onzichtbare sluier om haar heen hing als ze samen met haar man iemand sprak. Ze
slaagden er niet in een school te vinden waar kinderen niet geslagen werden.
Dat vormde één van de breekpunten om terug te gaan naar Nederland, maar niet
voor ze de plaatsen bezochten waar Tamou en Ider, de ouders van Saïd, vandaan
kwamen, resp. het armoedig dorpje Mlelha linksboven Marrakech en het kleine plaatsje
Tazrote aan de rand van de Sahara. Riemersma bewaart de tocht tot het eind van
het boek, waarbij ze voor de familie ook nog eens informeren naar de lap grond
in de vruchtbare Draa-vallei die mogelijk nog in bezit is van de familie. Een
neef die daar woont helpt hen uit de droom. De vader van Said wist van de
armoede aldaar en stond zijn land af in ruil voor een jaarlijkse kist dadels.
Gulheid kenmerkte hem.
Riemersma geeft een scherp inzicht in de verhouding tussen
mannen en vrouwen in een islamitische cultuur. Door de gescheiden opvoeding
blijven de twee geslachten vreemden voor elkaar met alle nadelige gevolgen voor
het huwelijk van dien. Het is verarmend dat man en vrouw elkaar slecht leren
kennen, maar het valt niet mee daarin verandering te brengen. Anderzijds wijst Riemersma
ook op het seksisme in de westerse wereld, waar half ontblote vrouwen op
billboards als sekssymbolen afgebeeld worden om de verkoop van producten te
stimuleren. Een meer humane behandeling van kinderen die Saïd op scholen
voorstaat, wordt niet gesteund. Iets meer succes heeft hij om ervoor te zorgen
dat vrouwen bij een rouwdienst aanwezig mogen zijn, al blijft die beperkt door het
plaatsen van luidsprekers in een andere ruimte. Het stemt positief dat de
meeste islamieten ook tegen geweld gekant zijn en dat ze niet zoveel
verschillen van christenen. Het land van
zijn vader brengt de islamitische levenswijze daarmee dichterbij de onze.
In een tijd van vijandigheid en onbegrip vormen de beschouwingen van Riemersma
een welkom tegenwicht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten