Fraai opstapje naar de kerstmatinee
Het is alweer vijfentwintig jaar geleden dat Rieks Swarte en
zijn mannen Potters beesten
opvoerden. De oude decorstukken zijn uit de kast gehaald om de vijf verfhalen
van Beatrix Potter opnieuw voor het voetlicht te brengen. In een tijd van
digitale technieken is het dapper om druk in de weer te gaan met bordkartonnen
rekwisieten, maar de inspanning wordt beloond. Hoewel verwijzingen naar de vroegere
samenwerking uitblijven, is de huidige voorstelling nog steeds levensvatbaar
genoeg om die aan het publiek te tonen. Vooral in de kersttijd slaat de Engelse
sfeer van de verhalen, verteld en uitgebeeld door vier mannen in stemmig bruin,
aan.
De vijf verhalen hebben alle een eigen sfeer en dat maakt de
voorstelling afwisselend. De kleermaker
van Gloucester is een heerlijke, ouderwetse vertelling over een oude zieke
kleermaker, subliem gespeeld door
Servaes Nelissen, die zeer bezorgd is of hij de jas van de burgemeester van
zijn stad op tijd klaar heeft; Jemina
Puddle Duck is een verhaal over twee eenden, waarvan de een het nest
verlaat om zijn eieren elders uit te broeden en waarbij de grappige dialoog
tussen Ferdi Janssen en Nelissen een belangrijke plaats inneemt; Het verhaal van mr. Tod is een
waanzinnig spel rond een vos en een das met achtergronden die in hoog tempo
verwisseld worden, waarna de spelers wel een pauze verdiend hebben. Peter Rabbit is daarna een grappige en
ontroerende vertelling, spelend in een moestuin, rond het belangrijkste
personage van Potter en De twee stoute
muizen vormt een verrassende, hilarische afsluiting.
Grappen en grollen begeleiden de uitbeelding van de verhalen.
De opzettelijke knulligheid waarmee de verhalen worden uitgebeeld zorgt voor
een aanstekelijke sfeer. Het spel met de dieren getuigt van grote speelsheid,
zoals te zien is op de trailer, waarin de kat van de kleermaker muizen op kunstige
manier muizen vangt. Het pianospel van Hans Thissen verlevendigt de
voorstelling en zorgt soms ook voor een komische noot, zoals in Peter Rabbit wanneer Janssen nauwelijks
aan de voorlezing van het verhaal kan toekomen. Nelissen heeft in het eerste
verhaal ook een komische noot met een herhaalde verwijzing naar het garen en de
klos. Kleine uitweidingen buiten het verhaal om, zoals Nelissen die boos is op
Janssen omdat die een nieuwe Jemina niet wil laten meespelen
omdat de snavel nog nat is, leveren extra vuurwerk.
Op allerlei manieren wordt moeite gedaan om de voorstelling
tot een happening te maken. De vondsten zijn legio. De technicus die rechts
voorin tussen de snoeren zit, wordt direct betrokken bij het spel en doet ook
mee met de changementen die tussen de verhalen worden uitgevoerd. Af en toe
zijn het net vijf kwajongens die hun jeugd opnieuw beleven. Swarte, die ook de
regie deed, praat de verhalen aan elkaar, zingt over de spijt van de kat,
speelt met veel flair een hond die Jemina ontmoet op haar weg en toont de
tekeningen waarmee het verhaal over Tod de vos begint. Het dansje dat de
voorstelling afsluit (zie foto van Sanne Peper), roept vertedering op en werpt een blik vooruit naar de
première op tweede kerstmiddag. Ik zie de glunderende gezichten al van al die
volwassenen van acht jaar en ouder. Hun kerst kan niet meer stuk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten