De paniek in een investeringsbank na ontdekking van
verliezen
J. C. Chandor schreef een spannend verhaal over een
investeringsbank in Manhattan die in de problemen komt door malversaties en
verfilmde dat met een spanning die vanaf het eerste moment van het scherm spat.
De gebeurtenissen spelen zich gedurende een nacht af, waarin Peter Sullivan, medewerker
van de afdeling risicoanalyse, ontdekt hoe slecht het er met het bedrijf voor
staat. Ter afwisseling gaat Chandor ook mee met werknemers die zich buiten het
kantoor wagen om betrokkenen op de halen voor spoedoverleg. Zo zien we de jonge
honden Seth Bergman en Peter Sullivan in een nachtclub praten over de
verdiensten van een paaldanseres.
De belangrijkste man die gezocht wordt is Eric Dale, het
hoofd van de afdeling risico analyse, die die ochtend zijn ontslag heeft
gekregen. Hij krijgt nog net de tijd om zijn persoonlijke bezittingen in een
doos te doen - een beeld dat we ook van personeel van de Lehman Brothers kennen
- en mag niet meer op zijn werk verschijnen. Op de valreep geeft hij een USB
stick met belangrijke gegevens over het bedrijf aan de jonge medewerker
Sullivan, die dezelfde avond tegen zijn maat Bergman zegt dat hij later naar de
kroeg komt omdat hij de gegevens op de stick wil bekijken.
Hij is druk aan het rekenen en het zoeken tot hij opeens een
inzicht krijgt. Dat is niet het sterkste moment in de film. Sterker is de komst
- per helicopter - van de grote baas John Tuld (Jeremy Irons) die tijdens een
ingelaste nachtelijke bespreking aan Sullivan vraagt om hem in heldere - ,
liefst kindertaal uit te leggen, wat de gegevens betekenen. Hij besluit daarop
om hun rommelhypotheken zo snel mogelijk van de hand te doen.
De nieuwe baas Sam Rogers (Kevin Spacey) die de taak van de
ontslagen Eric Dale heeft overgenomen, is niet voor het plan want dat betekent
dat men anderen met de rommel laat zitten. Tuld probeert hem, vanuit het idee
dat hij nooit een verlies zal accepteren, te bewegen toch voor zijn standpunt
te kiezen, maar vangt bot. De operatie gaat alsnog door. De medewerkers van de
afdeling worden zwaar beloond als het lukt om de hypotheken snel van de hand te
doen, voordat de financiële wereld aan de weet komt wat er aan de hand is.
Tegelijk betekent de geslaagde actie dat tachtig procent van
de afdeling moet afvloeien. Sam gaat op hoge poten naar Tuld die in het
restaurant zit te eten met een fles wijn op tafel en een bloknoot naast zich.
Hij krijgt Sam dit maal zo ver om, tegen een riante beloning, nog twee jaar te
blijven en de zaak weer op de rails te zetten. In een fraaie beschouwing legt
hij uit dat crises inherent zijn aan het kapitalisme en dat die zich om de
zoveel jaar voordoen.
Margin call geeft
een mooi beeld van de verschillende posities die bankmedewerkers innemen in
zaken die ethisch onaanvaardbaar zijn. Fraai is een gesprek tussen Eric Dale en
Sarah Robertson (Demi Moore), die min of meer verantwoordelijk was voor het ontslag
van Dale, maar later in hetzelfde schuitje terecht komt. Senior medewerker Will
Emerson verdient miljoenen per jaar maar ziet er niets verkeerds in te werken
voor mensen die hun luxe leven niet willen opgeven. Ook de angst van Seth
Bergman voor ontslag en de kilheid van de hoger geplaatste Jared Cohen spreken
voor zichzelf.
Het eind van de film is wat erg sentimenteel: Sam Rogers
begraaft zijn hond die een tumor had op het grasveld achter het huis waar zijn
vrouw woont na hun scheiding. Het zou beter geweest zijn als hij zijn verleden
had begraven. Wel weer sterk was het verband met eerder toen hij tegen Tuld zei
dat hij liever greppels had gegraven in zijn leven want dan had hij tenminste
nog gaten gezien.
Hier
de trailer die meteen heel mooi de enorme computerschermen in het kantoorgebouw
laat zien, waarop winsten in kaart gebracht worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten