Visie van Freud verbonden met huidige maatschappelijke
onvrede
Lex Bohlmeijer praat in zijn serie Goede gesprekken met Bas Heijne over zijn essay Onbehagen dat hij in opdracht van Coen
Simon en Frank Meester schreef. Deze filosofen bedachten de reeks Nieuw licht die de nieuwe tijd aan de hand van klassieke teksten wil overdenken. Onbehagen
is het eerste deel in deze reeks en kwam tot stand na een brief van de genoemde
filosofen aan Heijne waarin ze hem vroegen het gedachtegoed van Freud over de
cultuur, zoals geformuleerd in Das
Unbehagen in der Kultur, toe te passen op de problemen van vandaag de dag.
Volgens Heijne had Freud een goed oog voor het feit dat
wensen van het individu en die van de samenleving vaak niet op elkaar aansluiten.
In de terminologie van Freud dient het lustprincipe getoetst te worden aan het
realiteitsprincipe om een vreedzaam samenleven mogelijk te maken. Genot kan
maar in bepaalde mate beleefd worden en driften dienen getemd of getemperd te worden
om te voorkomen dat de beschaving ten onder gaat. Daarnaast is er ook nog de
doodsdrift, zegt Heijne, maar hoe die precies met de eerder genoemde principes
samenhangt is niet helemaal duidelijk. Beschaving dient in ieder geval als een
beschermende laag om de onbetrouwbaarheid van de mens onder controle te houden.
In onze huidige cultuur wordt door de economie en in mindere
mate door de politiek geroepen dat mensen hun wensen kunnen uitleven. Het
gevaar is dat het realiteitsprincipe buiten werking gesteld wordt, maar ook dat
onvrede ontstaat als blijkt dat het genot helemaal niet bereikbaar is. Heijne
volgde Donald Trump in de voorverkiezingen en zag dat hij, net als alle
populisten, de werkelijkheid extreem simpel voorstelt en dat hij daarnaast
herstel van de verloren autonomie opeist. Dat laatste wordt als echt gevoeld en
volgens Heijne is het ook een feit dat mensen gemanipuleerd worden.
Op de vraag van Bohlmeijer hoe men het humanistisch
wereldbeeld kan overeind houden, antwoordt Heijne dat men niet moet vergeten
dat de mens ook een dierlijke kant heeft. Anders roept men onheil over zich af.
Hij heeft dan ook kritiek op het verlichtingsideaal dat de mens slechts als een
rationeel wezen voorstelt. De huidige mens is veel meer op zoek naar geborgenheid
in de groep en in de staat met uitsluitingsmechanismen, die tevens een
voedingsbodem voor racisme zijn. Volgens Heijne is het belangrijk te weten waar
dat vandaan komt, namelijk vanuit de dreiging die mensen voelen. De
globalisering zorgt ervoor dat men naar identitaire versteviging streeft, zoals
Heijne dat geloof ik noemt. De Europese Unie die eerder een uitbreiding was van
de gemeenschap, wordt inmiddels gezien als een bedreiging. Zondebokken dienen
de schuld van alle ellende op zich te nemen, of dat nou de elite is, homo’s,
moslims of zwarten. De destructiedrang dient om het schuren tussen individuele
wensen en maatschappelijke eisen op te heffen. Heijne noemt
zelfmoordterroristen als een categorie die daar het meeste last van heeft en
wil dat dit door de politiek begrepen wordt.
Bohlmeijer vraagt of een verbindend verhaal mogelijk is om
de kloof te verkleinen.
Heijne zegt dat dit in ieder geval niet van de wetenschap
komt, omdat die de onzekerheid van de mens alleen maar groter maakt. Inmiddels
ziet hij ook een correctie op links, zoals bij Willem Schinkel en bij Bernie
Sanders die, anders dan Wilders, tenminste een overtuigend verhaal had over een
toekomst, gebaseerd op gelijkheid en inclusiviteit. Ook de kunst speelt een rol
in deze context. De samenwerking met de wetenschap ziet Heijne als positief.
Daarnaast kan in het theater het biologisch wereldbeeld worden betoverd, tenminste
zolang dat soort theater nog niet in een reservaat is opgesloten. De liefde zou
ook nog een verbindende schakel kunnen vormen maar hoe dat weet Heijne niet
precies.
Op zijn sympathieke diagnose is wel een en ander aan te
merken, zoals over de pessimistische visie van Freud op de mens, de behoefte
aan controle van de economische grootmachten en het leren om met onzekerheden
om te gaan. Anderzijds kan er in dit wankele tijdsgewricht niet genoeg
nagedacht worden over de toekomst van onze beschaving. Zelf ondernam ik eergister
een poging in mijn Derde kwartaalbericht, hier
te lezen. Een half jaar eerder al noemde ik in mijn Eerste kwartaalbericht van
dit jaar de rol van de kunst als noodzakelijk om een andere cultuur dichter bij
te brengen, zie hier.
Daarnaast vond ik
deze les van de Vlaamse politiek filosoof Stefan Rummens over de relatie
tussen populisme en technocratie heel verhelderend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten