Hommage aan voorman van de Beatgeneratie
Filmmaker Jerry Aronson maakte met The life and times of Allen Ginsberg een prachtig portret van de
dichter en latere boeddhist Allen Ginsberg die in 1926 in NewArk, N. J. geboren
werd en in 1997 in New York stierf. Het portret eert deze voorman van de
hippiebeweging die het lef had om anders te zijn in een wereld die eerst heel
conventioneel was en later steeds meer polariseerde, tot de dag van vandaag aan
toe. Aronson volgt het leven van Ginsberg aan de hand van de verschillende
decennia die van belang zijn, maar begint met de voordracht door Ginsberg van
het gedicht Howl, dat de angst van
zijn generatie vertolkte.
Daarna volgen familiefoto’s en archiefbeelden die een indruk
geven van het gezin waar Ginsberg uit voortkwam. Zijn vader was een lyrisch
dichter van wie we een mooi fragment zien van een voordracht, waarbij hij
geassisteerd wordt door Allen die het maatgevoel van hem leerde. Zijn moeder
had last van zenuwinzinkingen en belandde in een inrichting waar ze in 1956
stierf. Zijn stiefmoeder zegt dat Allen meer van haar gekte meemaakte dan goed
was voor een kind, zijn broer Eugene herinnert zich Allen als een vrolijk kind.
Tegelijk voelde Allen zichzelf dom en zag hij het belang ervan om goed naar
anderen te luisteren.
In de jaren veertig, samengevat onder de titel van het
gedicht O tenderness in the middle of
time, ontmoette Ginsberg de twaalf jaar oudere William Burroughs (1914), die
net uit het leger kwam, veel wist van psychoanalyse en later boeken zou
publiceren als Naked lunch (1959). Ginsberg
gaf zich bloot aan Burroughs en merkte hoe dicht die bij hem stond. Hij voelde
zich ook aangetrokken tot Jack Kerouac die hij leerde kennen tijdens zijn
studie aan de Universiteit van Columbia. Samen vormden ze, met Neal Cassady,
een hecht homogezin. Daarbij schreef Ginsberg voor Kerouac en Burroughs.
In de jaren vijftig, Hydrogen
Jukebox, veranderde de sfeer in de Verenigde Staten door de invloed van het
militair industrieel complex. Dit bracht vervreemding en polarisatie teweeg,
die door de Beatgeneratie aangeklaagd werd. In deze jaren ontmoette de 28
jarige Ginsberg Peter Orlovsky met wie hij een levenslange relatie had. Hij zag
zijn zeven jaar jongere partner eerst op een naaktschilderij van een vriend en
vond hem in het echt nog mooier, al duurde het lang voordat de twee elkaar het
ja woord gaven. In 1955 las Ginsberg Howl
voor. Norman Mailer was onder de indruk.
On the road was toen al geschreven. In 1960 schreef Ginsberg Kaddisj voor zijn overleden moeder met
het joodse gebed en een nummer van Ray Charles in zijn geheugen.
De jongeren uit de jaren zestig, die aangeduid wordt met het
gedicht Drunken dumbshow, bouwden
voort op het werk dat door de Beatgeneratie was verricht. Drugs was deel van
het leven. Ginsberg verdedigde zich tijdens een parlementaire hoorzitting in
1965. Hij vertelde over de verbinding die door drugs tot stand worden gebracht.
In hetzelfde jaar werd hij Praag uitgezet en ontmoette hij Bob Dylan en The
Beatles in Engeland. Het waren de jaren van de flower power, waarin de liefde
als oplossing voor alle problemen werd voorgesteld. Ginsberg wendde zich tot
mantra’s om aan het diepere levensgevoel uiting te geven. Tijdens protesten
tegen de Democratische Conventie in Chicago in 1968 overwon hij zijn angst door
het reciteren ervan. Helaas werd Nixon president, zegt Mailer, omdat links zich
afkeerde van de verkiezingen.
De jaren zeventig, gekarakteriseerd met Mind breaths, werden gekenmerkt tot een wending naar binnen. In
1978 trad Ginsberg op in de Dick Cavett show, die opmerkt dat Ginsberg milder
is geworden. Ginsberg denkt dat het komt door het overlijden van zijn vader,
twee jaar daarvoor. Ze hadden een hele goede band samen en traden vaak samen
op. Er is een mooi fragment waar zijn vader het gedicht At the grave of my father leest. Het gedicht Father Death schreef Ginsberg in het vliegtuig van Boulder naar
huis. Zijn stiefmoeder noemde dat heel knap.
In de jaren tachtig en negentig, Musings, zag een fotoboek het licht dat Ginsberg had samengesteld met
shots van zijn vrienden uit de jaren vijftig, waarin Kerouac peinzend voor zich
uit staart en Burroughs naast een sfinx staat die veel op hem lijkt. Het boek
geeft een overzicht van zijn leven. Ook van het drama met Peter die genas van
een alcoholverslaving, waar Ginsberg mee moest zien om te gaan. Huilen deed
Ginsberg niet. Zijn tranen stortte hij uit in zijn gedichten. My heart is still, as time will tell,
staat er op zijn graf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten