Hebzucht al in de jaren tachtig aan de kaak gesteld
Er zijn de laatste jaren veel films over de malversaties in
het financiële hart van New York verschenen, waarbij Margin Call (2011) een van de best gedocumenteerde en The wolf of Wall Street (2013) een van
de meest cynische was. Wall Street
van Oliver Stone, opgedragen aan zijn vader Louis, die in 1985 overleed, kan
gezien worden als een kruising tussen de latere twee films. Het verhaal van
junior medewerker Bud Fox, die zich door de onbetrouwbare speculant Gordon
Gekko - de naam zegt genoeg - laat gebruiken om zijn hebzucht te vergroten,
toont de financiële wereld in al haar gekte en laat zien hoe machtig de rol van
het kapitaal is. Het is dan ook vreemd dat deze wantoestand in de jaren tachtig
al niet is gestopt. De politiek van Reagan en Thatcher voorzag het
neoliberalisme van nieuwe zuurstof. Nog vreemder is het dat na de recente huizenbubbel
en de kredietcrisis het kapitaal nog steeds niet aan banden is gelegd zodat dat
het systeem mensen opvreet alsof het insecten zijn. Zoals bankdirecteur John
Tuld in Margin call zegt, beweegt het
kapitalisme zich als een inherente wet van crisis tot crisis. Het wordt tijd,
denk ik, dat verstandige politici voorkomen dat we in een volgende crisis
gestort worden.
Wall Street begint
met beelden van Manhattan in een tijd dat de Twin Towers nog fier overeind
stonden. Bud Fox (Charlie Sheen, midden op de poster) werkt op de beurs en wordt door zijn baas
verantwoordelijk gesteld voor een transactie die fout gelopen is, waardoor hij
zeven duizend dollar moet dokken. Bud gaat naar zijn vader (Martin Sheen, in
werkelijkheid ook zijn echte vader) die als monteur bij luchtvaartmaatschappij
Bluestar werkt, om hem wat geld af te troggelen. Zijn vader is de beroerdste
niet en geeft hem een paar honderd dollar maar had liever gezien dat zijn zoon
een respectabeler beroep had gekozen. Bud zegt tegen zijn vader dat hij zich
niet ongerust hoeft te maken. Hij heeft het plan opgevat om contact te leggen een
rijke speculant. Als hij op zijn computer ziet dat de man die dag zijn
verjaardag is, koopt hij dure sigaren in de luchthaven en brengt hem een
bezoek. Hij moet lang wachten tot Gekko (Michael Douglas, links op de poster) hem te woord staat,
maar dan wil hij ook wel eens een nieuwtje horen waarmee hij een nieuwe klapper
kan maken. Bud, die zojuist van zijn vader heeft gehoord dat Bluestar
vrijgepleit zal worden van schuld aan een ongeluk, onthult dat hij in aandelen
van de kleine luchtvaartmaatschappij moet handelen.
Bud wordt steeds meer de wereld van Gekko ingezogen, ook
door diens vriendin Darien (Daryl Hannah, rechts op de poster) die interieur ontwerpster is en hem helpt met het
inrichten van een duur appartement in Manhattan, waarin ze meteen ook maar gaan
samenwonen. In dat appartement speelt zich later een cruciaal gesprek af tussen
beleidsmensen van Bluestar, Gekko en de vader van Bud, nadat de laatste het
eerder op een akkoordje heeft gegooid met Gekko om de luchtvaartmaatschappij in
handen te krijgen. De vader van Bud loopt boos weg als hij hoort wat Gekko van
plan is, namelijk om de lonen met twintig procent te verlagen, en zet daarmee
de vader zoon relatie zwaar onder druk. Bud krijgt zelf ook bedenkingen tegen
Gekko als hij hoort dat die, anders dan eerder afgesproken, Bluestar wil
ontmantelen. Hij leidt tot een stevige ruzie met Darien, die het appartement verlaat,
dat Bud vervolgens verkoopt. De hartaanval van zijn vader is een motivatie om,
in samenwerking met Wildman, een concurrent van Gekko, het bedrijf van de
ondergang te redden. Dat is belangrijk dan de gevangenisstraf die hem boven het
hoofd hangt vanwege al zijn malversaties.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten