Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



woensdag 12 oktober 2016

Lotte Jensen over Vieren van vrede, VPRO Boeken, 9 oktober 2016


Zoektocht naar de aard van de Nederlander

Lotte Jensen is universitair hoofddocent Nederlandse letterkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen en publiceerde eerder historische werken als Verzet tegen Napoleon (2013) en The Roots of Nationalism. National identity formation in early modern Europe 1600-1815. De inhoud van dit laatste komt zal terugkomen in Vieren van vrede. Het ontstaan van de Nederlandse identiteit, 1648 – 1815. Daarin laat Jensen zien dat vredesuitingen een belangrijke impuls aan de nationale identiteit gaven.

Jeroen van Kan merkt op dat zij nu eens niet de geschiedenis beschrijft aan de hand van oorlogen maar de tegenhanger daarvan. Haar onderzoek richtte zich op de periode tussen de Vrede van Münster (1648) tot het Congres van Wenen (1815). Deze periode begint met het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en eindigt met de geboorte van het koninkrijk der Nederlanden. De teksten die geschreven werden na het sluiten van vrede waren echter oorlogszuchtig van toon.
Jensen antwoordt dat dit het paradoxale ervan is: door de vredesverdragen werd afgerekend met oude vijandschap maar tegelijkertijd doemden nieuwe conflicten op over het toekomstige beleid, bijvoorbeeld tussen protestanten en katholieken of tussen staats- en oranjegezinden. Daarmee werden, heel cynisch, de kiemen voor een nieuwe oorlog gelegd.

Van Kan refereert aan een uitspraak van de Pruisische generaal Von Clausewitz (1780-1831) die oorlog zag als voortzetting van politiek met andere middelen, hetgeen door Michel Foucault werd omgedraaid tot de uitspraak dat politiek oorlog is met andere middelen, waarbij machtsuitoefening de onderdanen in het gareel houdt.
Jensen herhaalt dat er zowel verzoening optrad als dat de messen alweer geslepen werden.

Van Kan zegt dat de door haar bestudeerde periode een tombola was van dit soort tegenstrijdige processen.
Jensen verklaart dit door de compromissen die werden gesloten, bijvoorbeeld over de samensmelting tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden. De opgelegde Unie bevatte de kiem voor verdere conflicten. Daarom spreekt ze ook niet van vooruitgang maar van een perpetuum mobile.

Van Kan vraagt of dit een universeel mechanisme is.
Jensen antwoordt dat in de Republiek, ondanks de conflicten, een debatcultuur heerste die harmonie bewerkstelligde en verschillende krachten in balans hield. Als oude vijanden verdwijnen is er ook vooruitgang. Specifiek voor Nederland was de strijd tussen oranje- en staatsgezinden, die later patriotten en nog weer later republikeinen werden genoemd. Hierdoor zien we geen opgaande lijn maar meer een golfbeweging.

Van Kan zegt dat vaak na het sluiten van een vrede een nieuwe Gouden Eeuw werd aangekondigd.
Jensen noemt het een constante in de Nederlandse identiteitsvorming. De Gouden Eeuw was geen negentiende-eeuwse uitvinding, maar werd eerder al vastgesteld. Vondel schetste na de vrede met Spanje in Leeuwendalers een ideale samenleving, waarin de koeien room gaven en de handel bloeide. Historisch gezien is de handel belangrijk voor de Nederlandse identiteit. Dat begint al met de VOC. Ook het protestantisme en de oranje gezindheid vormen verbindende elementen. Andere opvattingen werden vaak tegengewerkt, tegengeluiden uitgesloten. Een historicus dient zich daarvan bewust te zijn om geen verkeerd van de situatie te krijgen. De handelsgeest werd volgens Jensen echter door allen gedragen. Zelfs oorlogen, zoals tegen Engeland, werden ermee gerechtvaardigd. De mens is geneigd tot conflict als zijn eigen belang in gevaar komt.

Van Kan vraagt tenslotte naar het zelfbeeld van de Nederlander.
Jensen ziet dat als pragmatisch. Zolang men maar kan handelen is alles in orde. Vrijheid is dan ook een politiek beladen begrip. Op de omslag is de dikke man in de dansende kring zo’n Nederlandse handelaar. Niet iemand om je op te laten voorstaan, denk ik. 

Hier een pdf van Vondels Leeuwendalers, hier de tekst met verklarende noten, hier mijn verslag van een gesprek in Het Filosofisch Kwintet over de Nederlandse identiteit waaraan Lotte Jensen ook deelnam. Nog steeds denk ik dat men zich af moet vragen waarom men die Nederlandse identiteit wil vastleggen. Wat is de functie daarvan? Zoals Jensen al zei werden oorlogen ermee gerechtvaardigd. Soms hoorde ik Rutte zeggen dat onze belangen niet mogen worden geschaad. Welke belangen? 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten