Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



maandag 3 oktober 2016

Hans den Hartog Jager over Zie de mens, VPRO Boeken, 2 oktober 2016


Nieuwe perspectieven verrijken de portretkunst

Kunstredacteur Hans den Hartog Jager stelde in Zie de mens een overzicht samen van honderd jaar portretkunst door per jaar één portret te selecteren. Daardoor is de ontwikkeling in deze vorm van kunst goed waar te nemen. Behalve in het boek zijn de schilderijen ook te zien in Museum de Fundatie in Zwolle.

Den Hartog Jager vertelt dat hij het voorwoord van zijn boek opende met het ei van Constantin Brancusi. Dit vormde een eind en een nieuw begin van de portretkunst. Vanaf 1910 veranderde het zwaartepunt langzamerhand van de geportretteerde naar de kunstenaar. De laatsten trokken de macht naar zich toe en ontwikkelden vormen om het eigen wereld- en mensbeeld te tonen. Brancusi is daarvan een goed voorbeeld. In zijn ontwikkeling als kunstenaar komt hij tot een perfecte ei, dat ook de mens voorstelt. Hieruit komen alle andere portretten voort.

Jeroen van Kan vraagt of een portret daarmee nog wel te definiëren is.
Den Hartog Jager heeft in zijn boek als beperking ingesteld dat het één persoon moest zijn. Een Amerikaanse kunstenaar stuurde hem een zinnetje dat hij nog leefde als zijn vorm van een portret en de Nederlander Mark Manders portretteerde zichzelf als een plattegrond. Ze kwamen niet door de selectie, maar geven wel aan dat het om veelzeggende, vernieuwende vormen gaat. Zelfs het hoofd van het flexibele houten poppetje dat dienst doet om een menselijke figuur te schetsen, kan gezien worden als het ei van Brancusi.

Van Kan vraagt verder over het selecteren van de portretten.
Den Hartog Jager zegt dat de beperking goed werkte. Hij koos vaak portretten die men in het begin van de loopbaan maakte, waardoor de tijdgeest in de reeks tot uitdrukking komt. Hij noemt het vrolijk makend om de veranderingen te zien. Zijn keuze is ongetwijfeld subjectief maar hij probeert toch een beeld te geven van de maatschappelijke en culturele veranderingen in de laatste honderd jaar. Zo beeldde Andy Warhol een gezicht uit om er geld mee te verdienen. Men vond over het algemeen het idee van Den Hartog Jager sympathiek en leende graag het werk uit, dat op televisie helaas niet getoond mag worden vanwege de rechten.

Van Kan noemt de veelvormigheid van de portretten eindeloos.
Den Hartog Jager brengt daar tegen in dat de tijdgeest toch een beperking oplegde. Hij illustreert dit aan de hand van de opkomst van foto’s en van Francis Bacon die ongestoord door anderen zijn eigen ideeën bleef uitdragen. Van hem is een sfinx in een kooi, die het liefst naar buiten wil breken.

Van Kan zegt dat na de Eerste Wereldoorlog zowel avantgardistische als restauratieve tendensen te zien waren.
Den Hartog Jager zegt dat de kunsthistorie ingedeeld is in stijlen en perioden maar dat daar van alles buiten valt. Vooral in de kieren zijn mooie bewegingen te zien. Hij illustreert dat aan de hand van Co Westerik die in de tijd van Cobra zijn eigen gang ging en Edgar Fernhout die als zoon van Charley Toorop zowel in de traditie van de familie stond als in een andere tijd. Hij gaf zijn vertwijfeling weer in een angstig portret met een kwast. 

Van Kan vraagt of het zien van meerdere gezichtspunten een overwinning is.
Den Hartog Jager zegt dat het eerst handig is om vanuit één standpunt te kijken, maar dat er meer is. De tijd van de ismen ligt achter ons. Hoewel de toeschouwer daarmee een houvast ontnomen wordt is het op zich zelf staande werk toch de moeite waard. Het verhaal dat er bij hoort maakt het kunstwerk nog rijker.

Hier meer informatie over de tentoonstelling op de site van de Fundatie.

1 opmerking:

  1. 26-28 oktober is het Weekend van het Portret in Loods6 in Amsterdam, als inkomertje voor de Nederlandse Portretprijs die eind dit jaar van start gaat. Ook hier 100 door een jury geselecteerde portretten te zien. grt L

    BeantwoordenVerwijderen