Oude volkstuinders wekken weinig meer op dan een platte lach
De titel Walden
roept herinneringen op aan de tuinbouwcommune van Frederik van Eeden in Bussum,
bedoeld voor idealisten en psychiatrische patiënten. De enige overeenkomst is
dat ze beide in rook opgaan: de commune door zakelijk wanbeheer, de
samenwerking tussen de volkstuinders Ab en Jacob door een te groot verschil in
karakter.
Daarvan is meteen in het begin van de voorstelling al iets
te zien: Jacob (Jack Wouterse, op de poster rechts) sloft wat heen en weer tussen de vergane glorie en
verdwijnt in de witgeschilderde kas, terwijl Ab (Arjan Ederveen, op de poster links), druk in de
weer met bakjes en aarde, hem nauwlettend in de gaten houdt. Hij wil een en
ander uitleggen aan het publiek, maar zwijgt als Jacob de kas uitkomt met zijn
handen vol apparatuur. Hij verricht de voorbereidingen voor het gezamenlijke
kopje koffie en dat gaat hem niet gemakkelijk af om het eufemistisch te zeggen.
Voordat de koffie klaar is, wordt het publiek op een
magistrale scène getrakteerd waarbij het zelf de planten is, die al in het
begin door Jacob geteld werden en nu door de volkstuinders besproken worden. De
lach wordt gemakkelijk opgewekt over een juffertje in het groen, een rare
gladiool en kaalkopkruid maar als Jacob als een grote klit begint, vindt Ab het
wel genoeg.
Hij vist een brief voor Jacob uit de bus, die zelf met een
boek van Agatha Christie aan de wandel gaat en kan zich niet bedwingen de
inhoud tot zich te nemen. Daartoe legt hij, geheel in de stijl van de
voorstelling, de envelop onder de stoom van het koffiezetapparaat. Omdat de envelop
daardoor niet meer te redden is, propt hij de brief na lezing in zijn
achterzak.
De inhoud ervan vormt de geheimzinnige achtergrond in de
verhouding tussen de oude mannen., Tijdens de koffie verandert die in het
voordeel van Jacob, die niet erg van tuinwerk houdt. Als Ab ook een kletskop wil,
moet hij eerst uitspreken dat ze het goed hebben. Daarop houdt hij een lang
verhaal over nichtje Vagelien die veganistisch geworden is.
In deze tekst van Arjan Ederveen klinkt duidelijk de licht
absurde toon door, die de voorstelling verder begeleidt, zoals in een
hilarische scène over een schunnig radio interview en een slapstickachtige
scène over twee dronken kabouters. Helaas komt men niet verder dan sketchmatige
benadering. Met hun, anders dan op de poster te zien is, oude lullenbroeken, retro brillen en spencers met
ouderwetse patronen doen ze nog het meeste denken aan de hoofdrolspelers uit de
vroegere televisieserie Stiefbeen en zoon.
Het is jammer dat de mannen, onder eindregie van Alize, niet verder kwamen dan
twee typetjes.
Er had meer in gezeten, gezien de grote kwaliteiten van de
acteurs, waarbij vooral Jack Wouterse erg rolvast was. Praatjes over de kleur
van hun schaamhaar verlagen het niveau dat bijna schreeuwde om een positieve
wending. Na afloop moest ik met weemoed denken aan het heerlijk naïeve
optimisme van Maarten ’t Hart in de serie over zijn moestuin. De toeschouwer in
2016 heeft meer verdiend dan een platte lach.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten