Eerlijkheid, onverzettelijkheid en menselijkheid voorop in de
maatschappelijke strijd
Made in Dagenham
vertelt een bewogen stukje Britse vakbondsgeschiedenis waarin vrouwen streden
voor gelijke beloning. Dat wat tegenwoordig heel normaal lijkt, was in de jaren
zestig nog zeer omstreden. De man was de kostwinner en de vrouw stond achter
het aanrecht. Zo waren de verhoudingen en daar diende niet aan getornd te
worden, want dat kon alleen maar leiden tot narigheid. De 187 naaisters in de
Ford fabriek in Dagenham dachten daar anders over en begonnen een staking die
een omwenteling teweeg bracht in de ongelijke beloningen tussen man en vrouw,
niet alleen bij Ford maar ook in andere bedrijven in het Westen.
We krijgen een mooi beeld voorgeschoteld van het leven van
de werknemers bij Ford, waar hard gewerkt wordt maar ook gefeest en gedanst. De
vroegere RAF piloot George doet aan dat laatste niet mee. Hij is de, door de
oorlog gebroken man van Connie, die een leidster is bij de vrouwen. Ze krijgt
in mei van chef Albert te horen dat er vergaderd wordt met de directie van Ford
over betere arbeidsvoorwaarden. Daartoe bezoekt de chef het atelier waar de
vrouwen in beha werken omdat het er zo heet is. Anderzijds worden ze nat als
het regent omdat het dak lekt. Het is grappig dat de vrouwen ‘Man!’ roepen als
er een man binnenkomt en dan snel een hemd aantrekken. Omdat Connie het druk
heeft met haar getraumatiseerde man vraagt ze Rita O’Grady mee die niet op haar
mondje gevallen is. Als haar zoon Graham op school geslagen wordt door een
leraar dan gaat ze daar meteen op af, ook al heeft ze niet meteen een weerwoord
op diens verdediging.
Connie en Rita gaan naar de vergadering samen met Albert en
vakbondsman Monty die van tevoren tijdens een etentje de vrouwen instrueert
over hun houding. Hij rekent echter buiten de spontane actie van Rita die en
passant gelijke beloning voor de vrouwen eist. Eenmaal terug in de fabriek
gebiedt ze de vrouwen het werk stil te leggen. Ze maken borden waarop ze hun
eisen duidelijk maken, hetgeen de nodige onrust veroorzaakt in het Britse
kabinet en op het Amerikaanse hoofdkwartier van Ford.
Rita wordt gesteund door Albert, Lisa een intelligente moeder
die getrouwd is met een baas van Ford en ook door haar man Eddie, hoewel die
steeds chagrijnerig wordt naarmate de staking voortduurt, temeer omdat de
mannen niet voort kunnen als de bekleding opraakt.
De film wordt adembenemend naarmate het conflict verder op
de spits gedreven wordt. Daarbij worden clichés vermeden. Het persoonlijke en
het politieke lopen dwars door elkaar. George pleegt zelfmoord en Eddie
verkoopt de koelkast om hun schulden te voldoen. Premier Harold Wilson heeft
telefonisch overleg met Henry Ford en bespreekt de uitkomst daarvan met zijn
minister Barbara Castle. Die heeft een delegatie van de vrouwen uitgenodigd en
zit in een moeilijk parket. Ze is zelf voor gelijke beloning, maar weet dat het
onmogelijk zal zijn om dit aan te kaarten in het kabinet laat staan door het
parlement te krijgen. De vasthoudendheid van Rita maakt dat Castle toch verder
gaat dan ze aanvankelijk wilde en daarmee de gelijkberechtiging van mannen en
vrouwen tot een realiteit maakte.
De sfeer van de jaren zestig is goed getroffen, de liedjes
uit de begintijd van de popmuziek dragen daaraan bij, maar het is vooral Sally
Hawkins die als Rita de show steelt. Haar eerlijkheid, onverzettelijkheid en
menselijkheid zijn een voorbeeld voor de manier waarop de maatschappelijke
strijd gestreden moet worden. Nog steeds.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten