Het dagelijks leven van kinderen tijdens de oorlog
Dolf Verroen (Delft, 1928), schrijver van De Verschrikkelijke Schoolmeester en De prinses en de paradijstuin, is een
meesterverteller. Dat blijkt ook weer in het kinderboekenweekgeschenk Oorlog en vriendschap dat, zoals de
titel zegt, over kindervriendschappen tijdens de Tweede Wereldoorlog gaat.
Verroen beschrijft meesterlijk de ouderwetse sfeer toen de moeder nog de handen
afveegde aan de theedoek en de vader achter de krant zat. En passant geeft hij de
jeugd van vandaan heel veel informatie over het leven tijdens de bezetting door
de Duitsers.
Hoofdpersoon Joop is een speelse zesdeklasser met een
brilletje. Hij is duidelijk geen krachtpatser, maar wel iemand die veel
waarneemt. Hij voelt zich aangetrokken door Kees, ook een buitenstaander, die
een gangpad van hem verwijderd is, maar in het werkelijke leven veel verder. Alleen
in een masochistische droom kan hij nader tot hem komen.
‘Ik stond tegen een
boom.
Ik voelde de schors
tegen mijn rug.
Kees maakte zijn
jagerstas open en haalde er touw uit.
Het was dik stug touw.
Hij bond me zwijgend
vast.
Ik kon wel zingen.’
Hun onmogelijke verhouding loopt als een onzichtbare rode
draad door het boek dat verder heel feitelijk en anekdotisch is.
Oorlog en vriendschap begint
met de mededeling dat de joodse Irma naar een andere school gegaan is. Daarmee
wordt meteen een belangrijk onderwerp aangesneden, namelijk de vervolging van
de joden door de Duitsers. In de stad bieden veel inwoners joden en mensen uit
het verzet een onderduikadres, ook al is dat soms voorlopig,. De ouders van
Joop hebben Pollie in hun huis ondergebracht. De man is zeer goed van zin en
helpt de moeder bij het huishouden, soms iets te veel naar de zin van de vader
die in een ziekenhuis werkt. Dreiging komt van een vrouw van NSB-er Fagel die
collecteert voor de Winterhulp aan kinderen van Duitsgezinde gezinnen, maar
voorlopig blijft alle gevaar nog binnen de perken.
Dat verandert als buurjongen Jaap, een lieveling van de
moeder van Joop, gefusilleerd wordt. De hongerwinter brengt verdere ellende.
Pollie is inmiddels verkast omdat hij claustrofobisch werd in het kamertje en
in de krappe schuilplaats, waarin hij steeds vluchtte als er gevaar dreigde. Samen
met een klasgenootje, van wie de vader ondergedoken is, gaat Joop langs de
boeren om eten te halen.
Verroen schrijft met veel vaart. Voor de lezer het weet zit
hij midden in de wereld van Joop, die eerst na een jaar in de zevende klas moet
overbruggen voor hij naar het gymnasium mag. De personages worden krachtig
neergezet, zoals de figuur van de lepe oma. Als ze toevallig bij het gezin langskomt
terwijl Fagel net hun huis controleert op onderduikers en een verdacht vierde koffiekopje
op tafel ziet staan, zegt ze dat dit van haar was en niet van de vrouw die kort
bij hen inwoonde maar net op tijd door de vader van Joop met een ambulance uit
huis gehaald is.
Helaas is het einde van het boekje wat opsommerig. Daardoor
mist het de diepte die Wilma Geldof wel bereikte in Elke dag een druppel gif (2014), al had zij daar natuurlijk ook de
ruimte voor. In ieder geval biedt Verroen, naast een spannende leesavontuur,
inzicht in het dagelijks leven van kinderen tijdens de oorlog in een Hollandse
stad.
lol
BeantwoordenVerwijderenLeuk artikel!
BeantwoordenVerwijderenDank je wel!
Verwijderen