Rio op loopafstand
Wat doet Usain Bolt (1986) straks in Rio de Janeiro? Nadat
hij op twee achtereenvolgende Olympische Spelen, die in Beijing en in Londen,
het goud pakte op de 100 meter, de 200 meter en, met drie anderen, op de vier
keer 100 meter is hij al de snelste man ter wereld, dus hij kan alleen nog van
zichzelf winnen. De Franse documentairemaker Gaël Leiblang volgde Bolt
gedurende het jaar voorafgaande aan de OS in Londen in 2012 en doorspekt de
beelden met een blik op de carrière van de legendarische sporter. ‘Rio op
loopafstand,’ zei de Vlaamse commentaar bij het begin van de documentaire, een
aanhef die ik maar heb overgenomen.
Leiblang begint met beelden van de WK in Korea in de zomer
van 2011 toen Bolt in de finale van de 100 meter een valse start veroorzaakte,
terwijl de atletiekunie juist daarvoor had besloten om zo iemand meteen uit te
sluiten. Het was moeilijk te verteren voor Bolt die op zijn akkertje de series
doorgekomen was en overtuigd was van goud. Het is eigenlijk de enige smet op de
glansrijke carrière van de atleet uit Jamaica.
Bolt werd geboren in het dorpje Sherwood Content in de
binnenlanden van Jamaica. Zijn ouders wonen daar nog steeds en hij gaat er naar
toe om te ontsnappen aan de druk van het bestaan als topatleet. Zijn vader zegt
dat Usain als kind hyperactief was, eerst cricket wilde gaan beoefenen, maar op
zijn advies overstapte naar de atletiek. Nadat hij ontdekt werd als sprinter
trok hij naar de hoofdstad Kingston, iets waar Bolt zelf en zijn moeder erg aan
moesten wennen. Toen had hij al de bijnaam Lightning Bolt gekregen door zijn
prestaties in atletiekwedstrijden in binnen- en buitenland. Bolt wilde meedoen
met de OS in Athene in 2004, maar dat werd vanwege een blessure geen succes.
Daarna richtte hij zich met zijn nieuwe coach Glenn Mills op Beijing, waar hij
de onbetwiste ster van de Spelen werd.
Leiblang begint te filmen op 1 maart 2011 als Bolt weer
begint te trainen na een lange tijd van blessureleed. Mills staat langs de
atletiekbaan en houdt een oogje op zijn pupil. Hij geeft subtiele aanwijzingen.
Bolt moet vooral letten op een harmonieuze houding en niet teveel zichzelf
pushen. Bolt heeft naast een trainer een persoonlijk assistent die van
oorsprong leraar maatschappijleer is en sinds 2003 ook een manager die zijn
zaken regelt. Hij woont met zijn assistent in een huis waar het in de avonduren
heel gezellig is met vrienden die op bezoek komen, maar overdag ook rond het
zwembad, zoals Leiblang laat zien.
Het is boeiend om Bolt zelf te horen over de opbouw van een
100 meter race. Omdat hij lang is moet hij het niet van de eerste meters
hebben. Na de opbouwfase komt hij steeds rechterop te lopen en polst alvast hoe
hij ervoor staat ten opzichte van zijn concurrenten waaronder Yohan Blake, een
trainingsmaatje die de 100 meter in Korea won na de valse start van Bolt.
Bolt heeft veel humor en kan relativeren. Hij zegt dat de
trainingen een grote opoffering vragen en trekt op een dag zijn voetbalschoenen
aan om, tegen de afspraak met Mills in, met leeftijdsgenoten een balletje te
trappen. Het vindt het niet erg dat Leiblang dat filmt, want als de
documentaire klaar is zijn de spelen in Londen toch al voorbij. Voor een race
trekt hij graag gekke bekken naar de camera, hetgeen een gewoonte is geworden. Ik
vroeg me af of dat hem in Korea, met zijn familie op de tribune, soms de das
had omgedaan, maar daarover stelt Leiblang helaas geen vragen. Hij heeft toch
al weinig echt contact met Bolt, maar gedraagt zich meer als een volger, zelfs
als Bolt hem tijdens een goed betaald tournee voorafgaand aan de WK in Korea vraagt
naar de vrouwen van Rome die de vrouwen van Parijs zouden evenaren. Het is een
van de leukere momenten in de documentaire als Bolt in de VIP room in Oslo het
nummer Everything’s gonna be allright
van Bob Marley zingt. Zelfs een topatleet wil wel eens wat anders.
De documentaire die ik zag was volgens de aankondiging op
Canvas een geupdate versie van de film die eerder uitkwam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten