Veel clichés in verhaal over een overlevingstocht
Het is nog maar kort geleden dat ik een verslag schreef over
Birdman waarin ik opmerkte dat
Alejandro Inarritu met The revenant een
ander pad in zou slaan. Dit is inderdaad het geval. In plaats van een nogal
gehypte schets in het culturele klimaat van New York trekt hij dit maal de
natuur in, maar de beelden van de Noord Amerikaanse wildernis in het begin van
de negentiende eeuw evormen niet de entourage van een sterk verhaal.
Integendeel, de overlevingstocht van pelsjager Hugh Glass (Leonardo DiCaprio)
zit vol met clichés die een jongen zou kunnen bedenken als hij een verhaal over
cowboys en indianen zou schrijven.
Dat begint al met een verwoestende strijd die de pelsjagers
met de indianen voeren, die hun kamp overvallen. Het enige dat men kan doen is
vluchten naar de boot waarmee men de rivier kan afzakken. Een aantal jagers
maakt het niet. Een van hen wordt zelfs getroffen door een pijl terwijl hij de
boot in klimt. Daar hadden zijn maten hem wel even voor kunnen waarschuwen.
Al gauw wordt besloten om de boot te verlaten. Glass, die
bekend is in het gebied, acht het raadzamer om de huiden aldaar achter te laten
en per voet door de bergen naar de vesting te gaan. Niet iedereen is het
daarmee eens. Fitzgerald, de tegenstrever van Glass, moppert erg, maar de
kapitein vertrouwt op het oordeel van Glass, al pakt het allemaal heel anders
uit. Bloedstollend is het gevecht met de beer die Glass tegenkomt als hij in
het bos is om te jagen, hetgeen hem tenslotte tot een overlevingstocht dwingt.
Daaraan gaat een sterke scène vooraf, waarin Fitgerald, de
jonge Bridger en Hawk, de half Indiaanse zoon van Glass, voor de zieke zorgen die
te zwak is om te vervoeren.
De kort aangebrande Fitzgerald die vooral voor het geld bij
Glass bleef, is het al snel zat en krijgt ruzie met Hawk als Bridger naar de
rivier is om water te halen. Fitzgerald steekt Hawk neer en doet alsof hij van
niets weet als Bridger terugkomt. Erger nog, hij staat erop dat ze verder gaan
onder het mom van een smoes dat hij indianen in de buurt heeft gezien. Glass,
die zich zeer opgewonden heeft over hetgeen hij voor zijn ogen zag gebeuren, is
te zwak om iets te verrichten en wordt half door Fitzgerald in een reeds
gedolven graf gedumpt.
De tocht die Glass daarop zelf onderneemt laat weinig aan de
fantasie over, al moet het het lijk van het paard zijn waarin Glass, die eerst
de ingewanden heeft verwijderd, zich warm houdt tijdens een koude sneeuwnacht. Zijn
reis hangt van onwaarschijnlijkheden aan elkaar. Het is evenwel ontroerend dat
hij tenslotte toch bij de vesting aankomt, waar de groep pelsjagers is
neergestreken en waar zich ook Fitzgerald en Bridger bevinden, die verslag
hebben uitgebracht van hun geslaagde missie. Althans volgens Fitzgerald die ook
de beloning opstrijkt voor de goede, laatste verzorging van Glass.
Het is zeer verrassend dat de kapitein de zeer verzwakte
Glass ziet aankomen en net zo verrassend dat Glass meteen wraak wil nemen op
Fitzgerald die nattigheid ruikt en er meteen vandoor is gegaan. Samen met de
kapitein gaat Glass op zoek naar sporen van Fitzgerald en als ze die
uiteindelijk gevonden hebben komt er na zo’n tweeëneenhalf uur een einde aan
dit, ook in figuurlijke zin, voortslepende drama in zicht, waarbij de
onverbeterlijke Fitzgerald in een gevecht van man tegen man ook nog eens de
opvoeding van Hawk ter discussie stelt.
Het is jammer dat er niet dieper werd ingegaan op de relatie
van Glass met de Indiaanse die eerder al doodgegaan is. Dat zal wel niet in het
boek gestaan hebben waarop dit epische drama gebaseerd is, maar toch had meer
inzicht in de achtergronden van de strijd van de indianen de film omhoog kunnen
halen. Nu bleef dat beperkt door beelden van de hoge boomtoppen die van onderop
gefilmd werden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten