Sadomasochisme hoeft niet onze afgod te worden
Ulrich Seidl is een controversiële Oostenrijkse filmmaker en
toneelregisseur, die graag een kijkje neemt achter de facade die de burgerlijke
maatschappij heeft opgeworpen tegen sadomasochistische gevoelens en
gewaarwordingen zoals pijn, wellust, seks en geweld. Het conservatief katholieke
Oostenrijk lijkt bij uitstek een land om christelijke deugden op de hak te
nemen en te graven naar dieperliggende hartstochten en motieven.
Constantin Wulff filmt Seidl, terwijl hij bezig is met
opnames van de documentaire Im Keller
(2014), waarin hij zoekt naar activiteiten die het daglicht niet kunnen
verdragen. Na Dutroux weten we daar alles van. Als kind kende hij al een angst
voor een kelder, die in veel alleenstaande Oostenrijkse huizen te vinden is. De
grote ruimte onderin de woning staat voor hem gelijk aan een plaats van
donkerte, angst en misdrijven. Hoewel de laatste moeilijk in beeld te brengen
zijn, blijven er genoeg andere zaken over die het daglicht liever niet willen
zien. Omdat het moeilijk is om toegang te krijgen tot die verborgen kant, vraagt
Seidl of men iets in de kelder heeft dat interessant is om gefilmd te worden. Omdat
het vooral mannen zijn die in de kelder hun eigenheid beleven, kan er best wel
eens een interessant onderwerp voor hem bij zitten. Zo stuit hij op een jager
die in zijn kelder vol hertengeweien bereid is een pikant gedicht op te zeggen
over de jacht en, nog mooier, een vrouw die zich naakt in een kleine kooi laat
opsluiten en filmen. Het liefst laat Seidl iets zien van een dubbelleven, zoals
bij een stel waarbij de blote man de w.c. schoonmaakt voor zijn vrouw die ook
zijn meesteres is.
We zien daarnaast ook met beelden van repetities voor het
toneelstuk Böse Busen/Fiese Männer (2012).
Beelden uit Im Keller komen daarin op
een gestileerde manier terug. Zo wordt de man die in zijn kelder een schietbaan
heeft ingericht in het toneelstuk fraai herhaald weergegeven in een pantomime,
dat de activiteit krachtiger maakt. In zijn toneelstuk werkt Seidl met amateurs
en met beroepsspelers. Nabil Saleh is een vertegenwoordiger van de eerste
groep. Hij was al te zien in Paradies:
Glaube (2012), waarin hij de rol speelde van een allochtoon die ruzie maakt
met zijn vrouw die zich naar zijn zin te westers gedraagt. René Rupnik is een
beroepsacteur die ook te zien is in Glaube
en vijftien jaar eerde al schitterde in Der
Busenfreund (1997), onder andere met een prachtige monoloog over de term Das
Weib. Seidl merkt nog op dat Rupnik niet ongedaan bleef toen zijn moeder in het
echt overleed. Documentaires en films, feiten en fictie lopen bij hem in elkaar
over. Acteurs krijgen in zijn werk te maken met hun eigen emoties.
Levenspartner en mede-regisseur Veronika Franz brengt in dat het
werk van Ulrich het beste als volkstoneel getypeerd kan worden. De burgerklasse
vindt dat hij daarmee de proletariërs te weinig verheft, maar volgens haar is
het andersom en stelt de burgerklasse zich juist boven het proletarische
milieu.
Volgens Seidl hebben we allemaal een aanleg voor
sadomasochisme en komt die naar boven als aan bepaalde voorwaarden voldaan is.
Pijn, seks, lust en geweld draaien om elkaar heen in een duivelse cirkel. Het
is een thema dat al door de Frankfurter Schule aan de orde werd gesteld. Macht
leidt tot onderwerping, waarbij de seksuele kant moeiteloos overgaat in de
totale vernietiging van de ander in concentratiekampen. Vernederen roept angst
op, zegt Seidl, ook bij de acteurs op het toneel omdat men pas na enige tijd
weet waar de grenzen liggen. Wat dat betreft is toneel heel anders dan film,
waarin een scène voor eeuwig vast ligt. De fascinatie met zijn onderwerpen komt
bij Seidl bij het katholicisme vandaan waar het vleselijke de boventoon voert
en alles doordringt. In Glaube
ranselt een vrouw de Christusfiguur aan het kruisbeeld af, omdat hij haar niet
geholpen heeft. Volgens Seidl gaat het in het leven om het ontwikkelen van een eigen
blik op de wereld en die vervolgens steeds weer te bevragen. Mensen tonen met
al hun tekortkomingen leidt tot nieuwe inzichten.
Dat laatste mag waar zijn, het is alleen de vraag wat het oplevert
buiten een verheldering van motieven als het bijvoorbeeld gaat om het opsluiten
van jonge vrouwen in kelders. Het gevaar bestaat
dat men onderbuikgevoelens te veel een kans geeft. Die kunnen weer een
voedingsbodem vormen voor intolerantie en geweld. Sadomasochisme hoeft nog niet
onze afgod te worden, maar waakzaamheid blijft vereist.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten