Afstandelijkheid van voormalig toneelspeler verklaard
Acteur Eric Schneider kwam bij mij altijd over als een gedegen
maar afstandelijk acteur en in de documentaire spreekt hij nog net zo gedragen
als op het toneel. Melinde Kassens laat zien wat daarvan de achtergrond is:
zijn jeugdjaren in een Japans interneringskamp. De zoons van Schneider, Beau en
Olivier, gaan terug naar Bandung om meer te weten te komen over het verleden
van hun vader. De 81 jarige Schneider zelf durft niet mee, bang dat de emoties,
die met de jaren alleen maar sterker worden, hem teveel zullen worden.
Het doet wat jongensboekenachtig aan om de zoons te zien
rondlopen door Bandung, op zoek naar het huis waar hun vader met zijn ouders en
zijn twee broers woonde, tot ze dat tenslotte aan de Kistlaan vinden. In een
volgend fragment vertelt Eric over zijn gewaarwording dat er op een ochtend
opeens een grijnzende Japanner in hun tuin stond, die geland was met een parachute
en hun sieraden meenam. Zijn vader die bij de KNIL zat, werd meteen afgevoerd,
maar zei nog wel tegen zijn vrouw dat zij ervoor moest zorgen dat de kinderen
de oorlog, die naar hij wist vijf jaar zou duren, zouden overleven.
Met de scheiding kwam voor Eric een einde aan een zorgeloze
tijd, waarin hij vaak in de dessa speelde waar ook de bedienden woonden die hij
goed met hen voor hadden. Samen met hun moeder werden de kinderen geïnterneerd
in een hofje in de stad, dat natuurlijk ook bezocht wordt door de twee zoons.
Ze vinden het maar smal daar, hetgeen overeenkomt met de uitspraak van Eric dat
ze daar in gepropt zaten tot november 1944. Hij zonderde zich af door te
tekenen, op papier dat door zijn tante gestolen werd. Hij zegt dat de oorlog
aangrijpend was, in hem drong en hem nooit meer verliet. De zoons herkennen dat
in de onzekerheid van hun vader.
De zoons proberen het vrouwenkamp te ontdekken dat in een
oude groenteveiling gevestigd was en inmiddels met woningen is volgebouwd. Eric
vertelt dat het vreselijk was om urenlang in de hete zon op appèl te staan en
herinnert zich de britsen waar de mensen naast en boven elkaar gestapeld lagen.
Door de afwezigheid van mannen had hij later moeite om hun autoriteit te
accepteren. De zoons informeren in de buurt of er nog iemand is die weet heeft
van het kamp en komen in contact met een oude vrouw (zie foto) die wel eens in een boom
klom en dan de gevangenen in de groentetuin aan het werk zag. De zoons horen
dat het voor de Indonesiërs zegt ook geen prettige tijd was, dat ze honger
leden, binnen bleven uit angst gedood te worden en blij waren dat de Japanners
capituleerden.
Eric weet nog dat hij op het stoepje bij de ingang van het
kamp zat te wachten op zijn oudste broer. Later volgde de hereniging met zijn
vader in Bangkok. Hij herkende hem niet en had het gevoel dat zijn vader hem
dat later nog kwalijk nam. Hij vertelde nooit veel aan zijn zoons over de
narigheid die hij meegemaakt had. De film is een mooie manier om na te
beschouwen. Eric concludeert dat oorlog het tegenovergestelde is van vrij zijn.
In die tijd was het leven niets, het totale niks. Het maakte dat hij, zoals
zijn zoons van hem weten, zijn emoties altijd afremt, secundair reageert. Eric
bekent dat hij zo in elkaar zit. Hij leest het toepasselijke gedicht Het leven overleven gaat altijd over lijken
voor dat over Hiroshima gaat, een waarheid die in de gelijknamige documentaire Hiroshima – The real story door Lucy van
Beek aanschouwelijk gemaakt wordt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten