De grillige geschiedenis van de greep op kanker
De driedelige documentaire Kanker: biografie van een sluipmoordenaar is gebaseerd op het boek De keizer aller ziektes van de
Amerikaanse oncoloog Siddhartha Mukherjee die in een gesprek met Brands in
februari 2011 op een boeiende en zachtaardige manier over kanker praatte. Barak
Goodman laat in drie afleveringen zien hoe het onderzoek naar de aard van
kanker zich ontwikkelde. Langzaam aan kwam men erachter dat het in onze genen
zit. Daardoor kon men nieuwe medicijnen ontwikkelen.
Aflevering 1: Magische kogels
Goodman begint in een kinderkankerziekenhuis in de Verenigde
Staten met ouders die met deze vreselijke ziekte van hun kind geconfronteerd
worden. Kanker wordt een wereldwijde plaag genoemd waar we nog niet vanaf zijn,
al zijn er verbeteringen in de behandeling en sterft niet iedereen er meer aan.
Archiefbeelden van een kinderziekenhuis in Boston tonen leukemiepatiëntjes die in
de jaren veertig ten dode waren opgeschreven. De driejarige Robert Sandler was
een van hen. Kankerdeskundige Sidney Farber injecteerde met een bepaalde gifstof,
die wel een verbetering bracht, maar niet kon voorkomen dat de kinderen, waaronder
Robert Sandler, alsnog doodgingen. Het idee dat kanker slechts één uitingsvorm
had bleek een misvatting.
De Duitser Halsted kwam in de jaren vijftig met een andere
oplossing; het chirurgisch verwijderen van de tumoren door middel van radicale
mastectomie. Omdat de ziekte toch terug kon komen, zette men vervolgens
bestraling in, maar die had ook schadelijke effecten. Chemotherapie, een derde mogelijkheid,
was een vervolg op de ideeën van Farber en tevens al veel eerder bekend. Paul
Erlich ontdekte in 1870 dat een verfstof zich hechtte aan zieke cellen. Hij bedacht
om, wat hij noemde, magische kogels op die cellen af te sturen. Hij kreeg de
Nobelprijs voor zijn behandeling tegen syfilis, maar de kankertherapie was nog
een brug te ver. Farber ging verder met de ontdekking, die men in de Eerste
Wereldoorlog deed, namelijk dat mosterdgas witte bloedlichaampjes doodde. Hij
experimenteerde met andere stoffen en richtte het Jimmy Fund op om geld te
verzamelen voor verder onderzoek. Hij werd daarbij geholpen door Mary Lasker,
die haar man aan darmkanker verloor. Ze richtten het American Cancer Society op
die ook het stigma rond de ziekte probeerde te doorbreken. Daaruit kwam het
National Cancer Institute voort, dat veel onderzoek verrichtte en tenslotte succes
bereikte met de VAMP behandeling, waarbij verschillende stoffen werden
ingespoten. Karen Lord kan erover mee praten. Ze lag een jaar in bed en zweefde
tussen dood en leven maar knapte er tenslotte van op. Lasker kreeg geld los van
Nixon om meer onderzoek te doen in de strijd tegen kanker. De in 1971 aanvaarde
Cancer Act was een steun in de rug.
Aflevering 2: De blinde mannen en de olifant
Nixon kon dan wel de aanval tegen kanker inzetten, maar
aangezien de aard van de vijand onduidelijk was, zette de strijd weinig zoden
aan de dijk. Borstamputaties werden vaak uitgevoerd tot de eigenzinnige
oncoloog Fisher in 1975 vraagtekens zette bij de radicale mastectomie. Als de
kanker nog niet was uitgezaaid volstond een lumpectomie, waarbij de borst zo
goed als gespaard bleef. Hij baseerde zich op wetenschappelijk onderzoek en
kreeg tien jaar later gelijk.
Er werd een drietal oorzaken voor het ontstaan van kanker aangewezen:
er zou een virus werkzaam zijn dat de kanker veroorzaakte, maar daar was
uiteindelijk weinig bewijs voor; daarna dacht men aan milieufactoren, zoals de
relatie tussen het roken van sigaretten en longkanker maar ook aan andere vormen
van luchtverontreiniging; tenslotte werd het gen als de dader gezien. Mukherjee
zegt dat Michel Bishop de drie oorzaken met elkaar verbond in een theorie over
het oncogen, een extra gen dat verantwoordelijk is voor kanker. Daarmee kwam
een eind aan de blindheid van de mannen die allemaal een stukje van de olifant
waarnamen.
Daarna werd veel tijd besteed om het oncogen te
determineren, waarna een medicatie kon beginnen. Barbara Bradfield was een van
de vrouwen die voor de nieuwe behandeling in aanmerking kwam, hoewel oncoloog
Dennis Slamon er bij haar op moest aandringen om mee te werken. Na alle
vergeefse chemotherapie voor haar borstkanker had ze daar weinig zin meer in. Het
medicijn Herceptin werkte in 1992 echter wel bij haar. De fabrikant werd
vervolgens overspoeld om het medicijn beschikbaar te stellen, maar men wilde
het eerst nog verder testen. Daarop werd in 1995 een compromis bereikt: men
stelde een uitgifte op basis van loting beschikbaar. Toen de resultaten in 1997
bevredigend bleken, was dat een stimulans om op deze weg verder te gaan.
Aflevering 3: Waar zit de Achilleshiel?
Na Herceptin tegen borstkanker boekte het medicijn Givec een
groot succes tegen leukemie, maar daarna vroeg men zich af of men met
uitzonderingen te doen had. Oncoloog Vogelstein richtte zich vervolgens op zieke
darmcellen en ontdekte dat mutaties in verschillende fasen kunnen veranderen,
waardoor het raadsel alleen maar complexer werd. Clinton gaf zijn zege om het
hele menselijk landschap van de genen in kaart te brengen. In 2008 kwamen de
eerste resultaten van de zogenaamde kankergenoomatlas naar buiten. Men ontdekte
dat niet het oncogen maar het tumorsupressorgen voor de problemen zorgde door
de ontwikkeling van kanker niet af te remmen. De kanker ontwikkelde zich in het
lichaam, veranderde daarbij ook en kon zelfs resistent worden tegen aanvallers.
De dure medicijnen werkten niet. Daarom ging men de zaak van een andere kant bekijken,
vanuit de preventie, die daarvoor nauwelijks aan de orde was geweest.
Het was overduidelijk dat kanker afnam door campagnes tegen
het roken. Tegenwoordig richt men zich op obesitas dat ook een risicofactor is.
Men denkt dat kanker kan ontstaan door kopieerfouten in de cel maar ook door
milieufactoren. Daaromtrent zijn veel onbewezen theorieën zoals die over de
straling van hoogspanningsmasten of mobieltjes. Door de onbekendheid vragen
mensen die kanker krijgen zich angstig af wat ze verkeerd deden.
Door vroege opsporing, bijvoorbeeld door een poeptest,
kunnen mutaties uit de darm verwijderd worden nog voordat ze problemen
veroorzaken. Mary-Claire King onderzocht een aantal families waarin borstkanker
vaak voorkwam. Ze kreeg steun van Bernie Fischer die zijn leven gewijd had aan
het sparen van borsten, zoals in aflevering 2 te horen was en lokaliseerde een
mutatie, waarop een strategie kon worden ontwikkeld om de ziekte te voorkomen.
Het idee was dat dit ook bij andere kankersoorten zou werken. Daarop ontdekte
men dat niet alle mutaties even belangrijk waren. Vandaar ook het belang om met
een combinatie van medicijnen de vijand op verschillende fronten tegelijk te
verslaan, net als men doet met antibiotica.
Een nieuwe loot is de immunotherapie. Al in de negentiende
eeuw waren er ideeën om het eigen afweersysteem als behandelingswijze te
gebruiken. Steven Rosenberg boekte succes door lymfocyten terug te plaatsen in
het lichaam van de patiënt. Jim Allison ontdekte dat het afweersysteem soms
geremd wordt en bedacht daar in 1996 een oplossing voor. Door deze benadering
kon men medicijnen massaal produceren, al gold dat alleen nog voor melanomen en
nierkanker. Carl June gebruikte genetische manipulatie en genas daardoor het
jonge leukemiepatiëntje Emily Whitehead. Zij is althans uitbehandeld. De
toekomst moet uitwijzen in hoeverre de kanker bij haar wegblijft. Dat geldt ook
in andere gevallen. De teneur van het programma is dat kanker steeds meer
beheersbaar wordt. Inmiddels is de overlevingskans van de ziekte negentig
procent. De kankercel ontwikkelt zich, maar wij ook, zegt Mukherjee aan het
eind.
Hier
mijn verslag van het gesprek van Wim Brands met Siddhartha Mukherjee over De keizer aller ziektes, een biografie van
kanker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten